Je baby ligt in stuit; wel of geen draaipoging?
Als je baby in stuitligging ligt, kun je een draaipoging laten doen in het ziekenhuis. Hierbij wordt geprobeerd je baby in je buik te laten draaien. Dit heet een uitwendige versie. Hoe verloopt zo'n draaipoging? Hoe groot is de kans dat het lukt? En wat betekent het als het niet lukt?
Wat betekent het als je baby in stuitligging ligt?
Als je baby in stuitligging ligt, dan ligt hij met zijn billen in je bekken in plaats van met zijn hoofd. Tot een zwangerschapsduur van 34-35 weken is de kans groot dat hij nog draait, maar na die tijd wordt die kans erg klein doordat de ruimte in je buik steeds minder wordt. Blijft je baby zo liggen, dan betekent dat een complicatie voor je bevalling. Normaalgesproken wordt het hoofd als eerste geboren, maar bij een stuitligging komen de billen of zelfs de voeten als eerste op de wereld. Thuisbevallen is uitgesloten bij een stuitbevalling.
Waarom een draaipoging?
De gynaecoloog kan proberen jouw baby te draaien, zodat je toch op de normale manier kan bevallen. Dit verkleint de kans op complicaties bij je bevalling. En mocht je thuis willen bevallen, dan kan dit gewoon.
Wanneer wordt een draaipoging uitgevoerd?
Over het algemeen wordt een draaipoging uitgevoerd rond de 36e week van de zwangerschap. Dan is er meestal nog wel ruimte in je buik om je baby te draaien, en is de kans dat je baby terugdraait heel klein.
Wordt er altijd een draaipoging gedaan?
Je kunt zelf kiezen of je wel of niet een draaipoging wilt laten doen. Vanzelfsprekend wordt er door de gynaecoloog van tevoren goed gekeken of het wel verantwoord is.
Hoe groot is de kans dat een draaipoging lukt?
Het slagen van een draaipoging is afhankelijk van een aantal factoren, zoals:
- de zwangerschapsduur
- de ligging van je baby
- de vorm van je baarmoeder
- de hoeveelheid vruchtwater
- de ligging van de placenta
- of het je eerste zwangerschap is, en je baarmoeder dus nog steviger is, of je tweede of volgende zwangerschap.
De kans dat een draaipoging slaagt ligt gemiddeld rond de 40%.
Hoe verloopt een draaipoging?
Een draaipoging wordt altijd in het ziekenhuis uitgevoerd.Van tevoren wordt een uitwendig onderzoek gedaan of een echo gemaakt om te zien of je baby inderdaad nog in stuitligging ligt. Want het kan natuurlijk gebeuren dat hij toch omgedraaid is. In dat geval is de draaipoging niet meer nodig.
Je wordt eerst een tijdje aan de monitor gelegd om de hartslag van je baby en je baarmoederactiviteit te registreren. Vaak krijg je via een spuitje in je been of in tabletvorm een weeënremmer toegediend waardoor je baarmoeder ontspant. Dit verhoogt de kans dat het draaien lukt en zorgt ervoor dat je door de druk op je buik geen weeën krijgt. Van dit middeltje kun je een beetje hyper worden en hartkloppingen krijgen.
Om je baby te draaien probeert de gynaecoloog uitwendig zijn handen onder de billen en boven het hoofdje van je baby te krijgen, je baby voorzichtig uit je bekken te tillen en voorwaarts of achterwaarts te draaien. Belangrijk hierbij is dat er niets geforceerd wordt maar slechts een lichte druk wordt uitgeoefend. Verder moet de gynaecoloog goed in de gaten houden hoe je baby en jijzelf hierop reageren. Geef duidelijk aan hoe het met je gaat. En zeg het direct als het te pijnlijk is.
Na de draaipoging
Na de draaipoging word je nogmaals aan de monitor gelegd om de hartslag van je baby en jouw baarmoederactiviteit te meten. Beide moeten zich snel herstellen.
Als het goed is nemen de hartkloppingen vanwege de weeënremmer binnen enkele uren af. Waarschijnlijk ben je hierna wel heel moe.
Door de druk op je buik kan deze nog een paar dagen gevoelig en pijnlijk aanvoelen. Heel sporadisch is een spoedkeizersnede nodig na een draaipoging omdat je baby zich niet goed herstelt.
De draaipoging is gelukt, wat nu?
Je baby ligt nu in hoofdligging, dat wil zeggen met het hoofdje naar beneden. Tenzij je baby weer terugdraait of er andere complicaties ontstaan, kun je nu in principe op de natuurlijke manier bevallen.
De draaipoging is mislukt, wat nu?
Het kan zijn dat de draaipoging niet lukt, en je baby in stuitligging blijft liggen. In dat geval moet je beslissen of je toch een natuurlijke bevalling wilt, of dat je baby geboren zal worden via een geplande keizersnede. De gynaecoloog zal je hierbij adviseren over eventuele voors en tegens. Welke keuze je ook maakt, het staat vast dat je in het ziekenhuis bevalt onder leiding van een gynaecoloog.