Inleiden van een zwangerschap - Kunstmatige bevalling
Soms is het medisch noodzakelijk een bevalling in te leiden oftewel kunstmatig op gang te brengen. Als de zwangere vrouw over tijd is of als de vliezen langdurig gebroken zijn kan dit een aanleiding zijn tot inleiden van de bevalling. Ook als de toestand van de zwangere of van de baby verslechterd kan men beter de bevalling kunstmatig op gang brengen. Hoe wordt een zwangerschap ingeleid en wanneer is inleiding mogelijk? In dit artikel lees je er meer over.
Kunstmatige bevalling
Bij een kunstmatige bevalling wordt de bevalling ingeleid met behulp van medicijnen. Het zorgt ervoor dat weeën worden opgewekt zodat er alsnog een normale bevalling plaats kan vinden. Het inleiden van een bevalling gebeurt altijd in het ziekenhuis onder verantwoordelijkheid van de gyneceaoloog. Het opwekken van weeën oftewel inleiden van de bevalling gebeurt meestal op een tijdstip waarop de toestand van de baby nog goed is en het een normale bevalling kan doorstaan.
Hoe wordt een zwangerschap ingeleid?
Vóórdat de inleiding kan beginnen, moet gekeken worden of de baarmoedermond rijp is. Als dat het geval is, is het mogelijk de bevalling in te leiden. Als de baarmoedermond nog niet rijp is, moet het eerst rijp worden gemaakt.
Rijp maken van de baarmoedermond.
Het "rijp maken van de baarmoedermond" wordt ook wel "primen" genoemd.
Een onrijpe baarmoedermond is nog lang en voelt stevig aan en meestal is er dan nog geen ontsluiting. Eem rijpe baarmoedermond is korter en voelt zacht aan. Vaak is er dan al wat ontsluiting en dat betekent dat de inleiding kan beginnen.
Als de baarmoedermond nog niet rijp is, wordt meestal 1-3 dagen vóór de inleiding een gel vaginaal ingebracht. Deze gel bevat het hormoon Prostaglandinen, die de rijpheid bevorderen en weeën kunnen opwekken. Prostaglandinen zijn er in tabletvorm, in gelei-vorm (gel) en in de vorm van een kleine tampon. Soms worden dunne staafjes ingebracht die opzwellen in de baarmoedermond. Het inbrengen van de gel gebeurt met de vingers en soms d.m.v. een ballonkatheter. De gel kan ook met een spuitje worden ingebracht. De methode hangt af van de gyneacoloog, maar het kan ook liggen aan de conditie van de baarmoedermond. Soms is het noodzakelijk de behandeling te herhalen. Na "het rijp maken" wordt de conditie van de baby voortdurend gecontroleerd d.m.v een CTG-apparaat (Cardiotocogram). Het CTG-apparaat maakt een hartfilmpje van de baby.
Heel soms is er na zo'n behandeling geen inleiding meer nodig. De weeën blijven soms gewoon doorzetten, waardoor een natuurlijke zwangerschap toch kan optreden.
De inleiding.
Als de baarmoedermond rijp is, kan de inleiding beginnen. Als eerste worden de vliezen gebroken (als die nog intact zijn) om te kijken of toch spontane weeën ontstaan. Indien dit niet gebeurd, wordt een infuus ingebracht in de arm. Dit infuus bevat het hormoon Oxytocine. De dosis van dit hormoon wordt geleidelijk aan verhoogd, waardoor de weeën geleidelijk toenemen. Meestal wordt ieder half uur de dosering iets verhoogd.
Tijdens de inleiding wordt over het algemeen de conditie van de baby en de weeënactiviteit continu geregistreerd d.m.v het CTG-apparaat. Dat betekent dat de mobiliteit van de zwangere vrouw enigszins wordt verhinderd, doordat ze verbonden is aan het apparaat. Als er al ontsluiting is kan ook besloten worden om een schedel-electrode vaginaal in te brengen en te plaatsen op het hoofdje van de baby. Op deze manier is directe hartslag-registratie mogelijk. Soms wordt er ook een slangetje ingebracht in de baarmoeder om d.m.v. een druksysteem de weeënactiviteit te meten. Registratie van de weeën kan ook uitwendig d.m.v. een band om de buik.
Hoe voelt het?
Weeën die d.m.v een inleiding zijn opgewekt zijn vaak heftiger en langduriger. Ze zijn vaak wat pijnlijker dan bij een natuurlijke bevalling. De perioden van ontspanning tussen de weeën zijn vaak korter. Hierdoor is de bevalling wat zwaarder dan normaal. Echter iedere vrouw reageert verschillend op de hormonen.
Hoe lang duurt het?
