Gewichtsproblematiek; hoe ontstaat overgewicht?

Gewichtsproblematiek; hoe ontstaat overgewicht? Volgens cijfers van het CBS is het aantal mensen met overgewicht in Nederland de afgelopen 30 jaar enorm toegenomen. Zowel bij kinderen als bij volwassenen. Het aantal mensen met ernstig overgewicht is zelfs meer dan verdubbeld. Meer dan de helft van de mannen boven de 40 jaar heeft tegenwoordig overgewicht! Overgewicht krijg je niet overnacht. Het ontstaat geleidelijk aan en is in bijna alle gevallen de oorzaak van een ongunstig samenspel tussen meerdere factoren. Zelden is overgewicht het gevolg van een aantoonbaar defect in het lichaam.

In Nederland:

  • heeft 41% van de volwassenen matig tot ernstig overgewicht
  • 10 % hiervan is obees en 2% ernstig obees
  • van de kinderen (4 – 20 jaar) heeft bijna 11% overgewicht
* cijfers van het CBS uit 2012

Overgewicht is een goed voorbeeld van een aspecifieke aandoening. Een aspecifiek aandoening is een ziekte of aandoening waarvan de oorzaak niet of moeilijk aantoonbaar is. De oorzaak is meerdimensionaal (een combinatie van fysieke, emotionele en mentale factoren).
Bij een specifieke aandoening is er sprake van een enkele oorzaak en is deze duidelijk ‘medisch’ aantoonbaar (bijvoorbeeld door middel van bloedbeeld, röntgenfoto, scan of genetisch onderzoek).

Overgewicht ik vaak het gevolg van een samenspel van de volgende factoren:
  • weinig en/of verkeerde kennis van voeding
  • te weinig beweging
  • verkeerd gedrag
  • geen heldere doelen
  • slechte motivatie
  • een slecht motiverende sociale omgeving

Specifieke gewichtproblematiek is zeer zeldzaam. Dit kan bijvoorbeeld overgewicht door een genetische afwijking zijn of een te langzaam werkende schildklier op basis van een specifieke aandoeningen (bv hypothyreoïdie of de ziekte van Hashimoto).

Factoren die een rol spelen bij aspecifieke gewichtsproblematiek

Te hoge energie-inname; de winkels liggen vol met gemakkelijk te bereiden en smakelijk voedsel tegen vaak lage prijzen. Gemak dient de mens in deze drukke tijden. Het gaat niet alleen om de supermarkten, maar ook om bv benzinestations, bus- en treinstations en de snackautomaat op het werk/school. Het gros van deze producten is te zoet, te vet, te zout en bevat te veel calorieën. Frisdrank en vruchtensappen zijn energiebommen. Ook de alcoholconsumptie is toegenomen (bevordert de vetophoping in de buik).

Afgenomen energieverbruik; tegenwoordig hebben we veel minder lichaamsbeweging dan vroeger. Veel mensen komen uit bed, nemen de auto naar kantoor, zitten de hele dag achter hun bureau, stappen weer in de auto naar huis, ploffen op de bank en rollen uiteindelijk hun bed weer in. Twee keer per week een uurtje sporten is vaak niet genoeg om de verhoogde energie-inname en het lage bewegingsniveau te compenseren.

De grondstofwisseling;

  • Spierweefsel; verbruikt veel energie. Als we weinig bewegen hebben we ook minder spieren nodig en daarom ook minder energie.
  • Activiteitenniveau; minder lichamelijke activiteit = minder spieren = minder energieverbruik.
  • Geslacht; mannen verbranden sneller energie dan vrouwen. Mannen hebben van nature meer spierweefsel.
  • Leeftijd; per jaar daalt het basaal metabolisme met ongeveer 2%. Tussen het 25e en 30e levensjaar neemt van nature ook ons spierweefsel af en gaan sommige organen minder efficiënt werken.
  • Omgevingstemperatuur; het koelen en met name verwarmen van ons lichaam kost veel energie. Tegenwoordig hebben we altijd wel de airco of verwarming aanstaan waardoor het lichaam niet zelf hoeft te werken en dus minder energie verbruikt.
  • Slechte onvolwaardige voeding; veel gemaksvoedsel bevat ‘lege’ calorieën, ze hebben een hoge glykemische index en leiden tot hoge bloedsuikerspiegels waardoor we er alleen maar weer meer van gaan eten (suikerpiek).
  • Gebruik van afslankmiddelen; veel afvalproducten bevatten stoffen die tijdelijk de stofwisseling aanjagen, efedrine, cafeïne, guarana en kruidenmengsels. De kilo’s gaan er dan ook wel af, maar later komt de kater. Ze zijn schadelijk voor ons hart, kunnen angst- en paniekaanvallen uitlokken en verstoren de slaap. Ook kan het leiden tot een vertraagde schildklierwerking.
  • Stress; tijdens langere periodes van stress produceert ons lichaam het hormoon cortisol, dit hormoon onderdrukt oa de werking van insuline. De bloedsuikerspiegel stijgt, dit leidt tot minder vetafbraak. Cortisol verlaagt ons serotonineniveau in de hersenen, hierdoor groeit de behoefte aan zoetigheid (troost-eten).
  • Slaaptekort; als je minder slaapt produceert je lichaam ook meer cortisol. Tijdens je slaap verbrand je het meeste vet.
  • Mineralentekort; tekorten aan jodium, calcium, zink en koper vertragen de werking van onze schildklier.
  • Lijnen; als je gaat lijnen gaat je lichaam in de spaarstand, en zal minder energie verbruiken. Wanneer je dan weer normaal gaat eten slaat het lichaam de extra energie snel op als vet.

