Hoe uw baby groeit en wat hij beleeft

De baby zweeft net zo makkelijk in de moederbuik als een astronaut in de ruimte. Hij is uitstekend beschermd door de baarmoeder, omgeven door vruchtwater en met de navelstreng verbonden aan de placenta. De baarmoeder, het vruchtwater, de navelstreng en de placenta vormen samen eigenlijk de eerste kinderkamer van de baby.

De baarmoeder

Eigenlijk is de baarmoeder slechts een kleine, holle spier die voor de zwangerschap tussen de zeven en tien centimeter lang is en de vorm van een peer heeft. Maar onderschat haar kracht niet! Ze is met zes banden aan het bekken bevestigd, tussen het schaam- en heiligbeen, achter de blaas. Aangezien die banden zeer elastisch zijn, is de baarmoeder zelf ook heel beweeglijk en kan ze makkelijk naar voren en naar achteren kantelen, zich samentrekken, maar vooral ook enorm groeien. Tijdens de zwangerschap wordt ze de grootste en sterkste spier van het lichaam. Kort voor de bevalling reikt ze van de bekkenbodem tot aan de onderste ribben en groeit ze moeiteloos uit van een ruimte van krap enkele millimeters tot een soort holte waarin een of meer baby's terecht kunnen. De baarmoeder heeft drie toegangen. Bovenaan bevinden zich de twee openingen naar de eileiders, waardoor de bevruchte eicel naar de baarmoeder getransporteerd werd. En aan de onderzijde bevindt zich de aanvankelijk net zo kleine opening, ofwel de baarmoedermond, waardoor de zaadcellen in de baarmoeder konden komen. Deze spleetachtige opening wordt tijdens de bevalling zelf ongeveer honderd keer wijder om de baby door te kunnen laten. De baarmoeder bestaat uit vier lagen. De buitenste, eigenlijk een langgerekte spier, wordt pas actief als de weeën de baarmoedermond openen (ontsluiting), dus kort voor en tijdens de bevalling. De tweede laag bestaat uit een dicht netwerk van spieren met veel bloedvaten, de derde uit ringvormig spierweefsel dat de ongeboren baby in de baarmoeder als het ware draagt en waarop een dik, weelderig, voedingsrijk slijmvlies ligt, dat is de vierde laag ofwel het bedje waarin de bevruchte eicel zich nestelt.

Het vruchtwater

Al in de vierde en vijfde week vormt zich een beetje vruchtwater in de baarmoederholte. Dit beperkt zich echter tot enkele druppels. In de 12de week is dat pakweg 100 milliliter en aan het einde van de zwangerschap ongeveer een liter. Moeder en kind zorgen beide voor het ontstaan van vruchtwater, dat overigens zeer snel ververst wordt en voor 98 tot 99 procent uit puur water bestaat dat door de moeder geleverd wordt. Vlak voor de bevalling vervangt de placenta namelijk elk uur bijna een halve liter vruchtwater, door het oude vruchtwater te absorberen en om te zetten in nieuw. De rest is afkomstig van plasjes, afgeschilferde huidcellen van de baby, voedingsstoffen en placenta hormonen. Het kleurloze, tamelijk zoete vruchtwater is voor de baby een levenselixer. Het bevat belangrijke voedingsstoffen, beschermt tegen infecties en temperatuurschommelingen, voert afvalstoffen af, fungeert als een soort stootkussen en beschermt tegen baarmoedercontracties. Aangezien water een uitstekende geleider is, kan de baby al vroeg gedempte (dus aangenaam) geluiden uit de buitenwereld horen. Overigens is zijn huid vanaf de zesde maand bedekt met een dikke vetlaag (vernix), een soort natuurlijke duikersuitrusting.

