Bevallen? Hoe een bevalling bevalt!

Bevallen? Hoe een bevalling bevalt! Als na 9 lange maanden de bevalling begint besef je opeens dat je nu snel moeder wordt. Je voelt opwinding, pijn en angst tegelijk. Vooral bij een eerste weet je niet wat je te wachten staat. Maar moeder natuur neemt je zorgen al gauw over. Steeds sterkere weeën overvallen je lichaam dat hard werkt om de baby geboren te laten worden. Als het moment van persen eindelijk daar is zet je je laatste krachten in. En dan vult babygehuil de verloskamer en slaat de spanning om in opluchting en euforie.

Elke bevalling begint anders

Niemand zal kunnen voorspellen wanneer jouw bevalling begint. Bij de een breken de vliezen en komt de bevalling meteen op gang, de ander heeft al dagen weeën, terwijl er niets gebeurt en de derde heeft amper weeën. De volgorde van gebeurtenissen kan dus erg verschillend zijn. Er zijn drie belangrijke tekenen die de bevalling aankondigen.

Regelmatig terugkerende weeën

Meestal beginnen ze in de nacht, de zogenaamde voorweeën of oefenweeën. De samentrekkingen maken de baarmoedermond zachter en lijken in eerste instantie op menstruatiepijn of lage rugpijn maar gaan na verloop van tijd over in regelmatig terugkerende krampen die steeds krachtiger worden. Komen ze om de drie tot vijf minuten, dan gaat de bevalling serieus beginnen. Het bellen van de verloskundige is dus nodig. Twijfel je of je wel weeën hebt, dan is dat waarschijnlijk niet zo, want echte weeën zijn overduidelijk. Bij circa drie centimeter ontsluiting treedt soms braken op.

Breken van vliezen

Dat de vliezen breken kan al ruim voordat de weeën komen, maar het kan ook pas gebeuren als de bevalling al een tijd aan de gang is. Opeens verlies je een golf helder of roze vruchtwater (al of niet met vlokjes) of komen er druppels alsof je in je broek plast. Is het vruchtwater echter groenig dan bel je de verloskundige. Het kan duiden op benauwdheid bij de baby en dan moet de baby snel geboren worden. Vanaf het moment dat de vliezen breken neemt de kans op infectie toe, daarom mag je na het breken van de vliezen niet meer in bad. Binnen een etmaal horen de weeën, als die er nog niet waren, wel op gang te komen. Gebeurt dat niet, dan krijg je in het ziekenhuis een weeënstimulerend middel.

Verliezen van slijmprop

De slijmprop is een taai, glazig propje van ongeveer twee tot drie centimeter, dat de baarmoeder de afgelopen tijd heeft afgesloten. Er kan wat bloed bijzitten. Het verliezen van de slijmprop kan al dagen voor de bevalling plaatsvinden. Neem contact op met de verloskundige als je de prop hebt verloren.

Nog meer tekenen dat de bevalling begint

Behalve bovengenoemd drie belangrijke aanwijzingen zijn er nog een paar atypische verschijnselen die de bevalling inluiden. Deze zijn bijvoorbeeld het krijgen van een grieperig of wat vaag, niet helemaal lekker gevoel. Je kunt diarree krijgen of een gevoel van buikgriep met misselijkheid, zuurbranden en overgeven. Een ander verschijnsel is een zware rugpijn die zich aandient met tussenpozen. Je kunt ook 's nachts wakker worden en het ineens heel koud krijgen. Een ander symptoom is het veel vaker kleine plasjes moeten doen, of het krijgen van een versterkte afscheiding. Al deze verschijnselen kunnen een paar uur voor het begin van de weeën plaatsvinden.

