Urineweginfectie: ontstaan, soorten en behandeling
Een urineweginfectie wordt vaak veroorzaakt door de E.Coli bacterie, die in de plasbuis opstijgen en zorgt voor een infectie. Deze bacterie groeit in de urine, dit komt veel voor bij situaties waar de blaas niet goed functioneert en niet goed kan worden leeggeplast. Waardoor de bacterie niet wordt afgevoerd.
Verschillende soorten
Verschillende verschijningsvormen van acute urineweginfecties:
Acute urineweginfecties omvatten een grote variëteit van klinische beelden. Gemeenschappelijk is de aanwezigheid van micro-organismen in de urine. De verschillende verschijningsvormen zijn:
- nierbekkenontsteking (pyelitis), al of niet begeleid door een ontsteking van het nierweefsel (pyelonefritis)
- blaasontsteking (cystitis)
- urinebuisontsteking (urethritis, niet overgebracht door geslachtsverkeer)
- ontstekingen van de prostaat (prostatitis)
- infecties zonder symptomen (asymptomatisch)
Gecompliceerde en ongecompliceerde urineweginfecties
Urineweginfecties worden verder onderverdeeld in ongecompliceerde en gecompliceerde urineweginfecties. In het eerste geval heeft de gastheer in principe een normale afweer. Bij gecompliceerde urineweginfecties heeft de gastheer functionele of anatomische afwijkingen aan de urinewegen en/of er zijn andere oorzaken van verminderde weerstand, zoals diabetes mellitus en stoornissen aan het immuunapparaat. Deze stoornissen kunnen ontstaan zijn door ziekte en/of immunosuppressieve medicatie. De afweer van de gastheer is verstoord, waardoor het micro-organisme minder ziekmakende eigenschappen hoeft te hebben om toch een infectie te veroorzaken (zelfs bloedvergiftiging). Dit komt ook tot uiting in het scala van micro-organismen die men bij deze groep isoleert.
Symptomen van een acute urineweginfectie
De symptomen van een acute urineweginfectie zijn afhankelijk van de betrokken organen en het onderliggend lijden. Het brede scala van symptomen kan variëren van frequente lozingsdrang, pijnlijke lozing, buikpijn, koorts, flankpijn, algehele malaise en tot zelfs levensbedreigende sepsis. Bij zuigelingen en kleine kinderen kan er gebrek aan eetlust zijn, slecht groeien, algehele malaise en onbegrepen periodes met koorts. Bij grote kinderen kunnen incontinentie en bedplassen ontstaan. Bij bejaarden kan verwardheid, koorts en incontinentie optreden.
Diagnose
Van een urineweginfectie wordt gesproken wanneer er klinische verschijnselen bestaan in combinatie met bacteriurie. Indien deze klinische verschijnselen ontbreken, spreekt men van asymptomatische bacteriurie. Wanneer er wél typische mictieklachten bestaan, maar bacteriurie en een aanwijsbare oorzaak zoals een urethritis of vaginitis ontbreken, is er sprake van een urethraalsyndroom.
In de meeste gevallen blijft een urineweginfectie beperkt tot een oppervlakkige ontsteking van de mucosa van de blaas: een cystitis. Kenmerkend hierbij is een pijnlijke mictie (strangurie) in combinatie met een frequente mictie (pollakisurie); soms is er ook pijnlijke aandrang (dysurie), pijn in de onderbuik of hematurie.
Indien de infectie zich uitbreidt naar het weefsel van de nier of de prostaat, ontstaat respectievelijk een pyelonefritis of een acute prostatitis. Deze infecties gaan in het typische geval gepaard met tekenen van weefselinvasie, te weten: hoge koorts, koude rillingen, misselijkheid en pijn in een flank of het perineum, terwijl mictieklachten kunnen ontbreken. Indien een cystitis optreedt bij een overigens gezonde, niet-zwangere, volwassen vrouw, spreekt men van een ongecompliceerde urineweginfectie.
