Voeding bij patienten: de energiebehoefte
De totale energiebehoefte van een patient bestaat uit verschillende onderdelen: de basale energiebehoefte, het thermisch effect van voeden, de facultatieve thermogenese, anbolisme en groei en lichamelijke activiteit.
Basale energiebehoefte
De basale energiebehoefte is de benodigde energie voor lichaamscellen om hun functies gedurende rust te kunnen volbrengen. Het basale metabolisme is echter niet het absolute minimale metabolisme. Slapen, verdoving, rustgevende medicatie en hongeren verlagen het basale metabolisme. De basale energiebehoefte is ca. 50-80% van de totale energiebehoefte. Bij IC-patienten kan dit echter 100% van de totale energiebehoefte zijn. Bacteriëmie, koorts, mate van bewustzijn, mechanische beademing, onrust en medicatie, kunnen bij patienten de basale energiebehoefte wijzigen. Elke graad koorts laat de energiebehoefte met 10-13% toenemen. Door deze wijzigingen in basale energiebehoefte bij patienten, worden er bij het berekenen van de energiebehoefte met formules stressfactoren toegevoegd. Ook ziekte zelf verhoogd de basale energiebehoefte:
- Skelettrauma: 15-30%
- Sepsis: 50%
- Brandwonden: 27-100% (afhankelijk van aangetast lichaamsoppervlak)
- Hersenbeschadigingen: 15-55%
- Kleine operaties: 10%
De basale energiebehoefte is niet bij ieder persoon gelijk. De variatie is voornamelijk toe te schrijven aan verschil in vetvrije massa, en voor een kleiner deel aan verschil in leeftijd (hoe ouder, hoe lager het basale metabolisme) en vetmassa. Daarnaast is er nog een deel van de variatie onverklaarbaar. De basale energiebehoefte is echter ook bij een persoon niet altijd gelijk, er is sprake van dag-tot-dag variatie. Stabiele patienten hebben een dag-tot-dag variatie van ca. 12%, bij instabiele IC-patienten kan deze variatie echter oplopen tot 56%.
Thermisch effect van voeding
Dit is de energie die nodig is voor het verteren en absorberen van de voeding. Het thermisch effect van voeding bedraagt ca. 10-11% van de totale dagelijkse energiebehoefte, indien de patient normaal gevoed wordt. De basale energiebehoefte en de energiebehoefte voor het thermisch effect van voeding, wordt samen het rustmetabolisme genoemd. In literatuur worden basale metabolisme en rustmetabolisme vaak met elkaar verward. Met rustmetabolisme bedoeld men dan meestal basaal metabolisme.
Facultatieve thermogenese
De facultatieve thermogenese is het energieverbruik dat door een persoon gebruikt wordt bij aanpassing aan een extreem veranderde situatie. Extreme koude, overvoeden, hongeren, trauma en stress zorgen voor een verhoogde facultatieve thermogenese. Omdat deze component erg variabel en specifiek per persoon is, wordt deze niet meegerekend bij het bepalen van de totale energiebehoefte.
Anabolisme/groei
Tijdens groei, zwangerschap en lactatie is de energiebehoefte verhoogd.
Lichamelijke activiteit
De lichamelijke activiteit is bij patienten meestal minder dan bij gezonde mensen. Hoe zieker de patient, hoe minder de patient beweegt. De activiteiten van een IC-patient bedragen maar 1-4% van het totale energieverbruik. Oudere patienten hebben ook vaak een verminderde lichamelijke activiteit.