HIV, wanneer laat je je testen?

De afgelopen decennia is de kennis over HIV enorm toegenomen. Bijna iedereen weet tegenwoordig dat het overdragen van HIV kan gebeuren tijdens onveilige seks, het gebruik van 'vieze' naalden of bijvoorbeeld tijdens een bloedtransfusie. Als je denkt dat je op wat voor manier dan ook in aanraking gekomen bent met HIV is het van levensbelang om je te laten testen. Het is echter wel belangrijk dat je dit op het juiste tijdstip doet. Het artikel hieronder geeft je hierover tips.

Blootstelling aan HIV

Ten eerste is het belangrijk om vast te stellen of je inderdaad met HIV in aanraking bent gekomen. 25 jaar geleden bestonden er veel misverstanden en fabels over hoe HIV werd overgedragen. Deze misverstanden zorgden ervoor dat mensen bang werden om bijvoorbeeld glazen te delen, of gebruik te maken van openbare toiletten. Tegenwoordig weten we dat HIV alleen overgedragen kan worden als er direct contact is tussen de geïnfecteerde lichaamsvloeistoffen. Vloeistoffen die over het algemeen geïnfecteerd raken zijn: bloed, vaginale vloeistoffen, sperma en zelfs borstvoeding. Urine, speeksel en feces worden over het algemeen niet geïnfecteerd, tenzij ze vermengd worden met bijvoorbeeld bloed (je moet hier rekening mee houden als er een zichtbare hoeveelheid bloed aanwezig is).

Blootstelling aan deze vloeistoffen kan op veel verschillende manieren voorkomen. Meestal gebeurt dit tijdens de seks. Het gebruik van 'vieze' naalden, of het delen van naalden kan ook leiden tot HIV (het komt ook wel eens voor dat een arts/verpleegkundige zich per ongeluk met een besmette naald steekt, zelfs dit kan tot een HIV-infectie leiden).

De HIV test

Na een mogelijke infectie met HIV, wordt meestal een HIV antilichaam-test gedaan. Bij deze test wordt gekeken naar specifieke antilichamen in het bloed, die in verband worden gebracht met een HIV-infectie. Antilichamen worden door het lichaam aangemaakt in een poging om het virus te bestrijden, en ze zijn alleen aanwezig als er zich ook daadwerkelijk een virus in het lichaam bevindt. Dit betekent dat iemand die niet geïnfecteerd is met HIV, deze antilichamen ook niet in zijn lichaam zal hebben.
Dit betekent echter niet dat de uitkomst van een test niet verkeerd kan zijn. Het is daarom raadzaam om altijd meerdere tests te laten doen.

Wanneer laat je je testen op HIV?

Je kunt een test laten doen direct na de blootstelling aan het virus. Deze test geeft echter alleen informatie over je 'huidige' HIV status. Het is dus niet te zien of je recent geïnfecteerd bent met het virus.

Een gemiddelde persoon heeft ongeveer 25 dagen nodig, vanaf het tijdstip waarop je bent blootgesteld aan HIV, voordat een antilichaam-test een positief resultaat zal geven. Kun je dus na 25 dagen een HIV-test doen? Ja en Nee. Hoewel 25 dagen de gemiddelde periode is voordat een succesvolle test kan worden gedaan, kan het bij sommige mensen langer duren.

Na 3 maanden test ongeveer 97% van de mensen die met HIV geïnfecteerd zijn positief bij een antilichaam-test. Het kan dus betekenen dat iemand die na 25 dagen getest is een negatief resultaat heeft gekregen, terwijl hij in werkelijkheid wel HIV heeft opgelopen.

Een klein percentage van de mensen die met HIV geïnfecteerd zijn, ongeveer 3%, heeft nog langer nodig voordat een positief resultaat behaald wordt. Bij deze groep is de test na ongeveer 6 maanden vanaf de infectie positief. Het is echter wel belangrijk dat dit een minderheid is. De meeste mensen die met HIV geïnfecteerd raken hebben een positieve test na 3 maanden.

Als je eerste HIV-test minder dan 3 maanden was nadat je bent blootgesteld aan HIV, is het erg belangrijk dat je je opnieuw laat testen. Over het algemeen wordt geadviseerd je na 6 weken al te laten testen, maar het is dus belangrijk altijd op je hoede te blijven, en je later nog een keer te laten testen.

Als je denkt dat je bent blootgesteld aan HIV is het verstandig om met je arts te overleggen of een test nodig is.