Ingeleide bevalling

Redenen voor ingeleide bevalling

Een bevalling wordt ingeleid als er gevaar voor moeder en/of kind dreigt. Als de uitgerekende datum ruim is overschreden en er gebeurt niets dan word je na de 41e week doorgestuurd naar de gynaecoloog. Deze maakt een echo om te zien of er genoeg vruchtwater is, zo niet, dan wordt de bevalling ingeleid. Is er nog voldoende ruimte voor de baby, dan ga je weer naar huis om in de 42e week hetzelfde onderzoek te krijgen. Met behulp van het CTG-apparaat wordt dan ook de hartslag van de baby gecontroleerd. Een inleiding vindt plaats als de baby het benauwd heeft, een groeiachterstand heeft of als uit na de 42e week uit niets blijkt dat de bevalling gaat beginnen. Andere redenen zijn uitputting bij de moeder, hoge bloeddruk in de zwangerschap (vooral met eiwit in urine), gebroken vliezen zonder weeën of als de vader in het buitenland werkt en zijn verlof rond de uitgerekende datum dreigt te verstrijken.

Manieren van inleiding

Is de baarmoedermond nog niet rijp, dan zal de gynaecoloog eerst een gel inbrengen. Hiermee verweekt de baarmoedermond. Gebeurt er niets, dan wordt de behandeling herhaald en kan er een hormoon worden toegediend om de weeën op gang te brengen. Is de baarmoedermond wel rijp, dan krijg je een infuus met een weeënopwekkend hormoon en moet je op bed blijven. De gynaecoloog zal de vliezen breken en een elektrode op het hoofdje van de baby aanbrengen zodat de hartslag naar het CTG-apparaat wordt doorgeseind. De weeën worden geregistreerd door een dun slangetje in de baarmoeder. Met een ingeleide bevalling weet je zeker dat de baby die dag nog wordt geboren.

Het lange wachten: De eerste weeën

Een valse start is een fase van weeën die weer verdwijnt. Dit komt vaak voor en wordt soms ten onrechte bij de totale bevallingsduur gerekend. De bevalling lijkt dan dagen te duren, maar is in werkelijkheid korter. Als het de eerste bevalling is, dan kunnen de weeën zo'n vijftien tot twintig uur nodig hebben om de baarmoedermond volledig te openen. Zodra de weeën om de vijf minuten optreden kan het nog zes tot veertien uren duren voordat er ontsluiting is. Bij volgende bevallingen duurt de hele ontsluitingsperiode gemiddeld zes tot tien uur, en soms veel vlotter. Als de bevalling van start is gegaan en de vliezen zijn nog niet vanzelf gebroken, dan kan de arts of verloskundige dat doen. Dit gebeurt met de vingers of een puntig voorwerp en is pijnloos. Men let hierbij erop dat de navelstreng niet mee naar buiten zakt. Na het breken van de vliezen komen de weeën vaak sterker door en treden vaker op.

Ontsluiting en ontsluitingsweeën

Van een volkomen ontsluiting is sprake als deze ongeveer tien centimeter bedraagt. Pas dan kan de baby door de baarmoedermond naar buiten. Het is niet alleen de weeënactiviteit die de baarmoedermond opent, want onder invloed van hormonen wordt deze ook steeds weker en korter. Dit noemt men 'verstrijken'. Als de bevalling echt begint dan ga je bij een ziekenhuisbevalling naar de verloskamer. Je zult te maken hebben met pijnlijke tot zeer pijnlijke ontsluitingsweeën. Je voelt pijn in de (onder)buik, de bovenbenen, de rug of op meerdere plaatsen tegelijk. Een flinke wee lijkt nog het meest op een kramp en kan -zeker op het laatst- wel een minuut of langer aanhouden. Daarna ebt hij weg. Een leidraad is dat de ontsluiting ongeveer een centimeter per uur vordert, maar in de praktijk gaat dit niet zo precies.

