Na 36 weken zwangerschap: Hoe ligt je baby in de buik?
Hoe verder je zwangerschap vordert hoe minder ruimte je baby heeft. Tot ongeveer de 36e week van de zwangerschap heeft de baby nog de ruimte zich in een andere positie te draaien, daarna gaat het een definitieve houding opzoeken. Meestal blijft de baby na de 36 e week in dezelfde houding. In zo’n 95% van de gevallen ligt de baby in de zogenaamde achterhoofdsligging (zie afbeelding). Dit is de ideale positie voor de bevalling. In de overige 5% van de gevallen, ligt de baby anders.
Stuitligging
De meeste baby's die niet in de
achterhoofdshouding liggen, liggen in een stuit (zo'n 3 % van het totaal aantal baby's). Een stuitligging betekent dat het kindje met het hoofd naar boven ligt, in plaats van naar beneden zoals bij de achterhoofdsligging. De ene stuitligging is de andere niet. We kennen vier varianten:
- de volkomen stuitligging: de baby ligt met beide beentjes naar beneden, knietjes gebogen.
- de onvolkomen stuitligging: de baby ligt met de beide beentjes naar boven, knietjes gebogen zodat de voetjes tegen de billetjes aanliggen. Deze houding is iets gunstiger dan de volkomen stuitligging, tijdens de geboorte zullen de billen de weg vrijmaken voor het hoofdje.
- de half (on)volkomen stuitligging: een combinatie van de voorgaande twee: 1 beentje omhoog, 1 beentje naar beneden met het knietje gebogen.
- de voetligging: de baby heeft de beentjes helemaal gestrekt naar beneden.
Wanneer een stuitligging geconstateerd wordt, zal er met een echo gekeken worden hoe de baby precies ligt. Op basis van de hoeveelheid vruchtwater en de ligging van de placenta (en in overleg met de ouders, natuurlijk) wordt vervolgens bepaald of er poging ondernomen wordt om het kindje te
draaien. Dit zal altijd pas na 36 of 37 weken zwangerschap gebeuren, wordt de baby eerder gedraaid dan heb je kans dat hij of zij weer terugdraait naar de favoriete houding. In ongeveer 40 tot 60% van de gevallen, lukt het inderdaad om de baby te draaien. Lukt dat niet dan betekent dat de bevalling in het ziekenhuis zal moeten plaatsvinden. In 30% van de gevallen leidt een stuitligging tot een keizersnee.
Voorhoofds- en kruinligging
Sommige baby’s liggen wel gewoon met het hoofd naar beneden en de beentjes omhoog maar trekken het hoofdje zo naar achteren dat het voorhoofd als eerste geboren wordt. Bijna altijd zal de baby via een keizersnee ter wereld komen, het bekken is te klein om genoeg ruimte te geven aan het hoofdje. Sommige kindjes liggen zo ver met hun hoofdje naar voren gebogen dat het kruintje als eerste geboren wordt. Dit heeft meestal tot gevolg dat een tang of vacuumpomp aan de bevalling te pas moet komen.
Aangezichtsligging
De baby ligt zo dat het gezicht als eerste geboren wordt. Hierdoor kan het gezichtje na de bevalling wat opgezwollen zijn. Dit trekt vanzelf weg. Wanneer een vrouw voor de eerste keer bevalt, kan deze ligging ervoor zorgen dat de ontsluiting tegengehouden wordt en zal er een keizersnee uitgevoerd worden.
Dwarsligging
Het kindje ligt horizontaal in de baarmoeder. Dit komt tegenwoordig heel weinig voor, je ziet nog wel eens bij een meerlingenzwangerschap. Vroeger toen vrouwen meer kinderen kregen, was de baarmoeder in de loop van de zwangerschappen zo uitgerekt dat een baby genoeg ruimte om dwars te liggen. Wanneer het kindje dwars ligt, zal er een keizersnee plaatsvinden.
Tot slot: een sterrenkijker
We spreken van een sterrenkijker wanneer een baby wordt geboren in de ‘normale’ achterhoofsligging maar dan niet met de neus naar beneden maar met de neus naar boven.