Hypofyse-uitval: symptomen, diagnose, behandeling en oorzaak
Wanneer de hypofyse niet meer functioneert of nog slechts gedeeltelijk, spreekt men van hypofyse-uitval of hypopituitarisme. Dit ontstaat vaak als gevolg van een tumor aan de hypofyse of wanneer een hevige bloeding optreedt. De meeste hormonen die door de hypofyse worden geproduceerd zijn onmisbaar voor de mens.
De hypofyse
De hypofyse is een klein kliertje dat zich bevindt in een spleet van de schedel. Het kliertje zit achter de rug van de neus. De hypofyse stuurt verschillende klieren aan en maakt ook hormonen aan. Het kliertje zorgt ervoor dat onder meer de schildklier, de bijnieren en de geslachtsklieren worden geprikkeld. Wanneer de hypofyse slecht of niet meer functioneert, kunnen de gevolgen groot zijn. De hypofysevoorkwab maakt het bijnierstimulerend hormoon (ACTH) aan. Daardoor kunnen de bijnieren cortisol produceren. Dit is een stresshormoon dat een belangrijke functie heeft voor de bloeddruk. TSH (een schildklierstimulerend hormoon) zorgt ervoor dat de schildklier schildklierhormoon kan produceren. Groeihormoon zorgt ervoor dat kinderen kunnen groeien. Prolactine helpt moeders om melk aan te maken voor de baby. De geslachtshormoonstimulerende hormonen LH en FSH bevordert het aanmaken van onder meer oestrogeen en progesteron.
Symptomen
- Vermoeidheid
- Lage bloeddruk
- Hoofdpijn
- Verandering in gewicht
- Dorst
- Veel plassen
- Geen regelmatige ongesteldheid
- Snel kou hebben
- Weinig zin in seks
- Erecties zijn minder goed
De klachten zijn afhankelijk van de uitval van een of meerdere functies van de hypofyse.
Diagnose en behandeling
Wanneer een of meerdere functies van de hypofyse uitvallen, is het noodzakelijk om medicijnen te slikken om het tekort aan hormonen op te vangen. Deze medicatie dient een leven lang te worden gebruikt. Wanneer de hypofyse geheel of gedeeltelijk uitvalt, valt dit doorgaans niet meteen op. De schade door het disfunctioneren van de hypofyse kan groot zijn wanneer er niet tijdig wordt ingegrepen. Via een simpel bloedonderzoek kan gekeken worden of de hypofyse zijn taak nog goed vervult. Hieronder wordt uitgelegd welke tekorten kunnen optreden.
Tekort aan bijnierstimulerend ACTH: diagnose en behandeling
De bijnieren zullen slecht gaan functioneren wanneer de hypofyse niet langer het bijnierstimulerend hormoon ACTH aanmaakt. Symptomen zijn onder meer een lage bloeddruk, misselijkheid, duizeligheid en het verliezen van gewicht. Er kan een shock (Addinsonsecrisis) ontstaan wanneer een patiënt ook last krijgt van koorts, overgeven en diarree. Een dokter kan de diagnose stellen met een ACTH-test en een insulinetolerantietest. Bij een ACTH-onderzoek krijgt de patiënt een bepaalde hoeveelheid ACTH in het bloed. Via het meerdere keren prikken van bloed wordt gekeken of er een goede reactie van cortisol is. De insulinetolerantietest verloopt door een stressreactie in het lijf op te wekken met een lage concentratie van de bloedsuiker. Wanneer er weinig ACTH geeft de cortisol niet voldoende reactie. Behandeling geschiedt door het voorschrijven van hydrocortison.
Tekort aan TSH: diagnose en behandeling
Een tekort aan TSH wordt gemeten met het een bloedonderzoek. Patiënten hebben doorgaans last van onder meer het snel kou hebben, een trage hartslag en het snel dikker worden. Een tekort aan TSH kan worden opgevangen met het slikken van pillen met schildklierhormoon (ook wel thyrax genoemd).
Tekort aan LH en FSH: diagnose en behandeling
Een tekort van de hormonen en LH en FSH kan leiden tot een tekort aan testosteron bij mannen, waardoor onder meer erectieproblemen en (verminderde) onvruchtbaarheid kunnen optreden. Via bloedonderzoek kan snel onderzocht worden of een patiënt een tekort heeft aan LH en/of FSH. Behandeling geschiedt via het aanbrengen van een speciale zalf met testosteron op de huid, het innemen van pillen of het toedienen van injecties. Bij vrouwen treden klachten op als uit het niet meer ongesteld worden, het ontstaan van een veranderde menstruatiecyclus of symptomen die lijken op de overgang. De behandeling van vrouwen met een tekort aan vrouwelijk geslachtshormoon kan worden opgevangen met het slikken van tabletten of het plakken van pleisters met natuurlijke geslachtshormonen.
Tekort aan groeihormoon: diagnose en behandeling
Vaak is het pas na lange tijd duidelijk wanneer een patiënt een tekort aan groeihormoon heeft. Klachten nemen geleidelijk toe, zoals een toenemende vermoeidheid, botontkalking en het verliezen van spierkracht. Via een insulinetolerantietest kan worden gekeken of er daadwerkelijk sprake is van een tekort aan groeihormoon. De behandeling geschiedt via spuitjes met groeihormoon in de buik of in het been.
Tekort aan ADH (diabetes insipidus): diagnose en behandeling
Een tekort aan het antidiuretisch hormoon (ADH) leidt tot veel plassen en veel drinken. Wanneer de patiënt er niet in slaagt voldoende te drinken kan hij uitdrogen. Bij verdenking van een tekort aan ADH kan er bloed- en urineonderzoek worden gedaan. Bij een tekort aan ADH is er vaak sprake van diabetes insipidus. Deze aandoening wordt behandeld door het stimuleren van de ADH-productie met carbamazepine of thiazide. Wanneer dit niet voldoende is, dient de patiënt medicatie met ADH te gebruiken. Dit kan in tabletvorm of met een neusspray. Diabetest insipidus dient niet verward te worden met de suikerziekte diabetes.