De navelstreng

De navelstreng vormt de verbinding met de placenta (de voedingsbron van de baby) en de ongeboren baby en heeft pas na de geboorte geen nut meer. De streng is aanvankelijk slechts enkele millimeters lang, maar tegen het einde van de zwangerschap tussen de 20 en 150 centimeter, met een gemiddelde van 50 a 60 centimeter en een dikte van doorgaans anderhalve centimeter. Ook een korte navelstreng is lang genoeg om voldoende bewegingsvrijheid voor de baby te garanderen. Het 'levenskoord' vormt een directe verbinding tussen de lever van de baby en de placenta. Eromheen zit een krachtige, elastische, geleiachtige massa die de zeer belangrijke bloedvaten beschermt tegen druk. Om te voorkomen dat ze knikt of anderszins in de verdrukking komt door de buitelingen van de baby, is ze spiraalvormig. Zelfs als ze een keer om de hals van de baby draait, bestaat er helemaal geen gevaar. Complicaties bij de bevalling waarbij omstrengeling de oorzaak is, treden dan ook nagenoeg niet op. Tijdens de bevalling haalt de verloskundige de navelstreng gewoon van het hoofdje. In dit geval gaat het meestal om een wat langere navelstreng, die legt zich namelijk sneller om het hoofdje van de baby. Een korte navelstreng krijgt daar gewoon de kans niet voor. Kortom, de vroeger wijdverbreide angst van een omstrengeling is ongegrond, en mocht de baby gedurende de weeën zuurstoftekort krijgen, dan kan de bevalling tegenwoordig altijd bespoedigd worden. De navelstrengader transporteert voedings- en zuurstofrijk bloed van de moeder naar het kind, en de slagader zuurstofarm bloed naar de placenta. Dit is dus net het tegenovergestelde van wat er later buiten het moederlichaam gebeurt. In feite leeft de ongeboren baby in een paradijselijke toestand. Hij kent honger, dorst noch ademnood. Zijn behoeften worden meteen bevredigd.

De placenta

De placenta, vroeger ook wel zeer beeldend moederkoek genoemd, is de voedingsbron van het kind. Bij de geboorte is ze ongeveer zo groot als een bord en weegt ze 500 gram. Ze bestaat uit donkerrood, paddestoelachtig weefsel met ontelbare grote en kleinere bloedvaten. Sommige mythologen denken dat de placenta het oeroude zinnebeeld van de levensboom vertegenwoordigt. Inderdaad, de zeer wijdvertakte bloedvaten doen denken aan een boom. Dit belangrijke orgaan transporteert al op de elfde dag na de bevruchting trouw het voedings- en zuurstofrijke bloed van de moeder via de navelstreng naar het kind, voert afvalstoffen af en heeft dus een long-, nier- en spijsverteringsfunctie. Bovendien houdt ze veel schadelijke stoffen uit het moederbloed tegen. Als de vrouw bijvoorbeeld veel rookt tijdens de zwangerschap kunnen de bloedvaten zodanig vernauwen dat de placentafunctie in het gedrang komt. Vandaar dat juist die baby's vaak kleiner zijn en een lager geboortegewicht hebben. De werking van de placenta begint enkele weken voor de bevalling af te nemen. Toch zijn de verschillende functies pas echt overbodig als na de bevalling de navelstreng wordt doorgeknipt.
© 2009 - 2024 Kristofvdh, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Navelstreng en aandoeningenNavelstreng en aandoeningenDe navelstreng is de streng die de verbinding vormt tussen de placenta en de vrucht die zich in de baarmoeder bevindt. N…
Placenta en navelstrengEen kindje is onderweg, eindelijk gelukt, maar hoe gaat het nu verder? Wie geeft het kindje te eten? Wie zorgt er groten…
Geboorte van de placenta: placentaire fase van een bevallingDe geboorte van een placenta wordt dikwijls nogal eens over het hoofd gezien wanneer men aan een bevalling denkt. Vele v…
De ongeboren baby poept in het vruchtwaterDe ongeboren baby poept in het vruchtwaterVruchtwater hoort helder te zijn. Als de baby wordt geboren en het vruchtwater is groenig of bruinig van kleur, dan heef…

Alles over flessenvoedingDe moderne flesvoeding bevat tegenwoordig, op antistoffen na, alles wat de baby nodig heeft om te groeien. Het grote voo…
Je bent zwanger! En nu?Geen enkele zwangerschap is hetzelfde en hoe een zwangerschap gaat verlopen, kan vooraf nooit met zekerheid worden gezeg…
Kristofvdh (68 artikelen)
Gepubliceerd: 24-08-2009
Rubriek: Mens en Gezondheid
Subrubriek: Zwangerschap
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.
Medische informatie…
Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Raadpleeg bij medische problemen en/of vragen altijd een arts.