De ziekte van Pompe
De ziekte van Pompe is een van de aageboren stofwisselingsziekten waar je mee te maken kan krijgen. Deze ziekte is een lysomale glycoceenstapelingsziekte. Het verloop van de ziekte is progressief en een adequate behandeling is nog maar net op de markt in de vorm van therapie met Myozyme. Een groot deel van de behandeling van de ziekte van Pompe bestaat uit het bestrijden en verzachten van de symptomen.
Wat is de ziekte van Pompe?
De ziekte van Pompe is een
aangeboren stofwisselingsziekte die een spierziekte veroorzaakt. De ziekte van Pompe behoort zowel tot de glycogeen- als de lysosomale stapelingsziekten.
Glycoceenstapelingsziekte is een overkoepelende benaming voor aandoeningen waardoor het glycoceen niet voldoende afgebroken kan worden door het lichaam. De oorzaak hiervan is dikwijls een verandering in het erfelijk materiaal. De ziekte van Pompe is de enige
lysosomale glycoceenstapelingsziekte.
Wat is glycoceen?
Glycoceen is de vorm waarin suikers opgeslagen worden in de spieren en lever. Met behulp van bepaalde enzymen wordt deze stof afgebruiken. Wanneer een van deze enzymen niet goed functioneert of zelfs in zijn geheel afwezig is, kan glycoceen niet voldoende of niet afgebroken worden door het lichaam. Dit veroorzaakt de opeenstapeling van glycoceen in de cellen. Bij de ziekte van Pompe werkt het enzym
'zure maltase', ook wel
'alfa-glucosidase' genoemd, niet of onvoldoende.
Gevolgen van opeenstapeling van glycoceen
De opeenstapeling van glycoceen in de cellen is
giftig. Het veroorzaakt een vermoeilijkte functionering van het
lysosoom, en uiteindelijk van de hele cel. Het lysosoom is een blaasje dat zich in het cytoplasma van een cel bevindt en daar functioneert als de 'vuilnisbelt' van de cel. Lysomale enzymen breken namelijk diverse stoffen af, waardoor deze stoffen opnieuw gebruikt kunnen worden of uitgescheiden kunnen worden. Doordat de opeenstapeling van glycoceen giftig is wordt het functioneren van het lysosoom dus bemoeilijkt, om uiteindelijk de gehele celwerking te bemoeilijken. Hierdoor ontstaat schade in weefsels en organen doordat de cel niet meer goed kan functioneren.
Spierzwakte
De opeenstapeling van glycoceen vindt vooral plaats in de spieren. Hierdoor ontstaat spierzwakte. De ziekte van Pompe kent drie typen:
- De infantiele vorm: doet zich voor bij baby's
- De juveniele vorm: eerste verschijnselen treden op in de kinderleeftijd
- Adulte vorm: eerste verschijnselen komen op volwassen leeftijd tot uiting
De infantiele vorm is meestal het ernstigst. De spierzwakte neemt hierbij erg sterk en snel toe en het
hart van deze kinderen is vaak vergroot.
Prevalentie
De ziekte van Pompe komt gemiddeld bij 1 op de 40.000 mensen voor. De ziekte van Pompe is een
erfelijke aandoening; de overerving verloopt autosomaal recessief. Dit betekent dat wanneer beide ouders drager van de ziekte zijn (maar hier zelf niet aan lijden) ieder kind van deze ouders 25% kans heeft de ziekte van Pompe te ontwikkelen. De ziekte wordt veroorzaakt door een mutatie in de chromosomen welke belangrijk zijn bij de aanmaak van
'alfa-glucosidase'.