Aanvankelijk lijkt het op sterke menstruatiepijnen en denk je nog dat andere vrouwen zich aanstellen, maar naarmate de bevalling vordert, begrijp je de oerkracht. De weeën worden stilletjes aan steeds sterker en er zit een duidelijk begin en eind aan. Een paar uur later kunnen de weeën elkaar zo snel opvolgen, dat het lijkt alsof een wee nooit stopt. Je kunt wanhopig worden of in paniek raken. Gelukkig staan er deskundigen aan je zij! Weeën kunnen ook spontaan even 'pauzeren' en dit kan bijvoorbeeld gebeuren als er zich iets onverwachts voordoet, bijv. als je opeens naar het ziekenhuis moet. Bij circa acht centimeter ontsluiting kun je gaan bibberen, transpireren of overgeven. Onrust en agressie is ook mogelijk.

Persen en persweeën

De laatste loodjes zijn zwaar. Als de baarmoedermond ongeveer tien centimeter open staat en er sprake is van volledige ontsluiting, mag je gaan mee persen. Het kan zijn dat je al eerder persdrang had, maar er niet aan mocht toegeven. Zucht de weeën dan weg zoals de verloskundige zal aangeven. Het kan ook zijn dat je geen duidelijke persweeën voelt of in de war raakt van de aanwijzingen die je krijgt. De baby wordt met elke samentrekking verder door het geboortekanaal gedreven, een natuurlijke zaak, maar toch kun je het gevoel hebben voor iets onmogelijks te staan, alsof je een boomstam uit je lichaam moet werken, of het idee dat je alles 'daar beneden' kapot zult maken.

Veel vrouwen vergeten ook alles wat ze op de zwangerschapscursus hebben geleerd. En dat is: Pers naar de plek waar het pijn doet, zodat de pijn afneemt. Pers niet met je hoofd maar probeer je te concentreren op je buik en ademhaling. Het kan zijn dat je een tunnelvisie-achtige sensatie beleeft, waardoor de verloskundige of arts je er weer bij moet slepen door luider tegen je te praten. Het heet ook wel een bewustzijnsvernauwing en is volkomen normaal. Het niet helder meemaken van de bevalling is een maatregel van de natuur om je te beschermen tegen de pijn. De persfase duurt gemiddeld een half tot anderhalf uur.

Geboorte

Tijdens de weg naar buiten moet het hoofdje een aantal draaien maken en buigen in een soort schroefbeweging om zich zo klein mogelijk te maken. Dit is nodig omdat het hoofdje zich moet aanpassen aan de vorm van het baringskanaal. De baby wordt dan geboren met de kin op de borst en met het achterhoofd naar voren gericht. Bij inwendig onderzoek is aldus de kleine fontanel van het achterhoofdje te voelen. Als door de ontsluitingsweeën het hoofdje is ingedaald, staat het dwars in de bekkeningang. Dit is nodig omdat de ingang van het bekken een ovale vorm heeft met de grootste doorsnee in dwarse richting. Bij volkomen ontsluiting daalt het hoofdje verder tot op de bekkenbodem en draait een halve slag. Dit heet de inwendige spildraai.

Bij elke wee komt het hoofdje iets verder de bocht door. Halverwege is het hoofdje ook te zien. Na nog meer persweeën komt het hoofdje te 'staan'. Dit kan een branderig gevoel geven. Nu is het zaak om niet het hoofdje met een krachtige perswee eruit te persen, maar om dit heel voorzichtig te doen. Persen en zuchten zal elkaar nu afwisselen. De geboorte van het hoofdje heet ook wel 'het doorsnijden van het hoofdje'. Zodra het hoofdje er is, draait het terug naar de de stand die het in de baarmoeder ook had. Het hoofdje wordt omvat en iets naar beneden en daarna naar boven getrokken. De rest van het lijfje volgt vanzelf.

