Risico op spijt na sterilisatie bij vrouwen
Wanneer een vrouw geen kinderwens (meer) heeft, kan zij zich op verschillende manieren laten steriliseren: de eileiders kunnen afgesloten worden door middel van clips of ringetjes, ze kunnen gebrand, doorgeknipt, of zelfs volledig verwijderd worden. Bij de Essure-methode kunnen zonder operatie twee veertjes geplaatst worden die zorgen dat de eileider dichtgroeit. Ondanks dat het door eenvoudige ingrepen als Essure steeds makkelijker wordt om een sterilisatie uit te voeren, zijn artsen niet altijd even snel bereid om dit ook te doen. Het gebeurt namelijk nogal eens dat een vrouw spijt krijgt van de sterilisatie, bijvoorbeeld als zij een nieuwe partner ontmoet waarmee haar kinderwens toch (weer) opkomt. Artsen zijn vooral voorzichtig bij vrouwen die nog geen kinderen hebben of jonger zijn dan 30, omdat de kans bij hen zo’n 20% zou zijn dat zij spijt krijgen. Maar zijn er nog andere eigenschappen die van invloed zijn op dit percentage? Hoe groot is het risico op spijt echt?
Beweegredenen om over te gaan tot sterilisatie
De keuze om zich te laten steriliseren hangt per vrouw af van verschillende overwegingen, zoals de huidige relatie, financiële situatie of bepaalde persoonlijkheidskenmerken. Sommige van deze overwegingen geven logischerwijs een grotere kans op spijt omdat ze veranderlijker zijn over tijd. Het grootste risico op spijt zie je dan ook terug bij vrouwen die de beslissing om tot sterilisatie over te gaan nemen op basis van situationele factoren.
Leeftijd
De door artsen meest genoemde factor die tot spijt kan leiden is leeftijd, en uit de meeste onderzoeken naar dit onderwerp blijkt ook inderdaad dat er een significant effect is van leeftijd op de kans op spijt.
1, 2, 3 Hoe jonger een vrouw is, hoe meer vruchtbare jaren ze nog heeft en hoe meer tijd er dus is om van gedachten te veranderen. Er kan veel in de leefsituatie veranderen dat van invloed kan zijn op de kinderwens.
Verstreken tijd sinds de geboorte van het laatste kind
Hoe sneller na de geboorte van het laatste kind de sterilisatie plaatsvindt, hoe groter het risico op spijt. Tussen de 8,3% en 23,7% van de vrouwen die zich onder de 30 laat steriliseren, krijgt binnen 14 jaar spijt van deze ingreep. Het hoogste percentage geldt daarbij voor vrouwen die zich laten steriliseren vlak na de laatste bevalling, en het percentage neemt dus over de 14 jaar daarna af. Bij vrouwen boven de 30 ligt dit percentage tussen de 4,6% en de 9,5%, waarbij dus meteen goed zichtbaar wordt dat leeftijd hierop ook een sterk effect heeft.
2
Het helemaal niet hebben van een kinderwens
Belangrijk om te vermelden is dat leeftijd bij vrouwen die helemaal geen kinderen hebben vrijwel niet van invloed is. Kinderloze vrouwen die zich onder de 30 laten steriliseren hebben een risico van 6,3% op spijt, boven de 30 is dat 5,4%. De onderzoekers geven daarbij niet aan of het verschil significant is, maar het is duidelijk dat de door artsen genoemde 20% kans op spijt niet mag gelden voor kinderloze vrouwen.
2
Huidige relatie
Een andere belangrijke risicofactor wordt zichtbaar bij vrouwen die zich laten steriliseren omdat zij een slechte relatie hebben met hun partner. Logischerwijs is er na de ingreep dan een grote kans dat de relatie geen stand houdt, en dat de vrouw later een andere partner vindt waarmee zij wel (weer) kinderen wil.
3
Slechte informatievoorziening door de arts
Veel vrouwen die spijt krijgen van de ingreep geven ook aan dat het hen niet voldoende duidelijk was dat de sterilisatie niet teruggedraaid kan worden. Het is dus zeer belangrijk dat artsen hierover duidelijk zijn in de aanloop naar de operatie, en duidelijk naar de vrouw communiceren welke tijdelijke alternatieven zij zou kunnen gebruiken.
3
Financiën
Een veel lager risico op spijt wordt gevonden bij vrouwen die de beslissing nemen op basis van financiële overwegingen.
3
Gezondheid
Ook vrouwen die ervoor kiezen zich te laten steriliseren omdat hun andere kinderen of zij zelf gezondheidsproblemen hebben, krijgen minder vaak spijt van hun beslissing. Er is hier vaak sprake van een stabiele situatie, waardoor dit argument voor sterilisatie gedurende lange tijd geldig blijft.
3
Conclusie
Veranderlijke situatie
Hoewel leeftijd inderdaad een duidelijke invloed heeft op het risico op spijt na sterilisatie, blijkt dat er een veel complexer beeld ontstaat wanneer andere factoren ook worden meegenomen. Vooral vrouwen die zich laten steriliseren op basis van de huidige, mogelijk veranderlijke situatie, hebben een groter risico op spijt. Dit is duidelijk terug te zien bij vrouwen die zich vlak na een bevalling laten steriliseren, wanneer ze zich nog levendig de pijn en het ongemak herinneren. Voor vrouwen die de ingreep direct na de bevalling laten doen, ligt het percentage kans op spijt daarom zelfs boven de 20%.
Stabiele factoren
Wanneer een vrouw echter tot sterilisatie overgaat op basis van stabielere factoren, zoals de gezondheid van haar andere kinderen of van haarzelf of bepaalde persoonlijkheidskenmerken, is het risico op spijt veel kleiner. Daarnaast lijkt de grootste risicofactor van leeftijd zelfs vrijwel geen effect te hebben op vrouwen die helemaal geen kinderwens gekend hebben. Het feit dat artsen het minst geneigd zijn vrouwen te steriliseren die nog géén kinderen hebben (terwijl zij juist het laagste risico op spijt hebben), lijkt dan ook niet gebaseerd op de feiten.
Daadwerkelijke kans op spijt
Uit deze bevindingen blijkt dat het lastig is om met een éénduidig percentage aan te geven wat het risico op spijt is bij vrouwen die zich onder de 30 laten steriliseren. Artsen zouden er mogelijk beter aan doen om meer factoren mee te nemen in het besluit of zij de ingreep wel of niet zullen uitvoeren. Hoewel leeftijd een belangrijke factor is, kan deze vrijwel tenietgedaan worden door andere factoren, iets waarmee artsen weinig rekening houden.