Wat is IUI (intra-uteriene inseminatie)?
IUI staat voor Intra-uteriene inseminatie. Bij een IUI wordt het sperma via een slangetje rechtstreeks in de baarmoeder ingebracht, om zo de weg naar de eicellen te verkorten. Hierdoor verhoogt de kans op een bevruchting van een eicel. Om die kans nog verder te vergroten, wordt de kwaliteit van het sperma eerst verhoogd, door het voor te bewerken in een laboratorium. Op de dag van de IUI moet de man zijn sperma produceren in een klinische omgeving, dus in een speciale kamer van het ziekenhuis. Dit wordt na voorbewerking ingebracht.
Voor wie is IUI bedoeld?
IUI is een behandeling die wordt ingezet als er sprake is van verminderde vruchtbaarheid. Voorwaarde is wel dat er geen grote afwijkingen in het sperma zijn, wat betreft aantal, beweeglijkheid en vorm van de zaadcellen. Ook moeten de eileiders van de vrouw goed doorgankelijk zijn. In de volgende gevallen kan IUI een goede behandeling zijn:
- Als er bij beide partners geen duidelijke oorzaken zijn gevonden voor verminderde vruchtbaarheid.
- Als bij de vrouw sprake is van een lichte vorm van endometriose.
- Bij ‘vijandig’ baarmoederhalsslijm of te weinig slijm, waardoor de spermacellen de baarmoedermond minder goed kunnen passeren.
- Bij ovulatiestoornissen, bijvoorbeeld als er onvoldoende eicellen vrijkomen.
- Bij een verminderde vruchtbaarheid van de man, waarbij er wel, na voorbewerking, minsten 3 miljoen beweeglijke zaadcellen moeten zijn.
- Als de man antilichamen aanmaakt tegen zijn eigen spermacellen, waardoor ze aan elkaar vast gaan zitten en niet meer kunnen bewegen. Bij de voorbewerking van het sperma kunnen deze antilichamen deels worden verwijderd.
IUI met of zonder hormoonkuur
IUI kan worden toegepast met of zonder hormoonkuur. Zonder hormoonkuur betekent dat de natuurlijke cyclus van de vrouw wordt gevolgd.
IUI in de natuurlijke cyclus
Wanneer IUI wordt toegepast in de natuurlijke cyclus, dan moet bij de vrouw middels dagelijks urineonderzoek dan wel bloedonderzoek bepaald worden wanneer de eisprong (ovulatie) plaatsvindt. De IUI wordt dan gedaan rond het tijdstip van de ovulatie. IUI in de natuurlijke cyclus wordt vooral toegepast in het geval van problemen met het baarmoederhalsslijm, als de man antilichamen tegen zijn sperma aanmaakt en of wanneer de man een laag aantal beweeglijke zaadcellen heeft.
IUI met hormoonkuur
In andere gevallen wordt IUI meestal gecombineerd met hormoonpreparaten. De vrouw krijgt dan iedere dag hormoonpreparaten toegediend (gonadotrofines) om twee tot drie eiblaasjes te ontwikkelen. Hiervoor worden soms ook tabletten gebruikt, maar het gebruik van injecties is effectiever gebleken. Als de eicel voldoende tot rijping is gekomen wordt een injectie toegediend om de eisprong op te wekken. De eisprong vindt dan meestal 36-40 uur na de injectie plaats en de IUI gebeurt dan op de dag van de verwachte eisprong. Tijdens de behandeling met hormoonpreparaten vinden regelmatig controles plaats om te zien hoe de eierstokken op de stimulatie reageren. Omdat er meerdere eiblaasjes worden ontwikkeld is er een verhoogde kans op een meerling, wat verhoogde risico’s met zich mee kan brengen. Als tijdens de controle blijkt dat er meer dan drie eiblaasjes ontwikkelen dan wordt de behandeling over het algemeen gestopt. De controles worden gedaan door bloedonderzoek en/of echografie.
Risico’s van de behandeling
Over het algemeen zijn er weinig risico’s verbonden aan IUI. Soms wordt een behandeling (tijdelijk) gestopt omdat de kans op een meerling te groot wordt vanwege het ontwikkelen van meer dan drie eiblaasjes. Bij een zwangerschap van een meerling bestaat er een grotere kans op een miskraam of op de geboorte van baby’s met een lager geboortegewicht. Door met een lage dosering hormoonpreparaat te starten en dit geleidelijk op te bouwen, wordt dit risico beperkt. Dit in combinatie met de controles tijdens behandeling maakt de kans op een meerling kleiner dan tien procent. Een zeldzame aandoening die kan voorkomen is OHSS (ovarieel hyperstimulatiesyndroom). De eierstokken zetten dan fors op omdat er teveel eiblaasjes groeien. Er ontstaat dan buikpijn en er kan vochtophoping voorkomen in de buikholte. Als dit optreedt wordt de behandeling onderbroken.
Slagingskans van de behandeling
Per cyclus ligt het percentage succes van IUI gecombineerd met hormoonpreparaten op vijftien procent. Bij verminderde vruchtbaarheid van de man is dit rond de tien procent. Na zes behandeling ligt de kans op een zwangerschap rond vijftig procent.
Als na zes pogingen IUI nog niet tot een zwangerschap heeft geleid, dan wordt over het algemeen een andere behandeling aanbevolen, zoals IVF of ICSI.
Waarom niet gelijk IVF?
Het streven van de behandeling is altijd om de zwangerschap op een zo natuurlijk mogelijke manier tot stand te brengen. Als de natuur toch een handje geholpen moet worden dan ligt de keuze waar mogelijk eerst bij IUI. Dit omdat IUI in het eigen lichaam van de vrouw plaatsvindt. Verder is de kans van slagen groter met IUI als er sprake is van een lage eicelreserve bij de vrouw. Omdat er dan minder eicellen ‘geoogst’ kunnen worden, heeft IVF een lager slagingspercentage.