De knip

De knip is wat iedere vrouw vreest, maar een totaalruptuur, een scheur in de bekkenbodem richting anus, is al helemaal niet wat je wilt. Een knip krijg je meestal ter voorkoming van inscheuring en wordt in zijwaartse richting gedaan. Omdat de knip wordt gegeven op het hoogtepunt van een perswee, zul je er weinig of niets van voelen. Een knip komt zeer vaak voor en wordt soms dus ook noodzaak, soms uit voorzorg gegeven, bijvoorbeeld als de baby er snel uit moet (door zuurstofgebrek), als de baby nogal groot is of juist wat prematuur of als het geboortekanaal toch te nauw blijkt. Na de geboorte van de baby en de placenta wordt de knip onder verdoving gehecht, een procedure die veel nauwkeurigheid vereist en daarom wel twintig minuten kan duren. De hechtingen aan de binnenkant zijn oplosbaar, maar die aan de buitenkant vaak niet. Daarom worden die na een aantal dagen pas verwijderd. Scheurtjes hoeven meestal niet te worden gehecht en genezen vanzelf. Hechtingen, maar ook de knip zelf, voel je lange tijd nog goed. Vooral bij het zitten en opstaan kan het zeer pijnlijk zijn. Bij volgende bevallingen zal steeds weer opnieuw worden bekeken of een knip nodig is.

Vacuümbevalling

Vacuümverlossingen, maar ook bevallingen met een tang, vinden altijd in het ziekenhuis plaats. Bij een vacuümverlossing wordt er gebruik gemaakt van een vacuümpomp. Een zuignap wordt op het babyhoofdje geplaatst. Je krijgt hiervoor meestal een knip en een plaatselijke verdoving. Aan de zuignap zit een slang waarmee geleidelijk lucht wordt weggezogen. Na een minuut of acht zal de gynaecoloog aan de zuignap trekken (tijdens een perswee) en de geboorte bespoedigen. Een vacuümpomp komt er aan te pas als de hartslag van de baby te snel of te langzaam is en de baby het dus benauwd heeft, als er na een uur persen nog geen voortgang is of als de conditie van de moeder om een vlugge geboorte vraagt. Na zo'n bevalling heeft de baby een bult op zijn hoofd maar dat trekt na een paar dagen weer weg.

Tangverlossingen

Soms wordt gekozen voor een tangverlossing. Er worden dan twee grote metalen lepels met een gat erin om het hoofdje van de baby geplaatst. Ook hier wordt eerst van tevoren verdoofd en word je meestal ingeknipt. Tijdens een perswee trekt de gynaecoloog de baby naar buiten. Ook bij een tangverlossing kun je het aan de baby zien: Op het hoofdje is vaak de vormafdruk van de tang te zien. Er vormt zich een bloeduitstorting die na een paar dagen weer verdwijnt.

Bevallen met ruggenprik

Waarom moet bevallen pijn doen? De natuur is wreed maar een ruggenprik is ook niet alles. De zogenaamde pijnloze bevalling met een verdovingsprik in de rug (epiduraal- of lumbaalanalgesie) is in andere landen nogal populair maar in ons land wordt er wegens de nadelen minder voor gekozen. Onder in de rug wordt via een naald een slangetje ingebracht waar doorheen regelmatig een hoeveelheid verdovend middel wordt gedruppeld. De onderste helft van je lichaam, vanaf je middel, wordt dan gevoelloos. Het gevolg is dat je nog wel weeën voelt, maar ze niet als pijnlijk ervaart. Nadelen zijn dan het persen soms niet goed meer lukt en er dus een kunstverlossing nodig is. Ook bestaat er een verhoogd infectiegevaar waarvoor een infuus wordt gegeven en houd je na de bevalling nog lang een slap en doof gevoel in het onderlichaam. Rug- en hoofdpijnen komen ook voor, en natuurlijk is het inbrengen van de naald zelf geen pretje.

Stuitbevalling

Bij een stuitligging ligt de baby andersom in de baarmoeder, namelijk met zijn stuitje naar beneden. Soms komt dit pas bij de bevalling aan het licht, maar vaker weet men het al eerder. Een stuitligging hoeft niet tot complicaties te leiden, maar er is wel extra oplettendheid vereist. Wegens de wat verhoogde kans op het voortijdig breken van de vliezen bestaat de mogelijkheid dat de navelstreng via de opening van de baarmoedermond langs het stukje een stukje naar buiten zakt en dan in de verdrukking komt. Om die reden moet je bij een stuitbevalling na het breken van de vliezen blijven liggen. Ontsluitingsweeën kunnen langer duren dan normaal. Maar persweeën kunnen al eerder optreden, terwijl de doorgang wel groot genoeg is voor de stuit, maar niet voor het hoofdje. En dan moet je het dus 'ophouden'. Omdat het hoofdje snel geboren moet worden als de stuit er al is, worden er soms maatregelen genomen om de geboorte te bespoedigen, zoals een knip maar ook het drukken op de buik van buitenaf. Dit omdat de baby na de geboorte van het stuitje de neiging heeft al te gaan ademhalen.

