Zwanger: nesteldrang
Nesteldrang komt voor bij de zwangere vrouw en komt het meest tot uiting ruim één maand voor de bevalling. Toch kan nesteldrang al vanaf de tweede helft van de zwangerschap voorkomen. Mannen kunnen soms ook last hebben van nesteldrang, aangestoken door hun zwangere vrouw.
Wat is nesteldrang?
Nesteldrang kennen we voornamelijk bij dieren: een zwanger konijn dat enkele uren tot enkele dagen voor de geboorte haar nest maakt of een hond die vlak voor de bevalling op diverse plaatsen gaat graven/krabben of zich verstopt.
Nesteldrang komt ook bij zwangere vrouwen voor. Uiteraard gaat een zwangere vrouw vlak voor de bevalling geen kuilen graven en een nest maken, maar uit haar nesteldrang op een andere manier. Bijna iedere zwangere vrouw vertoont in een bepaalde mate nesteldrang. Nesteldrang vertoont zich meestal vanaf de tweede helft van de zwangerschap, en komt het meest tot uiting één maand voor de bevalling. De ene vrouw heeft een sterke nesteldrang, terwijl de ander er nauwelijks mee bezig is.
Hoe komt de nesteldrang tot uiting?
Nesteldrang uit zich voornamelijk in schoonmaken en opruimen. De zwangere vrouw gaat veel grondiger schoonmaken dan ze voorheen deed. Ineens lijkt ze ieder stofje en ieder vuiltje op te merken. De voegen van de badkamer worden met een tandenborstel geboend, de vloer wordt op de knieën stevig gedweild en de babykleertjes worden tot wel vijfmaal toe gewassen en gestreken.
Voor sommige vrouwen is dit zeer vermoeiend: naast de toch al zware zwangerschap, wordt er nu ook extra veel van het lichaam gevraagd. Veel vrouwen houden het na een tijdje dan ook voor gezien. De sterkste nesteldrang komt naar boven rond één maand voor de bevalling. Het hormoon prolactine is hier verantwoordelijk voor.
Het oergedrag
Nesteldrang is op zich geen vreemd verschijnsel, het stamt nog uit de tijd dat nesteldrang een echte functie had. De omgeving voor de baby moest warm, schoon en veilig zijn. Insecten werden verjaagd, er werd materiaal verzameld om als wiegje te dienen en vuil werd weggeveegd. Bovenal werd er een veilige bevallingsplek uitgezocht. Het is te vergelijken met een vogeltje dat het nest klaar maakt voor haar jongen.
Tegenwoordig hoeven we ons niet meer te weren tegen roofdieren, gevaarlijke insecten of takken met doorns. We kopen een complete babykamer, zetten de verwarming hoger en slapen in ons eigen warme bed. Ook over de bevalling hoeven we ons geen zorgen te maken: met één telefoontje is daar de verloskundige, die ons door de bevalling heen helpt en medisch kan ingrijpen. Toch blijft de nesteldrang bestaan: het zorgt ervoor dat we de babykamer op orde willen hebben, alles veilig en warm is. Omdat we tegenwoordig niet veel moeite meer hoeven te doen om alles klaar te krijgen, breidt de nesteldrang zich ook uit naar kamers waar de baby helemaal niet hoeft te komen de eerste weken.
Nesteldrang bij de man
Ook de aanstaande vader kan aangestoken worden door nesteldrang. Vaak uit zich dit in het verbouwen van een kamer, klussen in huis af te maken of de schuur grondig op te ruimen. Mannen die eerder al in huis poetsten, zullen nu wat vaker en grondiger gaan poetsen.
Ook bij de man komt de nesteldrang vaak één maand voor de geboorte tot uiting. Hoewel mannen dit niet onder invloed van het zwangerschapshormoon doen, worden ze hiertoe wel aangezet door hun zwangere vrouw. Wanneer de vrouw nesteldrang gaat vertonen, zal de man vaak onbewust dit gedrag overnemen en druk gaan klussen in huis.
Voor sommigen mannen lijkt de nesteldrang bij vrouwen een overbodige luxe. Toch is het beter voor de man om de vrouw haar gang te laten gaan. Nesteldrang is een oerinstinct dat niet te weerstaan is. Beter is om eraan toe te geven, anders veroorzaakt dit alleen maar onrust bij de vrouw. De man kan een handje helpen of erop toezien dat de vrouw geen gevaarlijke stunts gaat uithalen. Menig zwangere vrouw met nesteldrang gaat erg ver in het schoonmaken en klimt op gevaarlijke trapjes, opstapjes en kruipt overal in of onder.
Nesteldrang en winkelen
In de oertijd moest de zwangere vrouw materiaal verzamelen dat nuttig was voor de baby: zachte bladeren, veren, stevige takken. In onze moderne tijd hebben zwangere vrouwen die verzamelwoede nog steeds in de vorm van aankopen. Ondernemers maken hier dankbaar gebruik van door grote warenhuizen vol babyartikelen te openen. De ene winkel is nog groter dan de ander en biedt een uitgebreid assortiment vol nuttige, maar veelal ook nutteloze spullen voor de baby.
Een zwangere vrouw met nesteldrang is niet te houden: met de pinpas stevig in haar hand geklemd koopt ze bijna een hele babywinkel leeg. De man doet er goed aan om de aankoopbonnen goed te bewaren: op deze manier is het mogelijk om de nutteloze aankopen weer terug te brengen.