Kans op uitbreiding Q-koorts door drachtige schapen groot
Huisartsen verwachten dat in het voorjaar van 2010 flink wat Q-koorts patiënten te betreuren zullen zijn. Deze mensen zijn besmet met de agressieve coxiella burnettii-bacterie, de bacterie die Q-koorts veroorzaakt. Dat dan al 40.000 geiten zijn gedood om het virus te beperken, doet daar niets aan af. Bovendien is het voorjaar de tijd voor de lammeren en ook zijn kunnen de ziekte explosief doen toenemen. Wat is Q-koorts? En hoe is Q-koorts te voorkomen?
Q-koorts: drachtige schapen in de wei vormen een groot risico
De Q-koorts epidemie is in 2010 nog lang niet onder controle. De kans is zelfs vrij groot dat begin 2010 de ziekte zich alleen nog maar meer verspreidt en dan via de 1,4 miljoen (vlees)schapen die in Nederland overal in de wei staan. Dieren die de ziekte onder de leden hebben, werpen tijdens het lammeren enorme hoeveelheid Q-koorts bacteriën naar buiten en maken daarmee nog veel meer mensen ziek dan er nu al zijn. Maatregelen om de ziekte via de schapen te voorkomen zijn echter nog steeds niet genomen.
Onbekend is hoeveel schapen Q-koorts hebben
In Nederland is niet bekend hoeveel drachtige schapen aan Q-koorts lijden. Ook is geen scenario voorhanden wat er gebeurt als de verspreiding van de ziekte via deze dieren grote vormen aanneemt. Dit is een beetje karakteristiek voor de manier waarop de Q-koorts al die tijd is benaderd. Terwijl heel Nederland werd bang gemaakt voor het Mexicaanse griepvirus en overal noodhospitalen werden ingericht en massale vaccinatieprogramma’s werden opgezet, liet de overheid de Q-koorts grotendeels liggen. En dit terwijl de ziekte desastreus kan zijn voor de mens.
Wanneer begon de Q-koorts epidemie?
De Q-koorts epidemie startte in Midden Brabant op 25 mei 2007. Een vader en zijn dochter werden toen opgenomen in het ziekenhuis met een heel vreemde vorm van longontsteking. Dit bleek later de Q-koorts te zijn. Binnen mum van tijd steeg het aantal ziektegevallen in het dorp naar meer dan honderd en alle zieken woonden vlakbij een geitenbedrijf. In juli kwam vervolgens een crisisteam bijeen waarin ondermeer VWS, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Warenautoriteit (RIVM), de plaatselijke vertegenwoordigers en de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA) waren vertegenwoordigd. Dit zogeheten Bestuurlijk Afstemmingsoverleg (BAO) wordt alleen opgestart als sprake is van een heel ernstige situatie.
Maatregelen om de Q-koorts in te dammen
Uit dit overleg komen echter weinig concrete zaken. Maatregelen om de ziekte daar aan te pakken waar het gebeurt, namelijk bij de dieren blijven uit. Het enige dat wordt voorgesteld in 2007 is een meldplicht voor besmette bedrijven. Daarmee moet zicht komen op de verspreiding van de ziekte. Maar het voorstel haalt het niet omdat er van uitgegaan wordt dat het om een eenmalige uitbraak gaat.
Enorme uitbraak Q-koorts in 2008
Dat de ziekte is onderschat, blijkt in 2008. Dan komen er opeens vele ziektegevallen bij die oplopen tot duizend ernstige zieke mensen. Bovendien overlijdt er dan ook iemand aan Q-koorts. Een groot deel van de patiënten die het wel overleeft krijgt na de acute griepverschijnselen chronische klachten waar zij de rest van hun leven mee zullen kampen. Sommigen moeten zelfs hartoperaties ondergaan omdat de ziekte dat deel van hun lichaam heeft aangetast. In 2008 heeft de ziekte dus al 5 keer meer ziekten opgeleverd dan het jaar daarvoor. Pas dan komt de overheid een beetje in actie. Boeren van besmette bedrijven mogen in dat jaar hun mest niet uitrijden. De mest is namelijk een bron van besmetting. Ook mogen hun dieren 3 maanden lang niet vervoerd worden. In juni 2008 komt de meldplicht voor besmette bedrijven dan toch. Controle daarop blijft echter uit. Omdat de ziekte nog zo onbekend is, kunnen boeren niet veel anders doen dan de hygiëne goed in acht nemen. Verder is de hoop gevestigd op een vaccinatie. Ondertussen worden overal lammeren geboren en die dieren hoeven niet opgesloten te zitten. Iedereen die langs de boerderijen loopt, fietst of even uit de auto stapt, kan zo besmet worden door de bacterie die zich ruimschoots in het besmette gebied bevindt. De overheid heeft boeren niet verplicht om hun open stallen dicht te maken, zodat het kans op besmetting daarmee wordt verkleind. Het Ministerie van landbouw, Natuur en Visserij vond dat namelijk niet nodig. Ook wordt het vervoersverbod van vee van besmette bedrijven niet uitgebreid, maar blijft dit zoals het was. Ook wordt gewoon doorgefokt alsof er niets aan de hand is. Nog iedere dag worden beesten geïnsemineerd en worden er vervolgens jonge feiten geboren die massaal hun bacteriën de wereld insturen. Reden om de fok niet te stoppen vindt de overheid dat dan de hele sector wordt getroffen en niet alleen de gebieden waar de ziekte heerst.
De Q-koorts in 2009 en 2010
In het najaar van 2009 wordt de omvang van de Q-koorts weer eens extra duidelijk. Er blijken veel meer gevallen te zijn dan de 5 die eerder waren vastgesteld. Tientallen bedrijven in Brabant blijken besmet. Er worden extra vaccinaties besteld, maar voor de besmette bedrijven is dat veel te laat. Pas op 9 december 2009 kondigt Landbouw Minister Verburg aan dat alle drachtige geiten op besmette bedrijven moeten worden gedood. Ze belooft verder dat ze zal proberen om dieren die niet ziek zijn niet de dood in te jagen. Dat moet ze echter later weer terugnemen omdat tests op de ziekte niet waterdicht blijken te zijn.