Gevaarlijke bloedingen
Een slagaderlijke bloeding is levensgevaarlijk. Het bloedverlies is immers groot. Bovendien is het gesloten systeem van de bloedsomloop in het geding en treedt er acuut drukverval op. Bij een bloeding moet de slagader langdurig worden dichtgedrukt. Vaak is chirurgisch ingrijpen vereist, waarbij de arterie wordt dichtgebonden, gehecht of dichtgeschroeid. Naast de in- en uitwendige bloeding maakt men onderscheid tussen de slagaderlijke (arteriële), aderlijke (veneuze) en capillaire (haarvaten) bloeding. De vaatwanden kunnen bovendien zo broos zijn, zoals bij veel ouderen, dat er spontaan bloedingen optreden. Chronisch bloedverlies is vaak te wijten aan stollingsstoornissen.
Inhoud
Inwendige en uitwendige bloedingen door verwonding of ziekte
Een bloeding (
hemorragie) wil zeggen dat er
bloedverlies optreedt uit de vaatwand. Bloedingen kunnen ontstaan door een verwonding of door een ziekteproces. Bij een verwonding, of trauma, kan het bloedverlies ook inwendig zijn, zoals een
blauwe plek die ontstaat door een kneuzing van het onderhuids weefsel waarbij bloedvaten zijn beschadigd. Een inwendige niet-traumatische bloeding kan allerlei oorzaken hebben. Een maagzweer wil wel eens een bloedvat in de maagwand aantasten. En bij longkanker veroorzaakt het gezwel in sommige gevallen op die wijze een
longbloeding. Daarbij wordt helderrood, schuimend bloed (
hemoptoë) opgehoest. Het opgeven van bloed ziet men overigens ook bij hardnekkige luchtweginfecties.
Infecties
Wanneer een infectie een bloedvat aantast, spreekt men van een
septische bloeding. Natuurlijke bloedingen, zoals de menstruatie en veneuze en capillaire bloedingen als gevolg van een verwonding, stelpen meestal vanzelf. Tenzij de wond groot is. In geval van
gezwellen, longtuberculose en andere aandoeningen, zoals
stollingsstoornissen, zijn bloedingen sowieso verontrustend. Door weefselverandering betreft het immers bloedverlies dat doorgaans alleen met
medisch ingrijpen gestopt kan worden.
Meest voorkomende inwendige bloedingen
Bloedingen kunnen in het hele lichaam voorkomen. Bloedverlies in de buikholte is vaak omvangrijk en ernstig, zoals bij een milt- of leverruptuur. De meest voorkomende plaatsen waar inwendige bloedingen optreden zijn ruwweg onder te verdelen in vier groepen:
Neus en mond
Met name
neusbloedingen kunnen hardnekkig zijn en vaak terugkomen.
Longen
Bij luchtweginfecties, tuberculose en longkanker zijn plotseling optredende bloedingen berucht. Het opgehoeste bloed en
sputum zijn helderrood en schuimend.
Maag-darmkanaal
Aandoeningen van of wonden in het spijsverteringskanaal veroorzaken bloedbraken (
haematemesis) wanneer de bloeding in de
slokdarm of in de maag ontstaat. In de lagere gedeelten van het maag-darmkanaal is bloed in de
ontlasting aantoonbaar.
Hersenen
Zoals bij een
subarachnoïdale bloeding of apoplexie (hersenbloeding).
Slagaderlijke (arteriële) bloeding
Deze bloedingen zijn altijd levensbedreigend. Slagaderlijk bloedverlies kan zowel inwendig als uitwendig optreden als gevolg van een trauma of als een van de talloze slagaders in het lichaam het begeeft door een ziekteproces, zoals bij een
aorta-aneurysma. In geval van een wond spuit het helderrode bloed heftig en stootsgewijs uit de slagader in het ritme van de
hartslag. Het bloed komt overigens altijd tevoorschijn uit het uiteinde van de hartwaarts gelegen arterie. Het bloedverlies is groot en de
bloeddruk daalt snel, omdat het gesloten systeem van de
bloedsomloop niet meer effectief is. Daardoor is er sprake van een dreigende
shock.
