Medicamenteuze behandeling van persoonlijkheidsstoornissen
Gedurende lange tijd overheerste de puur psychologische benadering van persoonlijkheidsstoornissen. Tegenwoordig wordt er gebruik gemaakt van het biopsychosociale model, waarin persoonlijkheidsstoornissen benaderd worden vanuit zowel de biologie, de psyche van de cliënt en de sociale omgeving. Een gevolg hiervan is dat persoonlijkheidsstoornissen steeds vaker ook behandeld worden met medicatie. Dit artikel gaat over de medicamenteuze behandeling van persoonlijkheidsstoornissen.
Persoonlijkheidsstoornis
Persoonlijkheidsstoornissen zijn, de term zegt het al,
stoornissen in de persoonlijkheid van een persoon. Bij mensen met een persoonlijkheidsstoornissen wijken bepaalde aspecten van de persoonlijkheid af van het 'normale', het gemiddelde. Het is echter erg lastig om een definitie te geven van wat normaal is en wat als abnormaal beschouwd moet worden. Over het algemeen wordt gesteld dat er sprake is van een stoornis wanneer men dusdanig afwijkt van het 'normale' dat men (of de omgeving) er hinder van ondervindt.
De
DSM-IV is een classificatiesysteem dat door veel mensen in de psychologie en psychiater gebruikt wordt om mensen te classificeren in categorieën van afwijkend gedrag en gevoelens. De DSM-IV bevat omschrijvingen van honderden psychische stoornissen. In de DSM-IV worden momenteel
tien persoonlijkheidsstoornissen onderscheiden:
- De paranoïde persoonlijkheidsstoornis
- De schizoïde persoonlijkheidsstoornis
- De schizotypische persoonlijkheidsstoornis
- De antisociale persoonlijkheidsstoornis
- De borderline persoonlijkheidsstoornis
- De theatrale persoonlijkheidsstoornis
- De narcistische persoonlijkheidsstoornis
- De vermijdende persoonlijkheidsstoornis
- De afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
- De obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis
Persoonlijkheidsstoornissen zijn verder onder te verdelen in drie clusters. Elk cluster typeert in één woord de persoonlijkheidsstoornis. Cluster A bevat de persoonlijkheidsstoornissen met vreemd of excentriek gedrag, zoals de paranoïde persoonlijkheidsstoornis, de schizoïde persoonlijkheidsstoornis en de schizotypische persoonlijkheidsstoornis. Cluster B bevat de persoonlijkheidsstoornissen met theatraal of emotioneel gedrag, zoals de antisociale persoonlijkheidsstoornis, de borderline persoonlijkheidsstoornis, de theatrale persoonlijkheidsstoornis en de narcistische persoonlijkheidsstoornis. Cluster C tot slot bevat de persoonlijkheidsstoornissen met gespannen of angstig gedrag, zoals de vermijdende persoonlijkheidsstoornis, de afhankelijke persoonlijkheidsstoornis en de obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis.
Behandeling van persoonlijkheidsstoornissen
Persoonlijkheidsstoornissen worden opgevat als stoornissen die permanent zijn. De persoonlijkheid wordt opgevat als permanent en onveranderbaar, en aangezien de persoonlijkheidsstoornis de persoonlijkheid betreft is deze stoornis dus niet definitief te genezen. Er zijn echter wel talrijke methoden en technieken die de cliënt kunnen helpen de stoornis te begrijpen en ermee om te leren gaan. Veelgebruikte behandelmethoden van persoonlijkheidsstoornissen zijn psychotherapie (met name de cognitieve gedragstherapie), groepstherapie, creatieve therapie en medicijnen.
Behandeling van persoonlijkheidsstoornissen met medicijnen
De paranoïde persoonlijkheidsstoornis
De typerende eigenschappen van iemand met de paranoïde persoonlijkheidsstoornis zijn een aanhoudende en ongerechtvaardigd wantrouwen jegens de medemens en achterdochtigheid. Men is dikwijls erg gevoelig voor kritiek, overgevoelig, rigide en soms agressief.
De paranoïde persoonlijkheidsstoornis is tot op heden niet onderworpen aan gecontrolleerde onderzoeken. Uit kleinschalige onderzoeken is naar voren gekomen dat
pimozide, een antipsychoticum, verbetering kan geven in de stoornis. Aangeraden wordt om pimozide (of risperidone) met name voor te schrijven wanneer men last heeft van het onterecht beschuldigen van anderen, een lage frustratie grens en overgevoeligheid voor kritiek.
De schizoïde persoonlijkheidsstoornis
De schizoïde persoonlijkheidsstoornis wordt gekenmerkt door de neiging om in zichzelf te keren, weg van de buitenwereld. Men heeft een gebrekkige (of zelfs gebrek aan) emotionele expressie, interesses die als vreemd beschouwd worden door de buitenwereld en tegelijkertijd gevoeligheid en desinteresse. Men handelt het liefst alleen en lijkt zelden hevige emoties te ervaren.
