Katoenplukkersziekte
De katoenplukkersziekte is een ziekte van de luchtwegen: een longaandoening. Ze komt voor bij het veelvuldig inademen van plantaardige vezels, waaronder katoen. De ziekte komt vooral voor bij katoenplukkers, maar kan ook mensen treffen die er op een andere manier mee in aanraking komen.
Wat is de katoenplukkersziekte?
Over de katoenplukkersziekte is weinig bekend, omdat het in de westerse landen vrij weinig voorkomt. Het komt voornamelijk voor als beroepsziekte bij katoenplukkers in landen waar veelvuldig katoen wordt geteeld: Turkije, India en China zijn grote producenten van katoen. In deze landen wordt vaak ook handmatig katoen geplukt om de kosten laag te houden.
De katoenplukkersziekte is een longaandoening die wordt veroorzaakt door het inademen van stofdeeltjes, die afkomstig zijn van plantaardig materiaal. Dit kan zijn jute, hennep, vlas of in veel gevallen katoen. Het wordt ook wel tot de beroepsastma ingedeeld. Katoenplukkersziekte komt veel voor bij katoenplukkers die met de hand werken: waar het katoen dus niet machinaal wordt geplukt. Maar ook bij mensen die hobbymatig veel met plantaardige vezels werken, komt de katoenplukkersziekte voor.
Kenmerken van de ziekte
Het voornaamste kenmerk van deze ziekte is het hoesten en het ervaren van benauwdheid bij contact met plantaardige vezels. De luchtwegen raken vernauwd. Dit maakt het ademhalen moeilijk. In eerste instantie zal dit in aanvallen voorkomen. Echter, bij langdurig contact met met de vezels kan katoenplukkersziekte chronisch worden. Bij de chronische vorm ontstaat bronchitis en een verstoring van de longfunctie. De klachten lijken sterk op aanvallen van astma.
De veroorzaker
Het ontstaan van deze ziekte komt door het inhaleren van vezeldeeltjes. Echter, de precieze oorzaak lijkt te liggen in celwanddelen van bacteriën die zich op de vezels bevinden. In sommige gevallen is de ziekte erfelijk overdraagbaar, waardoor de katoenplukkersziekte binnen één familie meerdere malen voor kan komen. Dit wordt vooral gezien bij gezinnen die beroepsmatig met plantaardige vezels werken.
Behandeling
Voor een juiste behandeling, zal eerst onderzocht moeten worden of het om de katoenplukkersziekte gaat, of dat er sprake is van een andere luchtwegaandoening of infectie.
Wanneer de katoenplukkersziekte vast is gesteld, zal de eerste behandeling bestaan uit het vermijden van contact met de stofdeeltjes. Alleen door het wegnemen van de oorzaak, kan het lichaam herstellen. Vaak worden hierbij ook luchtweg-verwijdende middelen toegediend. Deze dienen tot het openen van de luchtwegen, waardoor ademhalen makkelijker gaat. Dit zijn inhalatiemedicijnen die vaak in de vorm van een verstuiver worden toegediend, en makkelijk zelf door de patiënt zijn toe te passen. Deze medicijnen werken het beste wanneer ze worden ingeademd.
In ernstige gevallen kan de arts corticosteroïden voorschrijven. Dit zijn ontstekingsremmende medicijnen, die een reproductie zijn van het eigen bijnierschorshormoon. Vaak worden deze ook als inhalator gebruikt: deze medicijnen moeten ingeademd worden.
Genezing en terugkeren van de ziekte
Men kan genezen van de katoenplukkersziekte met de juiste behandeling. Echter, blijft men altijd gevoelig voor deze longaandoening. Wanneer er opnieuw contact komt met vezels van plantaardig materiaal, is de kans groot dat de klachten ook weer terug keren. Belangrijk is daarom om tijdens en na de behandeling niet opnieuw in aanraking te komen met deze stofdeeltjes. In landen waar armoede heerst en de mensen afhankelijk zijn van hun werk als katoenplukker, ziet men deze ziekte vaker voorkomen en voortschrijden. Wanneer de ziekte eenmaal chronisch is, zullen de klachten verergeren en aan blijven houden. Er kunnen dan ernstige ademhalingsproblemen ontstaan.
In de westerse landen kan de katoenplukkersziekte ook voorkomen bij kinderen en volwassenen die veel werken met vezels als jute, kapok, katoen, hennep of vlas. Ook wanneer onderdelen in het huishouden bestaan uit lossen vezels, zoals bij jute vaak het geval is, kan de katoenplukkersziekte ontstaan. Vaak verdwijnen de klachten na het wegnemen van de producten. Mensen die hobbymatig of beroepsmatig met plantaardige vezels werken en last krijgen van aanvallen van benauwdheid gecombineerd met hoesten, kunnen het beste een tijd wegblijven van deze vezels. Wanneer de klachten afnemen en terugkeren bij opnieuw contact met deze vezels, dan is de oorzaak duidelijk.