De tijd tussen het inbrengen van het infuus en de geboorte is voor iedereen verschillend. Hoe rijper de baarmoeder, hoe sneller de ontsluiting. De geboorte van het kind vindt over het algemeen binnen 24 uur plaats. Verder verloopt de bevalling eigenlijk gewoon als een normale bevalling; het persen en de geboorte.
Redenen tot kunstmatige bevalling
Er zijn verschillende redenen om te kiezen voor een kunstmatige bevalling.
Serotiniteit
Dit is een medische term voor "over tijd zijn". Wanneer de zwangerschap langer duurt dan is verwacht, spreek je over serotiniteit. Een normale zwangerschap duurt ruim 40 weken. Een normale bevalling vindt plaats in de periode van drie weken voorafgaand tot twee weken na afloop van deze datum. Wanneer er in de 42ste week nog geen bevalling op treedt is de zwangere vrouw over tijd. Bij serotiniteit kan de toestand van de baby achteruit gaan, omdat het vruchtwater geleidelijk afneemt. De baby kan zuurstoftekort krijgen en er is een grotere kans dat de baby zijn eerste ontlasting (meconium) al uitwerpt. Het vruchtwater kleurt dan groen. Dit komt waarschijnlijk doordat de functie van de placenta achteruit gaat. In zo'n situatie moet de zwangere sneller bevallen.
Langdurig gebroken vliezen
Het breken van de vliezen is meestal een teken dat de bevalling nadert. Wanneer er 24 uur na het breken van de vliezen nog geen bevalling is, dan kan inleiden van de zwangerschap noodzakelijk zijn. Soms komen de weeën alsnog vanzelf op gang, maar ziekenhuisopname is aan te raden i.v.m de verhoogde kans op infecties. Wanneer 3 dagen na het breken van de vliezen nog geen teken van weeën zijn, dan betekent dat vaak dat de weeën ook niet vanzelf zullen komen. Een inleiding van de zwangerschap is dan noodzakelijk. Wanneer vóór de 37ste week de vliezen al breken, wordt meestal gewacht (zolang er nog geen infectie is) met de hoop dat de weeën spontaan op gang komen.
Als de placenta niet meer goed functioneert
De placenta oftewel moederkoek moet de baby voorzien van voldoende zuurstof en voedingsstoffen. Als de placenta zijn functie niet goed kan uitoefenen kan de baby zuurstofgebrek krijgen en te weinig voedingsstoffen binnen krijgen. Verslechtering van de placenta komt vaker voor bij zwangeren met diabets of hoge bloeddruk. Om het kindje uit het gevaar te halen is het verstandig om de zwangerschap in te leiden.
Als de baby niet goed groeit
Als het blijkt dat de baby aan "te klein" is, kan de oorzaak zijn dat hij te weinig voedingsstoffen binnenkrijgt. Te weinig vruchtwater is ook meestal de oorzaak van een "te kleine" baby. Als de conditie van de baby erg verslechterd is het beter de zwangerschap in te leiden.
Toestand van de zwangere vrouw
Als er bijkomende problemen zijn tijdens de zwangerschap of als de vorige bevalling ook al niet goed was verlopen kan de bevalling ook worden ingeleid. Zwangerschapsvergiftiging is vaak ook een reden om de bevalling kunstmatig op gang te brengen. De meningen over het wel of niet inleiden van een bevallig verschillen nogal. Dus twijfel je, dan kun je altijd nog een second opinion nemen.
Risico's van inleiding
Aan elke bevalling zijn risico's verbonden. Complicaties hoeven niet persé ontstaan door de inleiding, maar er zijn gevallen die wel te maken hebben met de inleiding. Hieronder een aantal:
- als de baarmoedermond nog niet rijp is en er wordt begonnen met inleiden, dan duurt de bevalling erg lang en wordt er soms geen volledige ontsluiting bereikt. In zo'n geval is toch een keizersnede nodig.
- bij het breken van de vliezen kan de navelstreng uitzakken. Een keizersnede is dan noodzakelijk.
- het slangetje dat soms ingebracht wordt om de weeënactiviteit te meten, kan beschadiging veroorzaken in de baarmoeder of een bloeding vanuit de moederkoek. Dit komt zeer zelden voor, maar een keizersnede kan dan noodzakelijk zijn.
- de weeën kunnen te vaak achterelkaar ontstaan, waardoor de baby zuurstofgebrek kan krijgen. Door het aanpassen van de dosering van het infuus óf een weeënremmend medicijn kunnen de weeën weer worden genormaliseerd.
- wanneer de vliezen gedurende lange periode zijn gebroken kan er een infectie van de baarmoeder optreden.
- de elektrode die de baby op zijn hoofdje kan krijgen kan een ontsteking veroorzaken op de plaats van de elektrode