Geschiedenis van de cholera in de 19e eeuw in Londen
In het 19e-eeuwse Londen woedde zo nu en dan een epidemie, waarbij vele inwoners massaal ziek werden en overleden. Vooral cholera kwam veel voor.
Londen in de 19e eeuw
Londen leek in de 19e eeuw nog het meest op een enorme achterbuurt. Er woonden twee miljoen inwoners, en er waren 200 000 beerputten. Alle ontlasting kwam uiteindelijk terecht in de rivier de Theems, waar ook het drinkwater uit kwam. Tussen 1830 en 1870 kostte cholera meer dan 40 000 Londenaren het leven. Bij cholera raakt het maag-darmstelsel ontregeld. De ziekte openbaart zich plotseling binnen twee tot vijf dagen na de besmetting.
Symptomen
- heftige diarree
- braken zonder krampen
- vochtverlies van soms wel vijftien liter per dag, met uitdroging tot gevolg
Cholera is vaak al dodelijk binnen enkele uren tot dagen.
Onderzoeken in de 19e eeuw
Cholera is door meerdere mensen onderzocht, ook in de 19e eeuw toen cholera in Londen heerstte. Één van die onderzoekers was arts William Farr. William Farr dacht dat de oorzaak lag in een miasma, de 'ziekelijke mist', die opstijgt uit de adem van twee miljoen mensen, de lucht vanuit open riolen en beerputten, graven en slachthuizen. In het ene seizoen zat het vol met cholera, in een ander seizoen vol met griep, pokken, mazelen of roodvonk, volgens William Farr.
Volgens een andere arts, ook uit die tijd, John Snow, lag het allemaal anders. Volgens hem werd cholera verspreid door een gif dat van het ene op het andere slachtoffer werd overgedragen door drinkwater dat met rioolwater werd vervuild. Als Londen in 1853 wordt getroffen door een cholera-aanval, woont John Snow in de wijk Soho. Binnen drie dagen sterven in Broad Street 127 mensen. Na tien dagen zijn er al 500 mensen gestorven.
Uit onderzoek van eerdere epidemieën weet John Snow dat niet iedereen tegelijk ziek wordt, maar dat cholera zich uit bepaalde "haarden" uitbreidt. Hij start een onderzoek naar deze onbekende ziekte cholera. John Snow vermoedde dat een waterpomp de bron van de cholera-epidemie was. De pomp werd afgesloten en het aantal sterfgevallen aan cholera nam inderdaad af. Maar dit was niet genoeg bewijs om Snow gelijk te geven.
Het grote experiment
John Snow werd geholpen door het toeval. Het waterleidingsbedrijf Lambeth Waterworks verplaatst uit concurrentieoverwegingen zijn pompstation 40 kilometer stroomopwaarts aan de Theems. Zo kon deze onderneming schoner water leveren, omdat het water stroomopwaarts schoner was. Een belangrijke concurrent was Southwark and Vauxhall company, die vrijwel hetzelfde gebied bediende in Londen, maar deze blijft het vervuilde drinkwater leveren.
John Snow kon hier goed gebruik van maken, hij hoefde zo alleen maar langs te gaan bij de mensen waar een slachtoffer was gestorven, en daar te vragen van welk waterleidingsbedrijf ze klant waren. Er moest dan alleen wel een nieuwe cholera-epidemie komen. In 1854 kwam opnieuw een cholera-epidemie, zodat John Snow dus niet zo lang hoefde te wachten. Hij voerde zijn plan uit, waardoor John Snow toch zijn gelijk kreeg.
Het grote experiment: |
Waterleidingsbedrijf | Aantal huishoudens | Aantal doden |
Southwark and Vauxhall company | 40.046 | 1.263 |
Lambeth Waterworks | 26.107 | 98 |
Rest van Londen | 255.423 | 1.422 |
Zo toonde John Snow aan dat vervuild drinkwater de bron van cholera is.