HPL hormoon en zwanger
HPL is een hormoon dat soms verward wordt met het zwangerschapshormoon HCG. Veel mensen weten best wel wat HCG is, maar voor HPL wordt het toch lastiger uit te leggen waar het vandaan komt en waartoe het dient. Het hormoon speelt een belangrijke rol ter voorkoming van afstoten van de vrucht en reguleert de groei van de baby. Ook remt het de aanmaak van moedermelk. Is HPL aantoonbaar in het bloed en wat als je dit hormoon niet aanmaakt?
Wat is HPL?
HPL staat voor Humaan Placental Lactogen en is een zwangerschapshormoon. HPL moet niet verward worden met HCG: Humaan Chorion Gonadotrofine. HCG is de stof wie een zwangerschapstest meet in de urine. HPL is een hormoon dat veel mensen amper kennen of er ooit van gehoord hebben. Toch is het een heel belangrijk hormoon.
Wanneer wordt het aangemaakt?
Dit hormoon wordt pas na de innesteling aangemaakt, net als het HCG-hormoon. Het HPL-hormoon wordt door de placenta geproduceerd en start vrij snel na de innesteling, ongeveer met 3.5 tot 4 weken zwangerschap. Met 5 weken is HPL in het bloed van de vrouw aantoonbaar. Iedere zwangere vrouw maakt via de placenta HPL aan. Zonder dit hormoon kan de zwangerschap niet blijven bestaan. Het maximale niveau voor HPL bedraagt 5-7 mg / L. Bij een meerlingenzwangerschap worden hogere waarden aangetroffen.
Groeihormoon en andere functies
HPL vervuld een aantal belangrijke functies. Als eerste zorgt dit hormoon ervoor dat de vrucht niet wordt afgestoten. De helft van de bevruchte eicel bestaat namelijk uit niet-lichaamseigen materiaal: het DNA van de vader. Normaal gesproken stoot het lichaam niet lichaamseigen materiaal of weefsel direct af. Dit is een logisch en belangrijk overlevingsmechanisme. Maar bij een zwangerschap is dit nou net iets dat we niet willen. HPL werkt hier samen met HCG. HCG zorgt ook ervoor dat het vruchtje niet afgestoten wordt door bepaalde processen in het lichaam stil te leggen zoals het afstoten van het baarmoederslijmvlies en de menstruatie.
HPL is tevens een belangrijk groeihormoon voor de ongeboren baby. Het reguleert onder andere de suikerstofwisseling (koolhydraten). Zo maakt het de gevoeligheid voor insuline minder. Insuline is een hormoon dat ervoor zorgt dat we vet als energiebron weinig tot niet aanspreken. Insuline houdt dus vet vast. Het HPL-hormoon zorgt ervoor dat er minder op insuline gereageerd wordt waardoor vet als energiebron verbruikt wordt. Hierdoor krijgt de foetus belangrijke voedingsstoffen binnen die nodig zijn voor de groei en ontwikkeling. De aanvoer van glucose naar de baby toe wordt door HPL bevordert. HPL breekt daarnaast insuline af bij de moeder zodat de insulinespiegel bij de baby op peil wordt gehouden. Het hormoon is in staat de groei van de foetus te blijven stimuleren ondanks ondervoeding bij de moeder.
HPL remt het hormoon prolactine. Prolactine is verantwoordelijk voor de aanmaak van moedermelk. De prolactinespiegel heeft tijdens de zwangerschap de neiging om te stijgen. Dit verklaart waarom zwangere vrouwen gedurende de zwangerschap al een melkachtige vloeistof aanmaken. Prolactine remt tevens de ovulatie. HPL remt juist prolactine om ervoor te zorgen dat er geen moedermelk wordt aangemaakt. Na de bevalling verdwijnt HPL snel uit het lichaam en maakt plaats voor prolactine, waardoor de borstvoeding op gang komt.
Het hormoon aantonen
Het hormoon kan iets zeggen over de groei van de baby. Toch wordt het al heel lang niet meer gebruikt om de groei en ontwikkeling van de baby aan te tonen. Hier zij andere en meer betrouwbare methoden voor. Er zijn zwangerschappen waarbij het niveau van het HPL-hormoon zo laag is dat deze niet aangetoond kon worden. Dit ondanks een verder prima verlopende zwangerschap en de geboorte van een gezonde baby.
Zwangerschapsdiabetes
Het hormoon heeft ook een nadeel: het is verantwoordelijk voor zwangerschapsdiabetes. Het hormoon maakt het lichaam ongevoeliger voor insuline. daardoor kunnen de bloedsuikerspiegels soms erg hoog worden, vooral wanneer er teveel koolhydraten in de vorm van suiker wordt ingenomen (snoep, koek, gebak). Zwangerschapsdiabetes kent een aantal nadelen. Zo kan er blijvende diabetes ontstaan na de bevalling. De baby is vaak wat zwaarder dan normaal. Vaak wordt er een dieet geadviseerd waarbij vooral de koolhydraten sterk verminderd worden. In ernstige gevallen zal men over moeten gaan tot de toediening van insuline in de vorm van injecties. Zwangerschapsdiabetes kan na de bevalling weer geheel verdwijnen, maar nacontrole is altijd aan te raden. Gelukkig controleren verloskundigen en artsen tegenwoordig regelmatig zwangere vrouwen op hun bloedsuikerspiegel en kan daardoor zwangerschapsdiabetes vroegtijdig opgemerkt worden.
Lees verder