Bij risicogroepen (mannen, zwangeren, kinderen en patiënten met afwijkingen aan de nieren of urinewegen, een verminderde weerstand of een verblijfskatheter) wordt evenals bij invasieve infecties (pyelonefritis of acute prostatitis) gesproken van een gecompliceerde urineweginfectie. Een gecompliceerde urineweginfectie bij mannen kan worden aangetoond door palpatie. De arts voelt of de prostaat is opgezet. Bij nierbekkenontsteking kan dit niet gebeuren, omdat de arts daar niet bij kan. Klachten zijn dan last van de onderrug en koorts.
Verschil tussen mannen en vrouwen
Acute infecties in de thuissituatie komen veel bij vrouwen voor. Al bij schoolkinderen komen ze voor en nemen vervolgens toe met de leeftijd. Bij het ontwikkelen van seksuele activiteit neemt dit verder toe. Ook bij vrouwen ouder dan 70 jaar ziet men frequent infecties, maar deze zijn (anders dan bij jongeren) vaak asymptomatisch. Urineweginfecties bij mannen zijn zeldzaam (behalve bij bejaarde mannen) en vaak een uiting van een afwijking in de urinewegen.
Urineweginfecties worden hoofdzakelijk veroorzaakt door bacteriën afkomstig uit de ontlasting, die via de plasbuis in de blaas terechtkomen en eventueel van daaruit verder gaan naar de nier of de prostaat. In zeldzame gevallen ontstaat een prostaat- of een nierbekkenontsteking via de bloedbaan.
Blaasontstekingen zijn een typische vrouwenkwaal. De korte plasbuis en de uitgang van de plasbuis zo dicht bij de anus, in tegenstelling tot bij mannen, zijn hiervoor verantwoordelijk. Daarnaast geeft het hebben van gemeenschap een grotere kans op deze infecties. Er zijn nog andere omstandigheden waardoor een urineweginfectie kan worden uitgelokt. Bedoeld worden een zwangerschap vanwege een ontstane verwijding van de urineleiders tussen de nieren en de blaas en een slappere blaas; mannen die de blaas niet helemaal kunnen leegmaken ten gevolge van bijvoorbeeld een vergrote prostaat (of obstructie van het ‘klepje’ tussen de prostaat en de blaas); jonge kinderen waarbij urine terugloopt van de blaas naar de urineleider tussen de nier en de blaas; vrouwen met een verzakking waardoor de blaas niet helemaal kan worden leeggemaakt; vrouwen na de overgang met dunnere slijmvliezen van de schede en lage urinewegen ten gevolge van een tekort aan vrouwelijk hormoon; patiënten met blaas- of nierstenen, met een verblijfskatheter, verlammingsverschijnselen van de blaas of een verminderde weerstand door bijvoorbeeld suikerziekte, bestraling of medicijnen die de weerstand verlagen.
Bij mannen is de behandeling langer dan bij vrouwen. Dit verschil ontstaat doordat bij vrouwen het oppervlak van de urinebuis en de blaas kleiner is dan bij mannen. Het aantal bacteriën bij mannen is dus groter. Bovendien is de ontsteking bij mannen gecompliceerd en bij vrouwen (vaak) ongecompliceerd.
Behandeling
Ongecompliceerde urineweginfecties
- 1e keus: nitrofurantoïne (2 dd 100 mg met gereguleerde afgifte) gedurende 5 dagen
- 2e keus: trimethoprim (1 dd 300 mg) gedurende 3 dagen
- 3e keus: één gift fosfomycine (3 gram).
Gecompliceerde urineweginfecties
Risicogroepen en alle patiënten met tekenen weefselinvasie, 10 dagen:
- 1e keus: amoxicilline-clavulaanzuur (0-2 jr: 40/5 mg/kg in 3 giften, 2-7 jr: 3 dd 125/31,25 mg, 7-12 jr: 3 dd 250/62,5 mg, vanaf 12 jr: 3 dd 500/125 mg)
- 2e keus: co-trimoxazol (0-12 jr: 2 dd 18 mg/kg, vanaf 12 jr: 2 dd 960 mg; niet in zwangerschap) of een fluorchinolon (norfloxacine 2 dd 400 mg of ciprofloxacine 2 dd 500 mg; niet in zwangerschap, tijdens lactatie of indien jonger dan 16 jr).