Spiraaltje: plaatsen, verwijderen en bijwerkingen
Het spiraaltje beschermt tegen zwangerschap. Er zijn twee soorten: het koperspiraaltje en het hormoonspiraaltje. Het inbrengen en verwijderen kan soms erg pijnlijk zijn.
Spiraal
Een spiraal, veelal spiraaltje genoemd, is een voorwerp dat in de baarmoeder wordt gebracht om een zwangerschap te voorkomen. De Engelse benaming is
intra-uterine device (IUD). De benaming spiraaltje komt nog van het vroegere spiraaltje vanwege het uiterlijk. Het eerste spiraaltje werd ontwikkelt met draden van de zijdeworm, het was het eerste anticonceptiemiddel dat helemaal in de baarmoeder lag. Echt steriel was het niet, waardoor infecties voorkwamen. Later werden er spiraaltjes van kunststof gemaakt. Door er koper aan toe te voegen, kon het spiraaltje kleiner gemaakt worden.
Twee soorten spiraaltjes
De spiraaltjes van tegenwoordig zijn nagenoeg allemaal in een T-vorm. Er zijn twee soorten spiraaltjes: het koperspiraaltje en het hormoonspiraaltje.
Koperspiraaltje
Dit spiraaltje bevat koper. Koper heeft als eigenschap dat het zaadcellen ongeschikt maakt voor een bevruchting. De zaadcel wordt trager door het koper en kan zo de eicel niet bereiken. Mocht er toch een eitje bevrucht raken, dan zal deze moeilijk kunnen innestelen en uitgroeien door de steriele reactie in de baarmoeder. Er wordt door het spiraaltje continue een kleine hoeveelheid koper afgegeven. Het koperspiraaltje werkt gedurende ongeveer tien jaar. Als bijwerking is bekend dat dit type spiraaltje een overvloediger en pijnlijker menstruatie als gevolg heeft. Dit spiraaltje kan ook als morning after pil dienen.
Hormoonspiraaltje
Het hormoonspiraaltje geeft continue een kleine hoeveelheid hormonen af. Hierdoor wordt het slijm in de baarmoeder taaier en dikker. Zaadcellen kunnen hierdoor ook niet doordringen. De baarmoeder zal door de hormoonspiraal in een fase van rust komen. De werking is ongeveer vijf jaar. De bijwerking van een hormoonspiraaltje is veelal een afname van de menstruatie na enkele maanden.
Over het algemeen lijkt de hormoonspiraaltje een betere bescherming tegen zwangerschap te geven. Een spiraaltje is tussen de 97,9% en 99,8% betrouwbaar tegen ongewenste zwangerschappen, mits deze op de juiste manier is geplaatst.
Het plaatsen
Een spiraaltje wordt bij voorkeur tijdens de menstruatie of vlak daarna ingebracht. De kans dat er dan geen sprake is van een zwangerschap is klein en het spiraaltje werkt direct. Een speculum oftewel een eendenbek wordt in de baarmoedermond ingebracht. Deze houdt de baarmoedermond voldoende open. Er wordt een staafje ingebracht waarmee de diepte van de baarmoeder wordt gemeten. Via een dun hulsje wordt het spiraaltje vervolgens naar binnen gebracht. De draadjes die naar buiten blijven steken, worden op maat geknipt. Het inbrengen kan een vervelend of pijnlijk gevoel geven. Aangeraden wordt om een uur voor het inbrengen 1000 mg. paracetamol in te nemen. Ibuprofen 600 mg. mag ook.
Soms is men na het inbrengen duizelig, misselijk of moet men braken. Dit is een normaal verschijnsel. De arts houdt hier rekening mee en men kan blijven liggen totdat het beter gaat. Ga niet aan de wandel wanneer men duizelig is, sommige vrouwen vallen flauw na het plaatsen van het spiraaltje.
Na het inbrengen kan het nog een aantal dagen pijnlijk aanvoelen. Er mag dan een pijnstiller ingenomen worden. Wanneer er de dagen daarna een koorts of aanhoudende buikpijn optreed, moet men de arts waarschuwen. In enkele gevallen is er sprake van afstoting door het lichaam of een infectie.
Verwijderen van een spiraaltje
Aan het uiteinden van het spiraaltje zitten twee draadjes. Deze zijn bedoeld voor het verwijderen van het spiraaltje. Trek nooit zelf aan de draadjes om deze te verwijderen. Alleen een arts kan en mag een spiraaltje bij de vrouw verwijderen. De arts verwijderd het spiraaltje door voorzichtig aan de twee draadjes te trekken. Het verwijderen kan soms ook pijnlijk zijn. Over het algemeen is de pijn minder dan bij het inbrengen.
Ook voor het verwijderen kan men het beste een uur van te voren paracetamol of ibuprofen innemen. Klachten als duizeligheid, misselijkheid of braken komt na het verwijderen eigenlijk zelden voor.