Virusinfecties: HIV

Aids is de belangrijkste geslachtsziekte van de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. Aids is het stadium waarin iemand die besmet is geraakt met het HIV virus ziek wordt. Wat is aids en hoe kan men er mee besmet raken? Aids verzwakt het immuunsysteem, hierdoor worden er vaak longinfecties en ontstekingen gezien bij aids-patiënten. Iemand die besmet is met HIV, de veroorzaker van aids, kan niet worden genezen. Wel kunnen met de juiste behandeling en medicijnen de symptomen worden behandeld, aids is dan een chronische ziekte, de patiënt hoeft er uiteindelijk niet aan te overlijden. Preventie van aids is het belangrijkst om verdere verspreiding te voorkomen. Preventie kan met de juiste voorbehoedsmiddelen.

HIV de veroorzaker van aids

Aids, een afkorting van acquired immunodeficiency syndrome, wordt veroorzaakt door een virus. Dit virus, het HIV of het Humane Immuno deficiëntie Virus, veroorzaakt een algehele verzwakking van de afweer van de geïnfecteerde patient. Een groot deel van de mensen die zijn besmet heeft nog geen ziekteverschijnselen, men spreekt van dragers of sero-positieven, naar de positieve reactie op het HIV virus, die in dat geval in het serum kan worden verkregen. Gebleken is dat de ziekteverschijnselen van aids zich binnen tien jaar openbaren bij 50% van de volwassen dragers. Deze dragers van het virus kunnen anderen besmetten, terwijl ze zelf nog geen ziekteverschijnselen hebben. Een belangrijke groep slachtoffers wordt gevormd door hemofilie patiënten die zijn besmet door bloed, in een periode dat er nog geen tests werden uitgevoerd om te controleren of de bloed met aids was besmet.

Herkomst HIV virus

HIV is een zogenaamde 'zoönose', een zoönose is een ziekte die van een dier op een mens wordt overgebracht. Vermoedelijk is de eerste besmetting met het HIV virus via bloedcontact met een aap tijdens een jacht in de Democratische Republiek Congo ontstaan. Sindsdien heeft HIV zich over de hele wereld verspreid.

Besmetting met HIV

Besmetting met HIV van mens tot mens vindt meestal plaats via seksuele contacten. Aanvankelijk vormden vooral homoseksuele mannen een risicogroep. Later werd de verschuiving zichtbaar naar meer heteroseksuele patiënten. Daarnaast kan de ziekte worden overgebracht door besmette injectienaalden, hetgeen drugsverslaafden tot een tweede risicogroep maakt. Voordat de ziekte bekend was, is het HIV virus ook overgebracht via bloedtransfusies. Tot aan het einde van de jaren tachtig werden enkele tientallen mensen hiervan het slachtoffer. Sindsdien wordt al het bloed voor bloedtransfusies op het virus gecontroleerd.

Symptomen bij besmetting HIV virus

De symptomen bij een besmetting met het HIV virus zijn steeds terug te voeren op een verzwakte afweer. Veelvuldig worden longinfecties gezien met een bij anderen zeer zeldzame bacterie, de Pneumocystis carinii. Een ander heel typisch verschijnsel is het Kaposi-sarcoom. Hierbij ziet men kleine verheven, paarsblauwe vlekken op de huid, maar ook op het behaarde hoofd en het gehemelte. Dit zijn woekeringen van bindweefselcellen onder het huidoppervlak. Ook ontstekingen van het zenuwstelsel, zoals encefalitis (hersenontsteking) en meningitis (hersenvliesontsteking) komen veel voor. Soms begint aids met schimmelinfecties van de mond en keel. Schimmelinfecties van de slokdarm, vooral door de Candida albicans-schimmel, worden vrijwel uitsluitend bij aids gezien. Ook diarree en oogontstekingen kunnen voorboden van aids zijn.

Behandeling aids

Een goed behandeling bij een besmetting met het HIV virus is tot op heden niet gevonden. Het middel AZT kan, mits tijdig gegeven, uitstel van de ernstige problemen opleveren en het ziektebeeld verlichten. Er wordt nog driftig gezocht naar betere oplossingen. Met een cocktail van verschillende middelen worden op dit moment de beste resultaten geboekt, die ook terug zijn te vinden in de sterftecijfers en in een stijging van de gemiddelde leeftijd waarop de slachtoffers komen te overlijden.

Preventie HIV

Preventie is van het grootste belang. De ziekte kan op verschillende manieren worden voorkomen. Een wezenlijke bijdrage kan worden geleverd door het gebruik van condooms. Ook beperking van het veelvuldig wisselen van partner heeft een gunstige invloed. De ziekte komt vooral voor bij degenen die gewend zijn zeer geregeld van partner te wisselen. Het verstrekken van schone spuiten aan drugsverslaafden is ook een maatregel om de verspreiding van aids zoveel mogelijk tegen te gaan.