Na de bevalling

De baby zal vaak direct gaan schreeuwen, een emotioneel moment. Na de bevalling krijg je, na een vlugge controle en als alles goed is, de baby op je buik en wordt de navelstreng afgebonden en doorgeknipt. Daarna komt er een klemmetje op de navelstreng van de baby. Slijm, bloed en vruchtwater wordt afgeveegd als de ademhaling van de baby nog wat wordt belemmerd. In de minuten na de bevalling kan het zijn dat de placenta al wordt geboren, maar het kan ook zijn dat je daar nog een aantal keren voor moet persen. Dat kan een tegenvaller zijn. Maar na een bevalling heerst toch voornamelijk een stemming van euforie, trots, opluchting, opwinding en moeheid. Je kunt huilerig zijn, enorm gaan bibberen of schudden en je raar leeg voelen.

Na de bevalling wordt het hormoonpeil al gauw compleet anders en kun je heel hongerig worden. Voorbij is de misselijkheid waarvan je dacht dat die enkel in de eerste maanden was. Vaak blijkt door de oude vertrouwde honger dat de misselijkheid eigenlijk negen maanden lang was geweest! Naweeën ontstaan al vrij snel na de bevalling en kunnen nog lang doorgaan. Het doel is dat de baarmoeder na de bevalling weer wordt teruggebracht naar de oorspronkelijke grootte en vorm. Daarnaast worden bloedstolsels en resten meteen naar buiten gewerkt. Pijnlijke naweeën komen vaker voor na een tweede of derde bevalling, dan bij een eerste. Bij snelle bevallingen is de kans op naweeën ook groter. De mate van naweeën kan zijn van een zeurderig gevoel tot heftige buikkrampen.

In het algemeen mag je enkele uren na de bevalling al weer kort je bed uit. Daar hoort wel iemand bij te zijn, omdat je je duizelig kunt voelen. Soms kun je even kort douchen, maar de eerste keren dat je na de bevalling uit bed komt kunnen tegenvallen. Je bent erg moe en slap en kunt soms niet goed rechtop staan. Je kunt je overal 'beurs' voelen en spierpijnen ontwikkelen. Behalve last van eventuele hechtingen kun je ook bloeduitstortingen of kleine wondjes hebben. Plassen zal eerst moeilijk gaan en de ontlasting zal moeilijk op gang komen. Alles zal anders aanvoelen, en mogelijk zijn de weefsels van de blaaswand verzakt wat leidt tot tijdelijke incontinentie.

Bloedverlies na de bevalling

Gemiddeld verlies je bij de bevalling ongeveer 300 tot 350 milliliter bloed en soms aanzienlijk minder als je een injectie hebt gehad om de placenta snel te laten komen. De placenta weegt zo'n 500 tot 600 gram en is twee tot drie centimeter dik met een diameter van gemiddeld twintig centimeter. De grootste hoeveelheid bloed verlies je direct na de geboorte van de placenta. Meestal krijg je een steek onder je billen om het aflopende bloed in op te vangen. Bloedstolsels worden soms nog handmatig naar buiten gewerkt en de baby aan de borst leggen kan ook al helpen de baarmoeder te laten samentrekken. Hoe beter dit gaat, hoe minder bloedverlies er uiteindelijk zal zijn.

