De massale sterfte door tekorten aan vitaminen en mineralen
Wanneer gesproken wordt over tekorten in de voeding, gaat het meestal om de zogeheten micronutriënten - in het bijzonder vitaminen en mineralen. Deze tekorten komen in het rijke deel van de wereld veel vaker voor dan gedacht en kunnen ook daar leiden tot (ernstige) gebreksziekten. Maar de tekorten zijn epidemisch onder de honderden miljoenen ondervoeden in de Derde Wereld. Dat geldt vooral voor kinderen. Het aantal slachtoffers in het armere deel van de wereld is enorm.
‘Het is niet langer een kwestie van het behandelen van ernstige tekorten in individuen. Het is een kwestie van de hand uitsteken naar hele bevolkingen om hen te beschermen tegen de verwoestende gevolgen van zelfs gematigde vormen van vitaminen- en mineralengebrek.’
Carol Bellamy, uitvoerend directeur Unicef (1995-2005)
Over dit wereldprobleem verscheen in 2004 een rapport, dat in 2009 uitkwam in een geactualiseerde vorm met aanbevelingen. Het was gebaseerd op onderzoek van Unicef (het Kinderfonds van de Verenigde Naties) en het Micronutrient Initiative (MI), een non-profitorganisatie die campagne voert om voedingstekorten aan te pakken. Zij brachten de tekorten aan enkele belangrijke voedingsstoffen in kaart en constateerden dat bij één persoon vaak meerdere tekorten vóórkomen.
De onderzoekers stelden het aantal mensen wereldwijd met tekorten aan vitaminen en mineralen op tenminste twee miljard. Dat is zo'n 30 procent van de wereldbevolking. Het onderzoek was gebaseerd op gegevens uit tachtig landen (waar in totaal ruim driekwart van de wereldbevolking leeft) en had betrekking op kinderen. De onderzoeksresultaten kunnen echter ook behulpzaam zijn bij het formuleren van aanbevelingen voor ondervoede volwassenen .
Hieronder enkele conclusies over de tekorten aan vitamine-A, de B-vitamine foliumzuur en de mineralen jodium en ijzer.
Vitamine-A
Ons immuunsysteem, een ingenieus afweermechanisme tegen ziektes, behoeft onder meer voldoende vitamine-A. Het is een van de micronutriënten waaraan bijvoorbeeld ook grote delen van de Nederlandse bevolking een tekort hebben. Wij kunnen daar middels gezonde voeding en via voedingssuppletie in de vorm van bètacaroteen (‘pro-vitamine A’) in voorzien.
Het tekort aan vitamine-A in ontwikkelingslanden betekent een aantasting van het immuunsysteem van ongeveer 40 procent van de kinderen onder de vijf jaar. Jaarlijks sterven ongeveer een miljoen kinderen als rechtstreeks gevolg van dit tekort.
Jodium
Volgens het rapport worden in de onderzochte landen de intellectuele vermogens met 10 tot 15 procent verlaagd als gevolg van een tekort aan jodium. Dergelijke tekorten komen ook in het rijke deel van de wereld voor, zij het dat deze zijn afgenomen door onder meer het gebruik van broodzout. Het tekort uit zich bij kinderen in groeiachterstand en een verminderd leervermogen. In de door het rapport onderzochte landen leidt een jodiumtekort bij zwangere vrouwen tot de geboorte van achttien miljoen kinderen per jaar met geestelijke afwijkingen.
IJzer
De geestelijke ontwikkeling van kinderen tussen de zes maanden en twee jaar wordt geschaad door een tekort aan ijzer. In het Westen, waar ook onder volwassenen vaak een ijzertekort bestaat, kan dat bij kinderen onder meer het denkvermogen schaden. In de onderzochte landen geldt dat voor ongeveer de helft van alle kinderen.
Verder kennen wij ook de zogeheten ijzergebreksanemie, de meest voorkomende vorm van bloedarmoede. Bij vrouwen die net zwanger zijn, kan een ijzertekort bovendien leiden tot een kortere zwangerschap. De veel extremere tekorten onder de armen betekenen dat jaarlijks ruim 60.000 vrouwen sterven tijdens de zwangerschap of bij de geboorte van hun kind door deze vorm van bloedarmoede.
Foliumzuur
Tenslotte foliumzuur. Een tekort wordt bij ons onder andere in verband gebracht met hartaandoeningen. In de Derde Wereld is het volgens het rapport verantwoordelijk voor 10 procent van alle overlijdensgevallen door hartkwalen. Een van de weinige voorbeelden van schoorvoetend door de westerse geneeskunde geaccepteerde voedingssuppletie heeft betrekking op tekorten aan foliumzuur bij zwangere vrouwen. Gebrek aan deze vitamine leidt tot een verhoogde kans op spina bifida (‘open ruggetje’). Deze tekorten leiden in arme landen jaarlijks tot rond de 200.000 ernstige geboorteafwijkingen.
Initiatieven
Onder invloed van campagnes als van Unicef werden voedingsmiddelen verrijkt, bijvoorbeeld door jodium aan zout toe te voegen. Ook werden supplementen, bijvoorbeeld capsules vitamine-A, gedistribueerd. Dit laatste alleen al betekende dat tussen 1998 en 2001 bijna een miljoen kinderen bleven leven die anders een zekere dood gestorven waren.
Initiatieven op dit gebied zijn te melden uit onder meer Angola, Lesotho, Malawi, Mozambique, Swaziland, de Verenigde Arabische Emiraten, Zambia en Zimbabwe. In Jordanië werd het plan opgevat om schoolkinderen gratis supplementen in de vorm van vitamine C, B-vitaminen, vitamine D, foliumzuur en ijzer te verstrekken.
Ook milde tekorten gevaarlijk
Het rapport toonde aan dat ook beperkte tekorten desastreus kunnen zijn. Zo stelt het ten aanzien van vitamine-A:
‘Het is al lange tijd bekend dat gebrek aan vitamine-A een oorzaak was van een verzwakt gezichtsvermogen en blindheid. Maar eind jaren zeventig, begin jaren tachtig maakte onderzoek in Indonesië duidelijk (…) dat zelfs onder kinderen met een mild vitamine-A tekort en zonder medische symptomen het sterftecijfer 25 tot 30 procent hoger lag. Aanvankelijk met scepsis ontvangen, werden deze bijzondere bevindingen door studies in een aantal landen bevestigd. Vandaag wordt het geaccepteerd dat immuunsystemen in gevaar worden gebracht door vitamine-A gebrek en dat honderden miljoenen kinderen daardoor een verhoogd risico lopen op ziekte en vroegtijdige dood. [Volgens schattingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)] is vitamine-A gebrek verantwoordelijk voor 16 procent van de ziekten die worden veroorzaakt door malaria, voor 18 procent van de ziekten als gevolg van diarree en voor een aanzienlijk deel van de gevallen van acute ademhalingsinfecties en mazelen.’
Ook ‘milde tekorten’ kunnen dus grote gevolgen voor de gezondheid hebben. Zo leren we hieruit tegelijk iets voor onszelf, want deze tekorten komen in de welvarende wereld eveneens op grote schaal voor.