Er zijn slechts een aantal gecontrolleerde onderzoeken naar de behandeling van de schizoïde persoonlijkheidsstoornis met medicatie uitgevoerd. Bepaalde aspecten van de stoornis, zoals angst en depressie kunnen behandeld worden met
antidepressiva. Kenmerken als de afzijdigheid en het solitair leven zijn echter niet goed te behandelen met de huidige medicatie.
MAO-remmers en
SSRI's blijken in sommige gevallen effectief in de behandeling van de eenzaamheid en afzijdigheid. Hierbij wordt er van uit gegaan dat overgevoeligheid ten grondslag ligt aan dit gedrag. De schizoïde persoonlijkheidsstoornis ligt op het spectrum van schizofrenie, sommige mensen zijn daarom gebaat bij een
antipsychoticum.
De schizotypische persoonlijkheidsstoornis
De schizotypische persoonlijkheidsstoornis ligt eveneens op het spectrum van schizofrenie. Dit uit zich vanzelfsprekend ook in de typerende kenmerken van de persoonlijkheidsstoornis zoals paranoïde gedachten, achtervolgingswanen, extreme sociale angst, bijgelovigheid, weinig vrienden en kennissen en afwijkend gedrag.
Na de borderline persoonlijkheidsstoornis komt de schizotypische persoonlijkheidsstoornis wat betreft de veelheid aan onderzoeken naar de behandeling met medicatie. Er zijn verschillende soorten medicatie onderzocht.
Anxiolytica blijken effectief bij mensen die een matige angst vertonen.
Amoxapine, een
antidepressivum met kenmerken van een antipsychoticum, blijkt effectief in het behandelen van schizofrenie en depressie achtige symptomen.
fluoxetine blijkt effectief in het behandelen van interpersoonlijke gevoeligheid, angst, paranoïde gedachten en zelfdestructief gedrag. Wanneer men eveneens dissociatieve symptomen vertoond wordt
naltrexone aangeraden.
De antisociale persoonlijkheidsstoornis
De antisociale persoonlijkheidsstoornis werd vroeger vaak aangeduid met psychopathie, sociopathie en dyssociale persoonlijkheden. Mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis worden gekenmerkt door een grote charme, onbetrouwbaarheid, slecht oordelingsvermogen en een gebrek aan sociaal verantwoordelijkheidgevoel, schuldgevoel, angst en spijt.
Tot op heden is er nog slechts weinig gebruik gemaakt van medicatie in de behandeling van deze persoonlijkheidsstoornis, gecontroleerd onderzoek is dan ook nog niet voor handen. Kleinschalig onderzoek naar het gebruik van benzodiazepinen en neuroleptica geeft wisselende uitkomsten.
Psychostimulantia (zoals methylfenidaat, ook wel bekend als Ritalin) lijken een positief effect te hebben maar dit is nog niet bevestigd met gecontroleerd onderzoek. Cliënten die last hebben van impulsiviteit, gewelddadigheid en hevige stemmingswisselingen lijken baat te hebben bij een onderhoudsdosis
lithium.
Voor cliënten die veel last hebben van agressiviteit en/of impulsiviteit blijken ook
SSRI's (een vorm van antidepressivum) een uitkomst te bieden. Een aantal studies hebben reeds aangetoond dat fluoxetine effectief is.
De borderline persoonlijkheidsstoornis
De borderline persoonlijkheidsstoornis is de persoonlijkheidsstoornis die het meest bekend is bij velen door de hoge prevalentie (geschat wordt dat 2% van de populatie de borderline persoonlijkheidsstoornis heeft). De borderline persoonlijkheidsstoornis wordt gekenmerkt door verstoring van het affect, gebrekkige controle over het gedrag en problemen met interpersoonlijke relaties.
De borderline persoonlijkheidsstoornis wordt reeds langere tijd behandeld met medicatie. Dit heeft als gevolg dat er al diverse gecontrolleerde onderzoeken naar deze medicatie uitgevoerd is. Er is geëxperimenteerd met verschillende soorten psychiatrische medicatie.
Momenteel wordt de keuze voor een medicatie soort met name gemaakt op basis van de specifieke problemen van de cliënt. Mensen die voornamelijk problemen hebben met de affectregulatie hebben dikwijls baat bij
lithium carbonaat en
carbamazepines. Mensen die met name problemen hebben bij het controleren van het gedrag (impulsiviteit) zijn vaak gebaat bij
fluoxetine. Tot slot blijkt
naltrexon effectief te zijn in de behandeling van mensen met zelfdestructief gedrag.
De theatrale persoonlijkheidsstoornis
De theatrale persoonlijkheidsstoornis stond in de geschiedenis dikwijls bekend als hysterie. Mensen met de theatrale persoonlijkheidsstoornis voelen zich ongemakkelijk wanneer zij niet in het middelpunt van de belangstelling staan, maken zich ovedreven zorgen over hun voorkomen, zijn erg op zich zelf gericht en richten op een hinderlijke manier constant de aandacht op zichzelf.
