Acetonemie of ketogenese
Acetonemie of ketogenese zijn verschijnselen die zich voordoen bij een hoge vetverbranding of bij suikerziekte. Er is teveel aceton in het bloed aanwezig waardoor de aceton via de urine wordt uitgescheiden, maar ook via de adem. De adem ruikt dan duidelijk naar aceton. Mensen die op dieet zijn willen graag weten of hun lichaam in ketogenese is. Maar hoe controleer je dit en wanneer is ketogenese juist ongezond?
Acetonomie of een andere benaming?
Zoeken we naar acetonomie op het internet, dan vinden we dit alleen in artikelen terug die over dieren gaan. Dit terwijl acetonomie zeker ook bij mensen voorkomt. Bij dieren wordt acetonomie ook wel de slepende melkziekte genoemd. Er is sprake van een energietekort als gevolg van een infectieziekte of van uitputting. Dit komt voor bij moederdieren die te weinig voedingsstoffen binnen krijgen voor de productie van moedermelk.
Bij mensen kennen we ook acetonomie. Het wordt bij mensen echter vaak geen acetonomie genoemd maar ketogenese. Beiden begrippen zijn hetzelfde. Er wordt ook wel eens gesproken van ketoacidose: een ophoping van aceton in het bloed en de urine. Een andere benaming is ketose. Al die verschillende benamingen maken het soms moeilijk om te ontdekken wat iets betekent. Bij ketoacidose is het bloedsuikergehalte veel te hoog en de pH van het bloed onder de 7,35, iets dat bij ketose niet het geval is. Ketoacidose komt voornamelijk bij diabetes voor.
Oorzaak van acetonomie of ketogenese
Net als bij dieren kan ketogenese voorkomen tijdens de periode van borstvoeding. Dit komt bij mensen echter weinig voor omdat deskundigen (verloskundige, kraamhulp) erop letten dat de moeder voldoende en juiste voeding tot zich neemt. In ontwikkelingslanden is borstvoeding wel vaak een oorzaak voor ketogenese.
Vaker is ketogenese het gevolg van diabetes (suikerziekte). Maar ook bij een hongerdieet of een koolhydraatarm dieet komt ketogenese net zo vaak voor.
Waardoor ontstaat er een acetonlucht?
De reden voor de acetonlucht uit de mond is een uitleg die heel wat pagina's in beslag kan nemen, maar hier zeer beknopt en eenvoudig uitgelegd wordt. Het lichaam heeft energie nodig om alles draaiende te houden. Deze energie in de vorm van brandstof haalt het lichaam uit suikers oftewel koolhydraten. Koolhydraten vinden we in voeding. Zo is de volgende voeding rijk aan koolhydraten:
- Graanproducten (brood, rijst, witte bloem of tarwebloem)
- Pasta (spaghetti, macaroni)
- Aardappelen
- Peulvruchten (sperziebonen,bruine bonen, soja,taugé)
Er zijn nuttige koolhydraten zoals volkoren pasta, aardappelen en zilvervliesrijst, maar ook volkomen onnuttige koolhydraten die voor snelle energie zorgen maar het lichaam langzaam kunnen vergiftigen. Slechte koolhydraten (enkelvoudige) zijn vooral de geraffineerde witte suiker en de witte bloem. Denk aan snoep, koek en gebak. Maar ook aan frisdranken met veel suiker.
Koolhydraten worden door het lichaam via een aantal stappen omgezet in glucose. Glucose is een stof die opgenomen kan worden door de lichaamscellen. Glucose is zeer belangrijk voor bepaalde lichaamscellen. Zo worden de spiercellen gevoed middels glucose, maar ook andere weefsels hebben glucose nodig. Bepaalde cellen kunnen zelfs niet zonder glucose zoals de hersenen. Een teveel aan glucose wordt eerst beperk opgeslagen in de vorm van glycogeen. Het overige wordt opgeslagen in de vorm van vet.
Bij inspanning wordt eerst de glucose verbruikt. Wanneer er geen glucose meer voorradig is, gaat het lichaam over op de glycogeen. Er is een voorraad glycogeen voorradig voor ongeveer 1 tot 1.5 uur intensief bewegen. Daarna zal het lichaam overgaan op vetverbranding.
Vetverbranding is ketogenese
Nu zijn we aangekomen bij de vetverbranding. Het lichaam heeft namelijk geen glucose of glycogeen meer voorradig en zal toch ergens zijn energie uit moeten halen. We zien dit verschijnsel vooral optreden bij mensen die zichzelf gaan uithongeren of plots zeer weinig koolhydraten tot zich nemen. De eerste tijd veranderd er nog niks in het lichaam. Het lichaam heeft nog voldoende glucose en glycogeen in voorraad, vooral wanneer er geen zware lichamelijke inspanning wordt verricht. Na ongeveer 48 uur is het lichaam genoodzaakt om over te gaan op de vetverbranding. Vetzuurketens worden afgebroken tot bruikbare glucose. Het afbreken van de vetzuurketens zorgt ervoor dat er ketonen vrijkomen. Ketonen zorgt voor een verzuring van het lichaam. Hierdoor ontstaat er een toename van aceton in het bloed. Een kleine hoeveelheid aceton in het bloed is overigens normaal.
Insuline en vetverbranding
Insuline is een hormoon dat ervoor zorgt dat de lichaamscellen glucose kunnen opnemen. Door het eten van veel koolhydraten stijgt de insuline: de cellen kunnen dan snel glucose opnemen. Bij een laag insulinegehalte zal het lichaam eerder overgaan op vetverbranding. Bij een hoog insulinegehalte wordt de aanmaak van ketonen tegengehouden. Dit verklaart het feit dat mensen die zeer weinig eten soms geen verhoogd gehalte aceton in het bloed bevatten. Deze mensen eten dan wel snelle koolhydraten wat een hoog insulinegehalte geeft.
Aceton en ketonen meten
Een verhoogd acetongehalte in het bloed is vaak al merkbaar door de uitademingslucht: deze ruikt naar aceton. Ketonen zijn te meten middels ketonenstix. Dit zijn strips die de ketonen in de urine meten. Eroverheen plassen is voldoende. Sommige bedrijven vragen veel geld voor deze strips. Houd een gemiddelde prijs van 10 tot 15 euro aan per 50 stuks. Bestellen kan online maar ook verkrijgbaar bij de apotheek.
Lees verder