Dyslexie: over woorden heen lezen, desoriëntatie
Slecht tekens kunnen herkennen of over de tekst heen lezen valt onder de noemer dyslexie. Het komt bij een redelijk aandeel van de jonge mensen voor, waaraan op school veel aandacht wordt gegeven. Extra lessen geven het kind meer aandacht en concentratie, zodat de teksten wel juist worden gelezen en geïnterpreteerd. Bij de aandoening vinden ongewone hersenactiviteiten plaats, waardoor de hersendelen niet synchroon lopen. Middels aangepaste training kunnen de hersenactiviteit wel worden gestimuleerd, zodat juiste hersenverbindingen worden gemaakt. Wat houdt dyslexie en en wat zijn de gevolgen?
Dyslexie
Wat houdt het in?
De aandoening houdt in dat men niet goed kan lezen, waarbij de spelling of woordherkenning is verstoord. Het zorgt ervoor dat bepaalde woorden of zinsneden niet worden gelezen. Dit is van invloed op het lezen, schrijven,
spreken en spellen. Oftewel alle aspecten van het communiceren worden ermee beïnvloed. Het lezen kan daarbij vertraagd gaan of gelezen woorden worden niet uitgesproken. Deze conditie is onafhankelijk van de intelligentie en wordt niet door andere achterliggende redenen veroorzaakt.
Waarom heeft men dyslexie?
De
hersenen bestaan uit twee delen, welke voor begrijpelijke communicatie moeten samenwerken. Het brein vormt een complex geheel van signalen, waarbij miljoenen gegevens snel en tijdig moeten worden verwerkt. De zogeheten prefrontale cortex is noodzakelijk voor de goede samenwerking van beide hersendelen. Links en rechts hebben afzonderlijke functies, welke tezamen goed moeten werken. Het volgende onderscheid wordt gemaakt tussen de hersenhelften:
- linkerhersenhelft: dit deel is meer actief voor analyse, logisch denken. Het geeft de mogelijkheid om gelezen woorden goed te begrijpen;
- rechterhersenhelft: het is belangrijk bij ruimtelijk inzicht, emotie en creativiteit. Het vertaalt gelezen woorden naar beelden, zodat er een connectie kan worden gemaakt naar reeds opgeslagen informatie.
Deze twee delen werken altijd gezamenlijk, zodat gelezen informatie goed wordt verwerkt. Zowel de hersenactiviteit van het linker- of rechterdeel kunnen afwijkend verlopen, waardoor dus twee typen dyslexie kunnen worden veroorzaakt. Omdat het om de samenwerking van de twee delen gaat, kan feitelijk nooit worden aangetoond welk deel verantwoordelijk is. Links en recht zijn allebei nodig om te kunnen lezen, maar ook om complexe activiteiten uit te voeren.
Nadenken vergt dus hersencapaciteit van de beide delen.
Uit de pas lopen
Goed samenwerkende hersendelen zijn noodzakelijk om goed te kunnen leren. Zowel het linker-, rechterdeel en de cortex praefrontalis (gelegen in voorste deel van frontale hersenkwab) moeten met elkaar in de pas lopen. Indien de
communicatie onderling is verstoord, zorgt het voor een ongewone werking van de hersenen. Het breinweefsel zal een correctie trachten uit te voeren, zodat verkregen informatie wel op de juiste wijze wordt verwerkt. Oftewel de hersenen zullen op een andere manier dan normaal gaan werken, doordat de structuur wordt aangepast. Men kan dus aangeboren dyslexie hebben (door hersenbeschadiging) en dyslexie kan met de tijd worden gevormd (ontwikkelingsstoornis). Er kan een ‘steekje los zitten’ of het is niet geheel goed op elkaar aangesloten. Het omgekeerde is eveneens waar. Indien de persoon goed leert te lezen, kan de juiste hersenverbinding worden gestimuleerd en kan de aandoening verdwijnen.
Opletten en goed waarnemen
Mensen die veel in beelden denken zien eerder bepaalde woorden niet. De symbolen welke niet herkenbaar zijn, worden door de hersenen weggestreept. Tijdens het lezen worden woorden niet herkend. Desoriëntatie is het gevolg, waardoor sneller aanvullende fouten worden gemaakt. Het is noodzaak om die omstandigheid te doorbreken door leestechnieken aan te leren. Door toenemende concentratie en aandacht voor alle kleine symbolen kan men het onder de knie krijgen. Nieuwe zenuwverbindingen kunnen dan in de hersenen tot stand komen, waardoor met de tijd de invloed van dyslexie afneemt. Oftewel goede ondersteuning en oefening leidt tot goede taalkundige capaciteiten. Het vergt veel aandacht en concentratie, waarmee de aandoening wordt verholpen.
Tijdige herkenning
Het hangt per persoon af, wanneer het precies wordt herkend. Soms wordt het reeds tijdens het voorleesuurtje ontdekt, zodat het
kind aanvullende aandacht voor de taal krijgt. Het kan ook voorkomen dat het pas op de middelbare school wordt herkend. In dat geval zal er een achterstand zijn bij de correcte herkenning van taal. Men moet aanvullend op de taal worden geïnstrueerd zoals de grammatica, articuleren en alles lezen. De persoon zal meer zelfverzekerd zijn tijdens het lezen, waarbij men geleidelijk aan meer tekens herkend. Oftewel het lezen en schrijven zal verbeteren, waarbij eventuele desoriëntatie verdwijnt.
Heeft u of uw kind last van dyslexie laat u dan goed informeren wat u kunt doen. Via school kan veel hulp worden geboden opdat de aandoening geleidelijk aan qua invloed afneemt.