Boezemfibrilleren en acetylsalicylzuur cardio (aspirine)
Boezemfibrilleren is een hartritmestoornis die onbehandeld nogal wat complicaties kan veroorzaken. Een van de risico’s van deze geleidingsstoornis van elektrische impulsen in de hartspier is de vorming van bloedstolsels in het hart. De behandeling bestaat onder meer uit het voorschrijven van een bloedverdunner. Bij laag-risicopatiënten is dat vaak acetylsalicylzuur cardio, ook wel cardioaspirine (aspirine) genoemd. Het is uitermate belangrijk dat dit medicijn elke dag trouw wordt ingenomen.
Inhoud
Hoe ontstaat boezemfibrilleren
De anatomie van het
hart bestaat uit twee voorkamers (atria of boezems) en twee kamers (ventrikels). Dankzij hun nauwe samenwerking wordt het
bloed via de boezems naar de kamers en vervolgens door het hele lichaam gepompt. Als die samenwerking niet goed verloopt, ontstaan er problemen in de
bloedcirculatie. Een
ritmestoornis ligt daar vaak aan ten grondslag, zoals boezemfibrilleren. In de wand van de rechterboezem bevindt zich de sinusknoop, die elektrische impulsen door de boezems stuurt en de boezemspier laat samentrekken. Deze impulsen arriveren bij de AV-knoop, die de prikkels via de bundel van His doorgeeft aan de hartkamers, waarna de ventrikels contraheren.
Stolselvorming
Bij boezemfibrilleren ontstaan er talrijke prikkels in de boezems, waardoor de atria op chaotische wijze samentrekken, wel 200 tot 300 keer per minuut. Gelukkig laat de
AV-knoop maar een gedeelte van die prikkels door. Dat voelt als een zeer
snelle,
onregelmatige en
ongelijkmatige pols, soms wel tot 160 slagen per minuut. Doordat het bloed in de boezems niet goed stroomt, kunnen er stolsels ontstaan. De cardioloog schrijft dan ook een bloedverdunner voor. Vaak is dat
edoxaban (Lixiana) of acetylsalicylzuur cardio (
aspirine) bij laag-risicopatiënten.
Oorzaken
De oorzaken van boezem- of atriumfibrilleren kunnen talrijk zijn. En soms is er geen te vinden, wat ook wel
lone atriumfibrillation wordt genoemd. Vaak is
hoge bloeddruk de boosdoener. Ook kan een van de hartkleppen niet goed werken. Vooral kleplekkage is berucht. Ook een
schildklieraandoening dient uitgesloten te worden bij het diagnosticeren van boezemfibrilleren en
boezemflutter. Dilatatie (verwijding, vergroting) van de voorkamers, doorgaans de linkerboezem, kan eveneens een oorzaak zijn.
Vergroting van het atrium
De atriumvergroting veroorzaakt telkens een fibrillatie, die op zijn beurt het atrium vergroot. Wat er het eerst was, de fibrillatie of de voorkamervergroting. is wat men noemt een een kip-of-eivraag. Verder kan
suikerziekte een oorzaak zijn. Net als ouderdom. Ruim twintig procent van de tachtigjarigen lijdt aan een of andere vorm van boezemfibrilleren, ofwel een probleem in het
elektrische geleidingssysteem van het hart. In voorbijgaande vorm komt het ook wel eens voor bij
kettingrokers en na overmatig koffie- en
alcoholgebruik (managersziekte).
Symptomen
De klachten verschillen per persoon. Sommige mensen merken niet eens dat het hart fibrilleert. Meestal gaat boezemfibrilleren gepaard met:
- duizeligheid;
- vermoeidheid;
- licht gevoel in het hoofd;
- flauwtes;
- vermoeidheid bij inspanning;
- soms kortademigheid bij een ernstig verminderde pompfunctie van het hart;
- transpireren;
- oedeem (enkels);
- snelle, onregelmatige pols tot wel 150 slagen per minuut.
Is boezemfibrilleren gevaarlijk?
Ter geruststelling: bij boezemfibrilleren houdt het hart heus niet op met kloppen, alleen is het hartritme chaotisch en niet efficiënt. De aandoening op zich is dus niet levensbedreigend. De
complicaties van boezemfibrilleren zijn daarentegen wel gevaarlijk. Tijdens het fibrilleren is de pompfunctie verminderd. De boezems trekken zich zo snel samen dat een gedeelte van het bloed in de atria niet of nauwelijks meer naar de ventrikels wordt afgevoerd. Dat geldt vooral voor het bloed in het zogenaamde hartoor, het verlengsel van de atria. Hierdoor kunnen er stolsels ontstaan aan de boezemwand, die uiteindelijk loslaten en ergens in het lichaam vast komen te zitten in de kleinere bloedvaten van vooral het hart (hartinfarct), de
longen (
longembolie) en de hersenen (beroerte), maar ook in de
nieren en darmen. Deze stolsels komen met name vrij als het hartritme en dus de bloedcirculatie weer normaliseert.