Afbinden
Het bloeden stopt door middel van afbinden of door een een vinger hartwaarts achter de wond te drukken. Een inwendige
arteriële of veneuze bloeding is om voor de hand liggende redenen niet meteen zichtbaar, waardoor men in eerste instantie moet afgaan op de verschijnselen van inwendig bloedverlies. Het merendeel van de bloedingen als gevolg van een ziekteproces, zoals kanker en infecties, is overigens slagaderlijk.
Aderlijke (veneuze bloeding)
Bij een veneuze bloeding stroomt donkerrood
bloed uit de wond. Bloed dat het
capillair systeem is gepasseerd. Daardoor is de bloeddruk in de venen lager en dicht bij de rechter voorkamer van het hart zelfs negatief. Bij een veneuze bloeding komt het bloed dus niet stootsgewijs uit de wond, maar welt eruit op. Deze bloedingen zijn in normale gevallen gemakkelijk te stelpen door lichte druk uit te oefenen aan de van het
hart afgewende kant van de wond. Bij inwendige, aderlijke bloedingen als gevolg van ziekteprocessen tromboseert de vaatwand meestal voordat de bloeding doorbreekt. Bij inwendige, arteriële bloedingen is dat overigens niet het geval, waardoor dit bloedverlies per definitie
levensbedreigend is.
Capillaire bloeding (uit de haarvaten)
Bij een bloeding uit de
haarvaten sijpelt het bloed uit de wond, zoals bij een
schaafwond. Capillaire en veneuze bloedingen zijn in principe minder ernstig dan de slagaderlijke, simpelweg omdat er minder
bloed verloren gaat en het stollingsproces sneller verloopt.
Inwendig bloedverlies
Een
uitwendige bloeding betekent bloedverlies uit een wond of een lichaamsopening, zoals de neus of de anus (
aambeien). Inwendige bloedingen ontstaan in organen of lichaamsholtes. Voorbeelden daarvan zijn de schedel en de buikholte. Een inwendige bloeding is aanvankelijk alleen maar te herkennen aan indirecte symptomen, dus zonder dat er bloed te zien is. Er dreigt dan
shock te ontstaan.
Symptomen
De algemene verschijnselen van een grote
inwendige bloeding – zoals een aorta-aneurysma, een miltruptuur of een nabloeding na een operatie – zijn onder andere:
- bleekheid (gelaat), met name de lippen en onderste oogleden;
- koudegevoel, rillen, klamme huid en dalende lichaamstemperatuur (koude neuspunt);
- dorst;
- rusteloosheid;
- lage bloeddruk en snelle pols.
Hoe ernstig is de bloeding?
Ook fracturen kunnen veel bloedverlies veroorzaken in de
spieren en andere weefsels. Het bloedverlies kan zelfs oplopen tot anderhalve liter. In het algemeen kan men stellen dat verlies van een derde van de hoeveelheid bloed in het lichaam, dus ongeveer twee liter, onvermijdelijk tot shock leidt. Drie
factoren bepalen de ernst van een bloeding:
1. Omvang van de bloeding
Als bij een volwassene meer dan een halve liter tot één liter verloren gaat, is er sprake van een zeer ernstige bloeding. Bloedverlies van anderhalf tot twee liter en meer is levensbedreigend. Bij kinderen en ouderen zijn kleinere hoeveelheden bloedverlies al gevaarlijk. Bloedverlies door
snij- en steekwonden, of door een
schotwond, zijn in dat opzicht berucht.
2. Snelheid van het bloedverlies
Chronisch bloedverlies heeft in dat opzicht minder directe gevolgen dan een acute bloeding. In het eerste geval ontwikkelt zich op sluipende wijze een ernstige
anemie (bloedarmoede). Vooral gezwellen in het
maag-darmkanaal staan erom bekend.
3. Plaats van de bloeding
Inwendige bloedingen oefenen druk uit in of op de organen of in het omliggende weefsel. Verhoogde schedeldruk als gevolg van een hersenbloeding – of een bloeding rond de luchtpijp (verstikkingsgevaar) – kan uiteraard desastreuze gevolgen hebben.
Lees verder