Mocht er een nabloeding optreden, dan is dat meestal in de eerste drie uren na de bevalling. Loopt het uit de hand, dan krijg je een injectie om het bloeden te stoppen. In een enkel geval is een bloedtransfusie noodzakelijk, en dit gebeurt als het bloedverlies meer dan een liter wordt. Soms komt de placenta helemaal niet, en moet deze met de hand en vaak onder narcose, worden verwijderd. Het bloedverlies zal in de komende tijd na de bevalling steeds minder worden, en bij de meeste vrouwen stopt het bloedverlies na een week of twee tot drie.

Wanneer een keizersnee?

Niet iedereen kan op de natuurlijke manier bevallen. Een op de tien zwangerschappen eindigt in een keizersnee, waarvan zestig procent onverwacht. Bij een te smal bekken kan de baby er niet door, en zul je liefst natuurlijk vooraf al weten dat het een keizersnee wordt. Dit geldt ook als de placenta voor de baarmoedermond ligt, als je baarmoederoperaties hebt gehad, als de baby dwars in de buik ligt of als je meer dan twee kinderen verwacht. Ook komt het voor als een normale bevalling om een bepaalde reden te vermoeiend zal zijn.

Soms wordt het op het laatste nippertje een keizersnee. Dit gebeurt als de harttonen van de baby aangeven dat hij snel geboren moet worden of als de vliezen vierentwintig uur gebroken zijn en de bevalling niet vordert, ondanks goede weeën. Een keizersnee vindt ook plaats als de navelstreng is uitgezakt, als de placenta loslaat of voor de baarmoedermond ligt, of als pas bij de bevalling blijkt dat het bekken te smal is. Bij dreigende uitputting en een veel te langdurige bevalling is een keizersnee ook aangewezen. Meestal gebeurt een keizersnee onder algehele narcose, maar weet je van te voren dat het een keizersnee wordt, dan kan een plaatselijke narcose worden overwogen.

"A baby will make love stronger, days shorter, nights longer, bankroll smaller, home happier, clothes shabbier, the past forgotten, and the future worth living for."
© 2009 - 2024 Astrid-d-g, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Bevallen: de drie fasenBevallen: de drie fasenBevallen: ontsluiting, perswee, nageboorte, nawee. Na ongeveer negen maanden zwangerschap volgt de bevalling. De gehele…
De bevalling of keizersneeDe bevalling of keizersneeWat is nu een keizersnede, wat gebeurd er met je tijdens een bevalling ? het zijn de vragen van vele zwangere mensen die…
Naweeën: na de bevallingNaweeën: na de bevallingNa iedere bevalling komen ze voor: naweeën. Naweeën zijn nuttig omdat de baarmoeder hiermee de normale vorm weer aanneem…
Bevalling. Hoe verloopt de geboorte van een baby?Bevalling. Hoe verloopt de geboorte van een baby?Bevallen van een baby, wat staat je te wachten als je gaat bevallen van een kind? Een baby baren is geen kleine klus. He…

Wat houdt een keizersnede juist in?Wanneer uw arts u erop voorbereidt dat u met een keizersnede moet bevallen, betekent dit meestal dat u onder algehele na…
Eicellen invriezenEicellen invriezenHet komt steeds vaker voor, is het niet vanuit de vrouw die eerst carrière wil maken of een kinderwens heeft en nog geen…
Bronnen en referenties
Reactie

Mariska de Groot, 26-10-2013
Wat ontzettend jammer dat er veel info in staat die helemaal niet juist is, of niet juist hoeft te zijn. Vruchtwater kan je ook druppelsgewijs verliezen, hoeft helemaal niet met een plons water. Keizersnede is vaak met gedeeltelijke verdoving, niet algeheel. Vertrouw niet uitsluitend op de info op deze site! Reactie infoteur, 13-01-2016
Goed lezen zou niet zo moeilijk hoeven zijn.

Astrid-d-g (270 artikelen)
Laatste update: 02-06-2015
Rubriek: Mens en Gezondheid
Subrubriek: Zwangerschap
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.
Medische informatie…
Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Raadpleeg bij medische problemen en/of vragen altijd een arts.