Symptomen
De symptomen kunnen in de vroege kindertijd of op latere leeftijd ontstaan. Er zijn grote onderlinge verschillen in het verloop van de ziekte, maar over het algemeen geldt dat hoe eerder de symptomen ontstaan hoe sneller en ernstiger het verloop van de ziekte is. Veel mensen met de ziekte van Pompe hebben een
verminderde spierkracht, in het beginstadium met name in de rug- en bekkenspieren. Deze verschijnselen ontstaat heel
geleidelijk waardoor een diagnose vaak pas laat gesteld wordt. Kinderen hebben vaak moeite met activiteiten bij de gymles, zoals hardlopen of opdrukken. De symptomen worden meestal pas echter hinderlijk wanneer men moeite gaat krijgen om vanuit de zithouding op te staan moeilijk kan omdraaien in bed of niet meer op kan staan wanneer men gevallen is. Bij jonge mensen kan een vergroeiing van de ruggengraat optreden, dit wordt
scoliose genoemd. De spierzwakte neem
progressief toe, waardoor men op een gegeven moment niet meer zelfstandig kan staan, lopen, zitten etcera. De ziekte gaat het leven beheersen. Bij veel patiënten zijn bovendien de
ademhalingsspieren aangetast. Soms is dit zelfs het eerste merkbare verschijnsel. Hierdoor kunnen er problemen ontstaan men het eten door moeite met slikken en vermoeidsheidsklachten.
Diagnose
De diagnose wordt gesteld na uitgebreid
lichamelijk onderzoek. Met behulp van een
bloedonderzoek kan de voorlopige diagnose bevestigd worden. In dit bloedonderzoek wordt de activiteit van bepaalde enzymen die betrokken geacht worden bij de ziekte van Pompe bekeken. Vaak wordt er ook een
spierbiopsie verricht. Hierbij worden stukjes spierweefsel afgenomen welke microscopisch onderzocht worden op afwijkingen. Vaak vindt men bij de ziekte van Pompe kleine ruimten in de spiercellen die gevuld zijn met glycoceen. Het is ook mogelijk om de ziekte van Pompe door middel van een
prenatale test aan te tonen. Hiervoor wordt de
vlokkentest of
vruchtwaterpunctie gebruikt. Het is ook mogelijk om met behulp van een
DNAtest vast te laten stellen of je drager bent van de ziekte van Pompe.
Behandeling
De ziekte van Pompe kan (bijna) niet genezen worden. Wel zijn er diverse therapieën die mogelijk tot genezing kunnen leiden in ontwikkeling.
Therapie met Myozyme
Sinds begin 2006 is er een officieel geregistreerd medicijn op de markt: de
enzymvervangende therapie met Myozyme. Deze behandeling is voor alle mensen met de ziekte van Pompe toegankelijk. De behandeling vindt plaats in het
Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam en wordt volledig vergoed door verzekeringsmaatschappijen. Bij deze behandeling wordt er elke twee weken gedurende een dag intraveneus Myozyme toegediend. Deze behandeling moet de rest van het leven voortgezet worden. Myozyme is een biotechnologisch geproduceerde vorm van het menselijk enzym 'alfa-glucosidase' en zorgt ervoor dat wanneer het toegediend wordt dat de patiënten glycoceen weer af kunnen breken. De precieze werking van Myozyme is nog niet bekend. Er wordt daarom veel
onderzoek verricht naar deze stof.
Wetenschappelijk onderzoek
Op het moment worden er twee mogelijke behandelvormen onderzocht voor de ziekte van Pompe: gentherapie en chaperontherapie. Bij
gentherapie wil men het gen dat het missende enzym codeert namaken en in de lichaamscellen inbrengen, waardoor het enzym weer aangemaakt wordt. Bij
chaperontherapie gaat men er vanuit dat er te weinig glycogeen getranspoteerd wordt omdat een groot van de aangemaakte enzymen niet geschikt zijn. Met behulp van chaperontherapie worden deze afgekeurde enzymen zodaning gemodificeerd dat ze wél geschikt zijn en hun werk kunnen doen.
Gevolgen bestrijden
Omdat er - naast de therapie met Myozyme - geen geschikte genezende therapieën bestaan bestaat de behandeling dus voornamelijk uit het
bestrijden en verzachten van de gevolgen. Met behulp van fysiotherapie kan men de spieren versterken. Wanneer men problemen met ademhaling ondervindt kan men een ademhalingsondersteuning met thuisbeademingsapparatuur overwegen. Een eiwitrijk dieet kan de ademhaling verbeteren en spierafbraak verminderen. Sommige patiënten geven aan baat te hebben bij regelmatige toediening van glucose.