Preventief bloedverdunners
Het preventief innemen van bloedverdunners is om die reden zeer belangrijk en zelfs van levensbelang. Er zijn nog meer complicaties waar vooral jongere mensen onder de 65 jaar uiteindelijk mee te maken kunnen krijgen, waaronder afwijkingen van anatomische aard, zoals de genoemde
vergrote atria. Het gevaar dat er zich stolsels vormen, blijft echter groot.
Behandeling
Boezem- of atriumfibrilleren is op het ecg (
elektrocardiogram) duidelijk herkenbaar. In eerste instantie wordt geprobeerd om met medicijnen ervoor te zorgen dat het
hart zogezegd in de pas blijft lopen, mogelijk met bepaalde
bètablokkers, zoals sotalol en
metoprolol, al dan niet in combinatie met andere medicijnen, waaronder anti-aritmica, zoals
flecaïnideacetaat.
Lange termijn
De behandeling op de lange termijn, als de aandoening zich niet stabiliseert, kan bestaan uit een ablatiebehandeling, ofwel radiofrequente katheterablatie, waarbij met hitte of bevriezing bepaalde stukjes weefsel in het hart worden ‘geneutraliseerd’. Daar gaat echter een
elektrofysiologisch onderzoek aan vooraf om te bepalen hoe de elektrische geleidingsprocessen in het hart verlopen. De behandeling van boezemfibrilleren kan dus zeer divers zijn. De toediening van bloedverdunners loopt daar als een rode draad doorheen. Soms wordt gekozen voor
anticoagulantia als marcoumar, sintrom of
edoxaban (Lixiana). Vaak wordt bij laag-risicopatiënten acetylsalicylzuur cardio voorgeschreven.
Wanneer wordt acetylsalicylzuur cardio voorgeschreven?
Acetylsalicylzuur maakt deel uit van de zogenaamde trombocytenaggregatieremmers en is een medicijn dat wordt voorgeschreven bij hart- en vaatziekten. Eenvoudig gezegd voorkomt acetylsalicylzuur dat het
bloed samenklontert, het remt althans dat proces. Acetylsalicylzuur cardio is dus een bloedverdunner. Vroeger was
aspirine de
pijnstiller bij uitstek. Tegenwoordig wordt acetylsalicylzuur vooral gegeven om een
beroerte of een hartinfarct te voorkomen, zoals acetylsalicylzuur cardio 80 mg. De cardioloog schrijft dit medicijn voor bij:
Niet bij deze aandoeningen
- Als u overgevoelig bent voor acetylsalicylzuur.
- Bij nierafwijkingen.
- Als u een hersenbloeding hebt gehad.
- Bij maagaandoeningen, zoals een maagzweer.
- Bij hemofilie of als er sprake is van een andere verhoogde bloedingsneiging.
- Kort voor of na een operatie of als er een tand of kies getrokken moet worden.
- Pas op met alcohol. Het versterkt de werking van acetylsalicylzuur. Lees de bijsluiter.
Wisselwerking met andere medicijnen
In combinatie met andere
medicijnen kan acetylsalicylzuur cardio gevaar opleveren, zoals bij het gelijktijdig innemen van middelen tegen:
Bijwerkingen van acetylsalicylzuur cardio
Soms treden
bijwerkingen op zoals:
- misselijkheid, braken, verwardheid (waarschuw meteen uw huisarts, mogelijk betreft het de ziekte van Reye);
- maagbloedingen en maagpijn, darmbloedingen;
- veranderingen in het bloedbeeld;
- Huiduitslag, allergische reacties.
Zwangerschap
Waarschuw uw huisarts als u bijwerkingen hebt die in de bijsluiter van
acetylsalicylzuur cardio staan. Dat geldt ook voor bijwerkingen die niet in de bijsluiter zijn vermeld. De dosering en wijze van gebruik hangt af van de aandoening waarvoor u dit medicijn krijgt voorgeschreven. De behandeling is meestal langdurig. Gebruik acetylsalicylzuur cardio tijdens de
zwangerschap alleen als de cardioloog dat voorschrijft.
Lees verder