Naar de theatrale persoonlijkheidsstoornis zijn nog geen gecontrolleerde onderzoeken wat betreft medicatie uitgevoerd. Men is reeds echter al goed in staat om specifieke problemen aan te pakken met medicatie.
Wanneer men last heeft van bijkomende depressies kan een
antidepressivum voorgeschreven worden. Wanneer men extreem gevoelig is voor afwijzing, constant op zoek is naar aandacht en er zich slapeloosheid voordoet tijdens de depressieve periode wordt een
MAO-remmer aangeraden.
De mensen waarbij de persoonlijkheidsstoornis voor de meeste verstoring van het leven zorgt worden dikwijls gekenmerkt door een affectieve instabiliteit en impulsiviteit. Bij deze mensen wordt
sertraline aangeraden, een SSRI. Wanneer men een gedeeltelijke respons vertoond kan er een
stemmingsstabilisator toegevoegd worden, zoals valproate of carbamazepine.
De narcistische persoonlijkheidsstoornis
Mensen met de narcistische persoonlijkheidsstoornis worden gekenmerkt door een overdreven reactie op kritiek, een opgeblazen en onrealistisch gevoel van zelfwaarde, constante behoefte aan aandacht en beminning, gebrek aan empathie, gevoelens van jaloezie en het gebruiken van anderen om er zelf beter van te worden.
De narcistische persoonlijkheidsstoornis is nog niet onderwerpen aan gecontrolleerd onderzoek wat medicatie betreft. Er zijn echter wel kleinschalige onderzoeken naar de behandeling van de narcistische persoonlijkheidsstoornis met medicatie gedaan.
SSRI's als fluoxetine en setroline blijken effectief in het behandelen van de interpersoonlijke gevoeligheid en reactiviteit. Ook
MAO-remmers blijken hierbij effectief te zijn. Wanneer men zelfverwondend gedrag vertoond kan men nalrexone voorschrijven.
De vermijdende persoonlijkheidsstoornis
Mensen met de vermijdende persoonlijkheidsstoornis hebben een sterke behoefte aan interpersoonlijk contact, maar zijn daarbij enorm bang voor afwijzing, beschaming en vernedering waardoor zij vermijdingsgedrag gaan vertonen en zich afzonderen van anderen.
Sommige aspecten van deze persoonlijkheidsstoornis, met name de sociale angst, blijken erg goed te reageren op medicatie. Uit recent onderzoek is naar voren gekomen dat de vermijdende persoonlijkheidsstoornis grote overlap vertoont met aspecten van een
sociale fobie. Behandeling met typische medicatie voor de sociale fobie, zoals MAO-remmers of fluoxetine blijkt effectief. Wanneer men deels maar niet voldoende reageert op een SSRI kan men er een langwerkende
benzodiazepine of
clonazepam aan toevoegen.
De afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
De afhankelijke persoonlijkheidsstoornis wordt met name gekenmerkt door afhankelijk en meegaand gedrag. Men is niet in staat alledaagse beslissingen te nemen zonder een excessieve hoeveelheid van bevestiging en advies van anderen. Men is het altijd eens met anderen, ook al vindt men het idee verkeerd, uit angst voor afwijzing. Men heeft moeite op zelf activiteiten op te starten en is snel geraakt door kritiek.
Er is nog geen gecontrolleerd onderzoek gedaan naar de rol van medicatie in de behandeling van de afhankelijke persoonlijkheidsstoornis. Wanneer men echter perioden van angst of depressie kent kan men deze problemen behandelen met een
antidepressivum of een
anxiolytica.
De obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis
De obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis verschilt van de obsessief-compulsieve stoornis. Mensen met de obessief-compulsieve stoornis ervaren hun gedrag als vervelend, mensen met de obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis ervaren hun aandoening zelden als heel vervelend. Men heeft een preoccupatie met regels, netheid, details en organisatie. Daarnaast is men dikwijls besluiteloos, heeft een heel sterk geweten en is heel erg gepassioneerd in alles wat men doet.
In tegenstelling tot de obsessief-compulsieve stoornis is er relatief weinig onderzoek gedaan naar de behandeling van de obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis met medicijnen. Veel medicatie die effectief blijkt in de behandeling van de obsessief-compulsieve stoornis is dit niet wat betreft de obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis. Er wordt door sommige onderzoekers zelfs gesteld dat medicatie niet geschikt is als behandelmethode van deze persoonlijkheidsstoornis en dat
psychotherapie de aangewezen behandeling vormt.
Toch zijn bepaalde aspecten van deze persoonlijkheidsstoornis, zoals een bijkomende angst of depressie wel behandelbaar met medicatie. Aangeraden wordt om te starten met een SSRI en wanneer deze niet werkt een andere SSRI te proberen, of een langwerkende benzodiazepine toe te voegen.