De fases van dementie
Bij iedereen is de term dementie redelijk bekend en ook iedereen weet dementie te wel koppelen aanvergeetachtigheid, maar wat is dementie precies en hoe gaat het verloop van deze ziekte?
Wat is dementie?
Dementie is eigenlijk een ander woord voor een hersenaandoening met als symptomen: cognitieve achteruitgang (achteruitgang in aangeleerde kennis zoals taalproblemen,problemen met handelingen, geheugenproblemen etc.), gedragsveranderingen, emotionele veranderingen en karakterverandering. Er zijn verschillende vormen van dementie en ze hebben allemaal één ding met elkaar gemeen. Door verandering in de hersenen kunnen de hersencellen niet meer goed functioneren en zullen uiteindelijk afsterven.
verschillende fases
De 1e fase, Beginnende dementie:
Deze fase is moeilijk te onderscheiden van ouderdomsvergeetachtigheid of met te veel stress of drukte. Deze fase duurt vaak 1 tot 2 jaar. De symptomen zijn zo vaag en worden niet door de persoon zelf herkent. Een aantal symptomen in het begin zijn:
- Lusteloosheid
- Minder initiatief
- Minder actieve deelname aan het sociale leven
- Het vergeten van namen en woorden
- Dingen dubbel vertellen
- Het kwijtraken van spullen
Uiteindelijk kunnen dementerenden in de beginfase ook steeds slechter inspelen op nieuwe situaties en het organiseren van dingen. De naasten moeten steeds vaker bijspringen om deze persoon ondersteunen. Vaak zien de betreffende mensen dit niet in of willen het gewoon niet inzien.
2e fase:
Voortgaande dementie: het word nu pas echt duidelijk dat de betreffende persoon lijdt aan dementie en deze persoon heeft steeds meer hulp nodig. Het is dan ook verstandig om thuiszorg of een oppasdienst in te schakelen. Deze fase duurt ongeveer 2 tot 3 jaar en gedurende de tijd neemt de behoefte aan hulp steeds meer toe. Er moet professionele verzorging aan te pas komen. Het douchen, aankleden en het uivoeren van dagelijkse gaan steeds moeizamer. Deze mensen worden ook niet altijd goed begrepen doordat ze woorden door elkaar halen of doordat de hele zinsopbouw anders is. Slapen gaat ook met veel onrust. In zorginstellingen kunnen ze deze persoon goed behandelen. Wanneer er iemand onrustig is word dat meteen gezien door sensoren en kan er hulp geboden worden om deze persoon weer te laten slapen. Doodgewone spullen als een mes, kopjes, handdoeken worden niet meer herkend. Het korte termijn geheugen mag er dan wel op achteruit gaan, maar het lange termijngeheugen heeft hier nog niet zoveel last van. Dit zorgt ervoor dat mensen zomaar ineens over iets van vroeger praten alsof ze het gisteren meegemaakt hebben. Dementerenden hebben namelijk in deze fase ook niet meer goed inzicht op de tijd. Ze gaan het verleden als het heden beschouwen. Fatsoensnormen vallen weg. De naasten van de betreffende persoon worden niet meer herkend. Dit is een pijnlijke fase voor de familie. De symptomen van dementie waren eerst nog te ontkennen maar nu moet deze persoon zich er toch echt bij neerleggen, ook al is het moeilijk te accepteren. Vanaf nu is een verzorgingstehuis niet meer te vermijden.
Dit is een fase waarin dementerenden zich niet meer veiliger voelen in hun omgeving. Omdat ze spullen kwijtraken denken ze dat iemand het gestolen heeft.
3e fase:
Het is noodzakelijk dat een dementerenden in deze fase in een verzorgingstehuis word ondergebracht wanneer de naasten niet meer in staat zijn om goede zorg te verlenen. Dementerenden in de 3e fase vertonen gedragsveranderingen die niet meer te hanteren zijn, zijn niet meer in staat zichzelf te verzorgen en ook voor de naasten nemen de problemen in de verzorging vaak problemen op. Het word gewoonweg te zwaar en in deze fase is de veiligheid van de dementerende en de omgeving in gevaar. Door de onverwachte emoties die van vrolijk ineens kunnen omslaan in woede die geuit word in geweld. Dementerenden verdwalen vaak in hun eigen wereldje.
De onrust neemt echter af. In deze fase zijn de dementerenden vaak ontspannen. Het gevoel van dreiging verdwijnt. Een voorbeeld hiervan is dat een dementerende een doel heeft en die wil verwezenlijken. De dementerende loopt naar zijn doel en ondertussen vergeet hij zijn doel weer en loopt weer terug om een nieuw bedacht doel te verwezenlijken. De dementerende loopt nu de hele tijd heen en weer en van dreiging is geen sprake meer omdat dat te snel weer vergeten word. Wat mij opviel in stellinghaven is dat inderdaad een aantal bewoners de hele tijd heen en weer lopen. De uitdrukking op hun gezichten is tevreden.
Een dementerende in de derde fase gaat steeds meer in het verleden leven en ziet de toekomst als heet verleden. Ook de fatsoensnormen vallen weg. In deze fase vinden dementerenden lichamelijk contact zoals een knuffel juist fijn. Het is belangrijk dat je in deze fase oogcontact maakt met de dementerenden maakt en een glimlach of een positieve gezichtsuitdrukking hebt. Zo zal een dementerende weten dat het goed zit vanwege het feit dat deze mensen niet alles begrijpen of verstaan wat je zegt.
Een positieve gezichtsuitdrukking of een positief/vrolijk geluid is voor hun wel te herkennen en zegt voor hun soms genoeg.
4e fase, eindstadium:
in deze fase gaan ook de lichamelijke functies achteruit. Vaak liggen deze mensen uiteindelijk alleen maar in bed. De mensen die nog mobiel genoeg zijn om te lopen zullen vaak sneller vallen. Een val kan het ziekteproces versnellen. Doordat de dementerende in deze fase vaak alleen maar ligt verstijft alles alleen nog maar meer. De eetlust neemt of en ook drinken gaat moeizaam. Hierdoor gaat verslechterd de weerstand en kansen op infecties nemen toe. Er ontstaan slikproblemen dat het eten en drinken alleen nog maar meer belemmerd. De dementerende is nu in een fase beland waarin het alles ermee stopt. Een dementerende sterft vaak niet aan de dementie zelf maar aan de complicaties van dementie. Bijvoorbeeld infecties. Deze fase kan soms wel tien jaar duren.