Het inleiden van een bevalling

In sommige gevallen is het nodig om een bevalling op te wekken, in het belang van moeder en kind. Dit wordt ook wel inleiden genoemd. Er zijn verschillende redenen voor het inleiden van een bevalling. Hierbij kun je denken aan langdurig gebroken vliezen, overtijd zijn of een groeiachterstand van de baby. Wanneer de bevalling wordt ingeleid, worden door middel van een infuus weeën opgewekt. Tijdens dit proces wordt de conditie van moeder en kind nauwlettend in de gaten gehouden.

Redenen voor het inleiden van een bevalling

Groeiachterstand van de baby

Uit een echo kan blijken dat je kindje een groeiachterstand heeft opgelopen. Wanneer dit het geval is, zal er een CTG worden gemaakt, om te bekijken wat de conditie van de baby is. Wanneer de conditie van de baby onvoldoende blijkt te zijn, is het beter om de bevalling in te leiden.

Gebroken vliezen

Wanneer de vliezen breken, is dit een teken van het begin van de bevalling. Kort nadat de vliezen zijn gebroken, beginnen vaak ook de weeën. Maar bij sommige vrouwen breken de vliezen, en gebeurt er vervolgens helemaal niets! Wanneer de vliezen langer dan 24 uur zijn gebroken, en er nog geen verdere tekenen van de bevalling zijn, dient daar werk van te worden gemaakt! Er is dan namelijk een vergrote kans op infecties. Om die reden zal de bevalling dan ook worden ingeleid.

Wanneer de vliezen breken voor de 37 weken zwangerschap, zal men de bevalling niet direct inleiden. Wel zal de arts nauwlettend in de gaten houden dat er geen infecties optreden. Ook de toestand van je kindje wordt scherp in de gaten gehouden. Mocht deze achteruit gaan, kan er voor worden gekozen om de bevalling toch te gaan inleiden.

Over tijd zijn

Wanneer er 2 weken na de uitgerekende datum, dus bij 42 weken zwangerschap, nog niet bent bevallen, ben je officieel overtijd. De gynaecoloog zal de conditie van de baby bekijken, en bepalen of het nodig is om de bevalling in te leiden.

Functie van de placenta

Door verschillende factoren kan de functie van de placenta achteruit gaan. De baby haalt zijn zuurstof en voeding hieruit, en wanneer de werking van de placenta vermindert, kan de conditie van het kindje achteruit gaan, en kan het kindje een groeiachterstand oplopen. Een verminderde werking van de placenta kan komen door een te hoge bloeddruk, of zwangerschapsdiabetes.

Eerdere bevalling

Wanneer er tijdens een eerdere bevalling complicaties zijn opgetreden, kan worden besloten dat het veiliger is om de bevalling in te leiden in het belang van moeder en kind.

Hoe gaat het inleiden van een bevalling in zijn werk?

Wanneer de bevalling wordt ingeleid, worden er weeën opgewekt. Om weeën op te wekken word je aan een infuus gelegd. Op deze wijze wordt er een stof toegediend, die ervoor zorgt dat de weeën op gang komen. Deze dosering wordt ieder half uur iets verhoogd, al is dit natuurlijk wel afhankelijk van hoe moeder en kind erop reageren. Met deze methode zullen geleidelijk aan de weeën op gang komen. Vanaf dit moment gaat het eigenlijk hetzelfde in zijn werk als een normale bevalling. De weeën zullen heviger worden, en uiteindelijk zullen er persweeën komen.

De conditie van de baby wordt tijdens dit proces nauwlettend in de gaten gehouden door middel van een CTG. In veel gevallen wordt de CTG inwendig aangebracht, en op de schedel van de baby bevestigd. Wanneer men dit doet, worden gelijk de vliezen gebroken. De CTG kan ook uitwendig worden gedaan. Dit gebeurt dan door middel van banden om de buik, waarmee de hartslag van de baby en de weeënactiviteit worden geregistreerd.