Hypercalciëmie: hoog calciumgehalte signaal terminale kanker
Indien kankerpatiënten in een kritische fase terechtkomen, neemt het calciumgehalte in het bloed ernstig toe en kunnen uiteenlopende fysieke en geestelijke problemen ontstaan. Bij sommige kankersoorten is het een sterk signaal, dat de persoon binnen afzienbare tijd komt te overlijden. Bij een bepaalde groep patiënten kan het wel worden behandeld, omdat de vooruitzichten minder slecht zijn. Wat houdt hypercalciëmie in, hoe is het verwant aan kankercellen en hoe kan het worden behandeld?
Hypercalciëmie bij kanker
Parathormoon versus calcitonine
Voor de luchtpijp onder het strottenhoofd ligt het schildklierorgaan. Het is verantwoordelijk voor de aanmaak van T3 met T4 stofwisselingshormonen en calcitonine. Het zorgt ervoor dat botaanmaak wordt bevorderd. De tegenhanger van dat hormoon is het
parathormoon en wordt in de bijschildklieren aangemaakt. Normaal dient tussen deze twee een stabiele balans te zijn, zodat het skelet goede stevigheid heeft. Indien deze twee organen zijn aangetast, dan wordt meer calcium aan de botten onttrokken resulterend in osteoporose. Daarnaast kan het calciumgehalte in het bloed toenemen. Dit hoeft dus niet maligne te zijn, waarbij problemen kunnen worden tegengewerkt door voldoende vitamine inname en beweging. Uiteraard ligt dat anders indien er sprake is van kanker.
Te hoge calciumwaarden
Heeft een kankerpatiënt hoge calciumwaarden in het bloed, dan is het een slecht teken! Verschillende stoffen veroorzaakt door kankercellen tasten het skelet aan, waarbij calcium in hoog tempo aan de botten wordt onttrokken. Deze omstandigheid is alleenstaand niet levensbedreigend, echter het lijden wordt er slechts mee vergroot. Denk aan ernstige botpijn, toenemende zwakte en algehele malaise. Wat zijn de kenmerken gerelateerd aan een hoog bloedcalciumgehalte?
Symptomen
Veel calcium in het bloed is een slecht teken, indien het door maligne wordt veroorzaakt. Naast het ziektebeeld verslechtert de persoonlijke situatie van de patiënt snel. Men behoudt een verzadigt gevoel, waardoor men niet meer eet.
Duizeligheid, misselijkheid en braken komen geregeld voor. Ook de ontlasting houdt op door opstoppingen, terwijl men overmatig moet plassen. Het lichaam tracht het calcium via veel vochtinname (veel dorst) en urineren af te voeren. De omstandigheid put het lichaam verder uit, waardoor de persoon veel slaapt of mogelijk in een comateuze toestand terechtkomt. Daarna neemt het functioneren van de darmen geheel af, droogt men uit en valt men ernstig af. Het zorgt ervoor dat de spieren compleet verzwakken, waarnaast de persoon verward is of geen bewustzijn meer heeft. De algehele verzwakking leidt tot het
WPW-syndroom, waarbij het hart overmatig snel gaat kloppen of vergelijkbare hartritmestoornissen ondervindt. Deze fase leidt in de meeste gevallen tot het overlijden. Het hebben van hypercalciëmie in het geval van kankerpatiënten geeft een zeer ongunstige levensverwachting.
Mate van voorkomen hypercalciëmie
Zeker een kwart van alle kankerpatiënten zullen met een verhoogd bloedcalciumgehalte te maken krijgen. Het komt vaak voor bij bot-,
borst-, multipel myeloom en longkanker. Doordat de behandeling van bepaalde kankersoorten steeds beter is – waardoor ook de levensverwachting verbetert - neemt het aantal gevallen met verhoogde calciumwaarden toe. Dit hoeft niet te betekenen dat men direct in de gevarenzone zit, echter het is wel een sterk signaal dat het einde nabij is. Waaraan is de toename van het calciumgehalte in het bloed te wijten?
Botkanker
Heeft men kanker dan kan het verspreiden naar de botten, maar het kan ook als maligne in het bot zelf ontstaan. Is er sprake van botkanker dan zullen botmetastasen actief worden. Vaak krijgt men deze vorm van maligne naar aanleiding van prostaat-, schildklier-,
nier- of longkanker. Omdat deze kankersoorten steeds effectiever worden behandeld, treden botmetastasen minder vaak op. Komt men wel in de terminale fase dan heeft meer dan zestig procent van de gevallen hoge metastasen. Dat houdt in
botpijn in combinatie met de onttrekking van calcium. De botten verzwakken aanzienlijk, waarbij de persoon wordt geïmmobiliseerd. Daarbij dringt de kanker steeds verder in de botten, zodat ook het beenmerg wordt beschadigd.
Aanmaak PTHrP door kankercellen
Door toedoen van kankercellen kan de productie van PTHrP worden gestimuleerd. Het staat voor parathormoon gerelateerde proteïne en heeft daarmee een vergelijkbare werking als het bijschildklierhormoon. Oftewel kankercellen stimuleren indirect de onttrekking van calcium aan de botten, waardoor uiteenlopende lichamelijke problemen worden veroorzaakt. In sommige gevallen gaat het om een sterke toename van 1,25-dihydroxyvitamine D (1,25-(OH)2D) en heeft een vergelijkbare werking als het parathormoon.
Behandeling mits redelijke verwachting
De ernst van het voorkomen van hypercalciëmie gecombineerd met de agressiviteit van die kankersoort bepaalt of het wel of niet kan worden behandeld. Patiënten met een minder zware kankersoort kunnen een verhoogd calciumgehalte hebben, echter dat kan nog worden behandeld. Behandeling zorgt ervoor dat de kwaliteit van leven voor die persoon aanzienlijk kan verbeteren of ernstige complicaties worden voorkomen. Daartoe kunnen meerdere soorten
medicatie worden toegepast. Denk aan de toediening van het hormoon
calcitonine, vitamine A, D3, K2 gecombineerd met thiazidediuretica, bisfosfonaten om de botaanmaak te bevorderen.
Lees verder