Galblaasontsteking: symptomen, diagnose en behandeling
Een galblaasontsteking (cholecystitis) is een ontsteking aan de muur van de galblaas. De ontsteking treedt meestal op bij de uitgang van de galblaas. In de galblaas wordt galvloeistof tijdelijk opgeslagen. Deze galvloeistof vloeit via allerlei kanaaltjes naar de galblaas. Uiteindelijk belandt de galvloeistof in de dunne darm waar het vocht wordt gebruikt voor de vetvertering.
Symptomen
- Pijn in rechterbovenbuik
- Pijn wordt erger bij ademhalen
- Pijn straalt uit naar rechterschouderblad
- Rechterbovenbuik zeer pijnlijk bij indrukken buik
- Misselijkheid
- Overgeven
- Koorts of verhoging
- Ontkleurde ontlasting
- Donkere urine
Ontwikkeling van een galblaasontwikkeling
Een galblaasontsteking treedt op wanneer een steentje de verbinding tussen de galblaas en de galweg blokkeert. De gal kan daardoor niet meer weg. Daardoor hoopt de galvloeistof op om zich vervolgens uit te zetten. Vervolgens treedt een ontsteking van de darmwand op. Dit veroorzaakt pijn en vaak ook koorts. De galblaasontsteking kan langzaam verdwijnen waardoor uiteindelijk ook de pijn minder wordt en de koorts zakt. De ontsteking kan ook erger worden, waardoor de patiënt zieker wordt. Zo kan er een cyste ontstaan of de galblaas kan perforeren. Beide gevallen zijn levensbedreigend.
De functie van een galblaas
De galblaas is een builtje in de vorm van een peer en heeft een lengte van acht tot tien centimeter. In de blaas wordt galvloeistof gehamsterd. Via allerlei kanaaltjes belandt de gal uiteindelijk in de lever. Galvloeistof is een noodzakelijk vocht voor de vertering van vetten. De galblaas functioneert eigenlijk alleen als een orgaan waarin de vloeistof tijdelijk wordt opgeslagen. Galvloeistof is te herkennen als een vettig geelgroen vocht. In dit sap zitten water en slijm, maar ook de belangrijke stoffen galzouten, bilirubine en cholesterol. Galzouten perken de vetten in, zodat de dunne darm het vet beter verwerkt. Bilirubine wordt ook wel galkleurstof genoemd. Deze stof zorgt ervoor dat de poep er bruin uitziet. Een mens kan zonder galblaas leven. Wanneer de galblaas ontbreekt, loopt de galvloeistof meteen via de lever naar de dunne darm.
Diagnose
Wanneer de huisarts een vermoeden heeft van een galblaasontsteking, volgt eerst een lichamelijk onderzoek en een bloedonderzoek. Onderzoek van het bloed kan een ontsteking aantonen, maar ook kan gekeken worden of de lever nog goed functioneert en of er sprake is van een gereduceerde afwatering van galvloeistof. Bij een vermoeden van een galblaasontsteking, wordt de patiënt in de meeste gevallen doorverwezen naar het ziekenhuis. Via echografisch onderzoek kan worden gekeken of er galsteentjes zitten in de galblaas of in de galwegen. Bij een ontsteking is ook een uitwas te zien van de galblaaswand. Een echo zorgt niet altijd voor duidelijkheid. Voor aanvullende beeldvorming kan de arts kiezen voor het maken van een CT-scan of een MRI-scan. Via deze onderzoeken kunnen de galblaas en de lever nauwkeurig in kaart worden gebracht.
Behandeling
De behandeling van een galblaasontsteking hangt af van het stadium waarin de infectie zich bevindt. Wanneer de ontsteking nog jong is, volgt een operatie waarbij de ontstoken galblaas wordt weggehaald. Een chirurgische ingreep is niet altijd mogelijk bij een plotselinge ontsteking. De patiënt wordt dan in het ziekenhuis opgenomen en moet bedrust houden. Via een infuus krijgt de cliënt antibiotica en pijnstillers toegediend. De galblaas komt op die manier tot rust. Meestal wordt de galblaas na enkele maanden alsnog weggehaald via een kijkoperatie, ook wel bekend als een sleutelgatoperatie. Onmiddellijk opereren is nodig wanneer zich in de galblaas een abces ontwikkelt of wanneer er sprake is van een galblaasperforatie. Het weghalen van galstenen kan af en toe ook door ERCP. De arts gaat dan met een endoscoop (een slangetje met een camera) de galblaas binnen. Via een grijper aan de slang kan de arts de galstenen vastpakken en verwijderen.
Oorzaak en risicofactoren
Meestal wordt een cholecystitis veroorzaakt door een galsteen. De aandoening komt doorgaans alleen voor bij patiënten van 40 jaar en ouder. Vrouwen krijgen vaker te maken met een galsteenontsteking dan mannen. Extra risicofactoren zijn zwaarlijvigheid en het eten van veel vetrijke producten.