Pijn aan een implantaat

Implantaat in de kaak laten zetten
Een implantaat dient als kunstwortel wanneer de gewone wortel zijn functie heeft verloren. Dit kan omdat deze is gaan rotten, omdat kaakbot verloren is gegaan en de wortel uit is gevallen, door een ongeval of omdat er simpelweg nooit een wortel heeft gezeten. Om verschillende redenen kan gekozen worden voor een implantaat met uiteindelijk allemaal één doel: het gebit weer functioneel maken. Het inzetten van een implantaat wordt in de meeste gevallen door een kaakchirurg uitgevoerd, in enkele gevallen ook door een tandarts. Soms is er van tevoren botopbouw nodig wanneer blijkt dat er te weinig kaakbot aanwezig is. Wanneer de botopbouw goed is verlopen kan na enkele maanden het implantaat aangebracht worden. Dit wordt onder plaatselijke verdoving gedaan. Het tandvlees wordt opengesneden en er wordt een gaatje in het bot geboord. In dit gaatje wordt het implantaat aangebracht. Vervolgens wordt het tandvlees weer gehecht en kan het vastgroeien van het implantaat in het bot beginnen.Pijn na de operatie
Het is normaal dat er pijn na de operatie optreedt. De verdoving is na twee tot vier uur uitgewerkt. De wang kan flink gezwollen zijn evenals het tandvlees. Soms kleurt de wang blauw tot paars, dit is afkomstig van een bloeduitstorting en een normaal verschijnsel. Pijn is grotendeels afkomstig van het tandvlees en de aanhechting. De arts zal pijnstillers meegeven en soms ook een antibioticum voorschrijven. De mond kan soms moeilijk geopend worden. De zwelling, pijn en het moeilijk openen van de mond verdwijnt allemaal na een aantal dagen. Bloedingen kunnen gestelpt worden door een schoon gaasje tegen de wond te drukken met de kiezen of de tong. Spoel liever niet met water omdat net gevormde stolsels dan weer worden weggespoeld met een nieuwe bloeding als gevolg. Aangebrachte hechtingen lossen vanzelf op of worden na twee weken verwijderd, afhankelijk van het soort hechtingsmateriaal dat gebruikt is.Implantaatpijn: bestaat dat?
Sommigen klagen over pijn aan het implantaat: implantaatpijn. De pijn wordt specifiek gevoeld op de plek waar het implantaat zit. Vroeger werd gedacht dat dit onmogelijk was want bot zelf bevat immers geen zenuwen. Het bot wordt echter wel omgeven door zenuwen. Op de plaats waar eerst de tand of kies zat bevinden zich zenuwuiteinden. Deze zenuwuiteinden sterven af nadat de tand of kies verwijderd is of uitgevallen is. Van de zenuwuiteinden kan je dus geen last meer hebben, dat heeft de natuur prima zelf geregeld.Voor het plaatsen van het implantaat wordt er in het bot een gaatje geboord. Tijdens het boren kan het gebeuren dat een zenuwuiteinde geraakt wordt en zo geactiveerd wordt. De zenuw leeft weer. Bij 1 op de 10 patiënten komt dit voor. De zenuw blijft een pijnsignaal afgeven. Dit signaal kan gedurende korte tijd of langere tijd aan blijven houden. Soms bestaat de pijn uit korte felle steken en soms ook uit een zeurende continue aanhoudende pijn. In de helft van de gevallen verdwijnt dit verschijnsel weer na enkele weken tot enkele maanden. Bij de andere helft van de patiënten blijft dit aanhouden, zelfs na jaren nog. De pijn varieert van een lichte pijn die alleen in bepaalde gevallen komt opzetten zoals bij griep of verkoudheid tot een zware dagelijks aanwezige pijn. Voor sommigen wordt het hele leven door de pijn beheersd.