Gedragsmatig

  • Conditionering; als je regelmatig eet tijdens het tv kijken, zal je na verloop van tijd trek krijgen bij het zien van een tv. Als we aan de bioscoop denken, is het volgende wat in ons opkomt vaak popcorn. Bij een kopje koffie ‘hoort’ een koekje. Allemaal heel gezellig, maar het aantal eet-momenten neemt hierdoor erg toe.
  • Troost-eten; als kind leer je al ‘wie valt krijgt een snoepje’ of ‘wie zoet is krijgt lekkers’. Onbewust nemen we dit mee als we volwassen worden. Als we onszelf zielig vinden proppen we onszelf vol. Als we trots zijn op onszelf vieren we dit met een stuk taart of gevulde koek.
  • Zelfbeeld; mensen met overgewicht overschatten vaak hun fysieke activiteit en onderschatten hun calorie-inname.

Perinatale factoren

  • Vroeggeboorte; te vroeg geboren kinderen hebben later meer kans op overgewicht. Het lijkt alsof de pasgeborene de groei wil inhalen.
  • Borstvoeding; moedermelk heeft een hogere verzadigingswaarde dan flesmelk en de baby moet harder werken om de melk uit de tepel te krijgen.

Verzadiging; De hypothalamus is een gebied in de hersenen waar oa ons honger- en verzadigingscentrum ligt. Verschillende hormonen activeren of remmen dit centrum. Deze factoren hebben hier ook invloed op:
  • een lege maag geeft een hongergevoel
  • zien of ruiken we eten dan krijgen we sneller meer trek
  • een lage bloedsuikerspiegel

Invloed van voeding/hormonen etc op honger en verzadiging:
  • een lege maag geeft een hongergevoel
  • bij het zien of ruiken van eten kregen we sneller trek
  • een lage bloedsuikerspiegel
  • vet, maar vooral eiwitrijk voedsel verblijft langer in de maag, hierdoor zijn we sneller en langer verzadigd.
  • vezelrijk voedsel geeft ook meer verzadiging omdat het langer duurt voordat ze ons maag/darmstelsel hebben verlaten.
  • voeding met een lage glykemische index verhoogt de bloedsuikerspiegel langzaam en geeft daardoor minder snel weer behoefte aan voedsel
  • vloeibaar voedsel passeert de maag sneller
  • een tekort aan serotonine remt het hongergevoel
  • een verhoogd oestrogeengehalte verhoogt te trek
  • endorfines zijn natuurlijke pijnstillers die tijdens langdurige inspanningen worden geproduceerd. Deze zorgen voor een toename van de eetlust
  • leptine (verzadigingshormoon) wordt bij mensen met overgewicht waarschijnlijk minder aangemaakt.

De risico’s van overgewicht op een rij

Fysieke factoren

  • Kortademigheid
  • Een verminderde glucose-intolerantie
  • Meer kans op diabetes type II
  • Hoge bloeddruk
  • Hart- en vaatziekten
  • Artrose
  • Bepaalde vormen van kanker
  • Spataderen
  • Aambeien
  • Galstenen
  • Jicht
  • Maaghernia
  • Smetvlekken in liezen en bij de buik

Psychologische problematiek

  • Negatief zelfbeeld
  • Irreëel zelfbeeld
  • Grotere kans op depressies
  • Vaker eetstoornissen

Sociale gevolgen

  • Minder acceptatie in de samenleving
  • Meer moeilijkheden met het vinden van een partner
  • Minder kansen in carrière
  • Problemen met kleding kopen
  • Dikke kinderen worden vaker gepest
© 2014 - 2024 Dsmit, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Reken je BMI uitReken je BMI uitVeel mensen hebben we het idee dat ze te zwaar zijn maar weten eigenlijk niet wat de 'norm' is. Ben je gewoon aan de zwa…
Overgewicht - ik ben dikSteeds vaker hoor je alarmerende berichten over overgewicht. Uit cijfers van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek…
Informatie over overgewichtTegenwoordig is overgewicht een veelvoorkomend probleem. Veel mensen hebben er last van. Wat kun je er tegen doen?
Overgewicht bij kinderenSteeds meer kinderen krijgen last van overgewicht. Hier zijn verschillende oorzaken voor, maar gelukkig zijn er ook oplo…

WPW-syndroom: hartritme aanval, extreem snelle hartslagWPW-syndroom: hartritme aanval, extreem snelle hartslagDe hartslag moet normaal in rust zestig tot tachtig slagen per minuut geven, om de persoon van voldoende zuurstofrijk bl…
Wallenberg-syndroom: hangend ooglid en lastig spreken na TIAWallenberg-syndroom: hangend ooglid en lastig spreken na TIAHet hebben van een TIA of beroerte kan zeer ingrijpende gevolgen hebben voor het functioneren van de mens. Toch hangt he…
Bronnen en referenties
  • Studieboek voedingsleer
  • Web-site van het CBS http://www.cbs.nl/
Dsmit (13 artikelen)
Gepubliceerd: 09-02-2014
Rubriek: Mens en Gezondheid
Subrubriek: Aandoeningen
Bronnen en referenties: 2
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.
Medische informatie…
Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Raadpleeg bij medische problemen en/of vragen altijd een arts.