Kinderziekte - Rode hond
Rode hond is een zeer besmettelijke kinderziekte. Juist om deze besmettelijkheid is het belangrijk dat u weet wanneer u te maken heeft met rode hond. De ziekte mag dan wel een onschuldig verloop hebben voor geboren kinderen, maar voor ongeborene kan het ernstige gevolgen hebben. Een vrouw in verwachting heeft een grote kans dat zij een kind met onder andere een zwak hart, oog- en gehoorafwijkingen op de wereld zet wanneer zij besmet raakt met het virus dat rode hond veroorzaakt.
Artikel inhoud
In dit artikel vindt u informatie aangaande de kinderziekte de rode hond:
- Algemene informatie
- Ziekteverwekker
- Manier van besmetten
- Incubatietijd
- Ziektesymptomen
- Ziekteverloop
- Complicaties
- Behandeling / verzorging
- Vaccinatie
- Melding bij de GGD
Rode hond
Rode hond is vaak een ziekte zonder ernstig verloop. Het virus dat rode hond veroorzaakt is vooral gevaarlijk voor vrouwen die 3 of minder maanden in verwachting zijn. De kans op een miskraam is groot en aangezien de moeder het virus op het ongeboren kind kan overdragen kan het kind geboren worden met afwijkingen. Wanneer een vrouw tijdens de zwangerschap besmet is geraakt met rode hond, heeft het kind kans op een zwak hart, oogafwijkingen, slechthorendheid/doofheid, een groeiachterstand, een tekort aan bloedplaatjes, lever- of miltvergroting, aandoeningen van het zenuwstelsel, botafwijkingen of afwijkingen aan de urinewegen. Ook na de eerste 3 maanden van de zwangerschap is een ongeborene nog niet veilig voor de ziekte. De gevolgen zijn echter wel minder erg. Vaak wordt er een ontwikkelingsachterstand en afwijkingen in het afweersysteem geconstateerd. Een bekend Nederlands voorbeeld van een kind dat tijdens de zwangerschap besmet is geraakt, is prinses Christina (Marijke). Zij is de dochter van koningin Juliana, die tijdens haar zwangerschap rode hond kreeg. Prinses Christina heeft hierdoor een oogafwijking opgelopen.
Ziekteverwekker
Rode hond wordt veroorzaakt door het rubella virus.
Manier van besmetten
Het rubella virus bevindt zich in de vochtdruppeltjes afkomstig uit de neus en mond van het besmette kind. De ziekte wordt dus vooral overgedragen door hoesten en niezen, maar ook voorwerpen die in aanraking gekomen zijn met het speeksel van de patiënt kunnen het virus verspreiden. Denk aan voorwerpen als bekers, bestek, speelgoed dat in de mond genomen wordt, etc.
Rode hond is 10 dagen voor en 7 dagen na het uitbreken van de vlekjes besmettelijk. Een besmet persoon steekt gemiddeld zo’n 7 tot 8 personen aan tijdens zijn ziekte.
Incubatietijd
Incubatietijd is de tijd tussen de besmetting en de uitbraak van de ziekte. De incubatietijd van de bof is 14 tot 21 dagen.
Ziektesymptomen
- Lichte verhoging
- Gezwolle klieren achterin in de nek en achter oren
- Pijnlijke gewrichten
- Uitslag (Kleine platte rode vlekjes, die ontstaan in het gezicht en achter de oren en zich van daaruit verder verspreiden over het lichaam. De vlekjes jeuken niet.)
Verloop van de ziekte
Meestal begint de ziekte met een verkoudheid. Vooral oudere kinderen en volwassen hebben last van gevoelige klieren in de nek en achter de oren. Ook kunnen zij last krijgen van de gewrichten (voornamelijk het vrouwelijk geslacht) en hangerigheid.
De temperatuur van het kind loopt op tot een lichte verhoging. Na een dag ontstaat de kenmerkende uitslag. Er ontstaan roodroze vlekjes in het gezicht en achter de oren. Binnen een paar uur verspreidt deze uitslag zich over het hele lichaam. Soms vloeien de vlekken samen waardoor het lijkt alsof het kind een rode huidskleur heeft. Deze samenvloeiing vindt vooral plaats in het gezicht. Een paar dagen later verdwijnt de uitslag. De gezwollen klieren achter de oren en in de nek kunnen nog enkele weken zichtbaar blijven.
Complicaties
- Tekort aan bloedplaatjes
- Hersenontsteking
- Hersenvliesontsteking
- Gewrichtsontstekingen in vingers, pols en/of knieën
Complicaties bij kinderen waarvan de moeder tijdens de zwangerschap besmet is geraakt:
- Zwak hart
- Oogafwijkingen
- Slechthorendheid/doofheid
- Groeiachterstand
- Tekort aan bloedplaatjes
- Lever- of miltvergroting
- Aandoeningen van het zenuwstelsel
- Botafwijkingen
- Afwijkingen aan de urinewegen
- Ontwikkelingsachterstand
- Afwijkingen in het afweersysteem
Behandeling / verzorging
Er is geen specifieke genezende behandeling voor een patiënt die besmet is met rode hond. Het kind kan verzorgd worden zoals gedaan wordt bij een verkoudheid. Geef het kind voldoende te drinken en mogelijk een paracetamol om de verhoging/koorts te verlagen. Wanneer een kind rode hond heeft is het vooral zaak om de omgeving te waarschuwen, met name vrouwen die in verwachting zijn. Meld de ziekte bij organisaties (kinderdagverblijf, school, etc.) waar het kind naartoe gaat.
Waarschuw de dokter bij:
- Tekenen van hersenvliesontsteking
- Gewrichtspijn
Vaccinatie
De vaccinatie voor rode hond is vooral in het leven geroepen omdat het rubella virus zo gevaarlijk is voor het ongeboren kind. In eerste instantie werden enkel meisjes met het vaccin geïnjecteerd. Maar omdat sommige vrouwen de vaccinatie miste, of geen antilichaampjes aanmaakte en jongetjes het virus nog steeds konden overdragen, bleven er kleine epidemieën ontstaan. Om deze reden worden tegenwoordig alle kinderen 2 maal ingeënt. De eerste vaccinatie vindt plaats wanneer een kind 14 maanden oud is. 5 tot 10 % van de kinderen hebben last van bijwerkingen als: huiduitslag, koorts en/of gewrichtspijn. Na 1 à 2 dagen zijn deze verschijnselen voorbij. Het tweede vaccin wordt gegeven omdat het eerste vaccin bij 5 % van de kinderen niet aanslaat. Na de tweede vaccinatie is een kind volledig immuun voor het rubella virus. Een kind is trouwens ook volledig immuun voor het virus wanneer het al een maal de ziekte onder de leden heeft gehad. Vrouwen die in verwachting zijn mogen geen vaccinatie krijgen, omdat het vaccin een verzwakt levend wezen is.
Melden bij de GGD?
Wanneer er binnen 2 weken 2 maal de bof wordt geconstateerd bij kinderen binnen dezelfde organisatie (school, kinderdagverblijf, etc.) is de organisatie verplicht een melding te maken bij de GGD.