Lage rugpijn (pijn aan onderrug): oorzaak en behandeling
Lage rugpijn (ook wel pijn aan onderrug genoemd) is een veelvoorkomende aandoening. Lage rugklachten zorgen voor veel beperkingen, behandeling is daarom wenselijk. Dé oorzaak van lage rugpijn is echter in het merendeel van de gevallen niet aan te wijzen, er wordt dan gesproken van niet-specifieke lage rugpijn.
Lage rugpijn
Lage rugpijn, ook wel pijn aan de onderrug genoemd, is de meest voorkomende klacht van het bewegingsapparaat. Vrijwel iedere volwassene heeft één of meerdere keren in zijn leven te maken gehad met lage rugpijn. Bij de meeste mensen gaan de rugklachten op een gegeven moment - met of zonder behandeling - weer over. Ongeveer 5 à 15 procent van de mensen met pijn aan de onderrug houdt echter
chronische lage rugpijn.
In de praktijk wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen drie
vormen lage rugpijn, onderverdeeld naar duur van de klachten:
- Acute lage rugpijn: klachten bestaan korter dan zes weken
- Subacute lage rugpijn: klachten bestaan zes tot twaalf weken
- Chronische lage rugpijn: klachten bestaan langer dan twaalf weken of komen steeds terug
Oorzaak lage rugpijn
In ongeveer 95% van de gevallen kan geen directe oorzaak aangewezen worden van de lage rugklachten. Specifieke
oorzaken van lage rugpijn bestaan onder andere uit compressiefracturen, spinaal kanaal stenose en spondylitis. Omdat deze oorzaken niet voor de hand liggen en de klachten meestal vanzelf weer verdwijnen, wordt er vaak voor gekozen de
lage rugklachten niet uitgebreid te onderzoeken. Er zijn echter zogenaamde "rode vlaggen", waarbij nader onderzoek verstandig is. Dergelijke rode vlaggen zijn onder andere een tumor in de medische voorgeschiedenis, pijn die in de nacht sterk toeneemt, koorts en recent onverklaarbaar gewichtsverlies.
Risicofactoren ontwikkelen lage rugpijn
Er zijn verschillende factoren die de kans op het ontwikkelen van lage rugpijn vergroten. Dit worden ook wel risicofactoren genoemd. De belangrijkste risicofactor van het ontwikkelen van lage rugklachten is een eerdere periode van lage rugpijn. Andere risicofactoren bestaan uit:
- Leeftijd, de kans op lage rugpijn stijgt fors vanaf een jaar of 60
- Lagere sociaal economische status
- Obesitas
- Stress, angst en depressieve klachten
Behandeling lage rugpijn
Wanneer er geen directe oorzaak van de pijn aangewezen kan worden en er dus sprake is van een niet-specifieke oorzaak van de lage rugklachten, is behandeling in de eerste zes weken van de rugklachten niet zinvol. Fysiotherapie blijkt volgens onderzoeken geen significante verbetering te veroorzaken. In de eerste weken na het ontstaan van de klachten, de zogenaamde acute fase, lijkt afwachten de beste behandelmethode te zijn. Indien nodig kan men een
pijnstiller als paracetamol ter symptoombestrijding gebruiken.
Wanneer de rugklachten subacuut (duur 6-12 weken) of chronisch (duur >12 weken of steeds terugkerend) zijn, is een andere aanpak zinvol. In dergelijke gevallen kan gekeken worden naar de inzet van onder andere fysiotherapie, elektrotherapie (TENS) en injecties bij of in het perifere of centrale zenuwstelsel. Een bezoek aan een polikliniek voor pijnbestrijding of een revalidatiecentrum met multidisciplinaire aanpak is aan te raden.
TENS
TENS is de afkorting van transcutane elektrische neurostimulatie en is een vorm van
elektrotherapie. Bij TENS worden de zenuwen gestimuleerd door middel van op de huid aangebrachte elektroden. Het achterliggende werkingsmechanisme van deze vorm van
pijnbestrijding is nog niet helemaal duidelijk. TENS blijkt bij de ene persoon wel klachtenreductie op te leveren en bij de andere niet. Waar dit door komt is nog niet bekend. Wel staat vast dat TENS een veilige optie voor pijnbestrijding is.
Injecties
Injecties met stoffen als
lidocaïne en novocaïne blijken bij een deel van de mensen met
lage rugklachten verlichting te geven. Een voordeel van deze injecties is dat men zeer lokaal te werk kan gaan (alleen die lichaamsgebieden met pijnklachten worden aangepakt). De injecties blijken echter niet geheel zonder risico, waardoor men de voor- en nadelen van een dergelijke behandeling nauwgezet tegen elkaar af moet wegen.
Medicatie
In een aantal gevallen blijkt inzet van medicatie zinvol. Zo worden er soms
antidepressiva als
amitriptyline en clomipramine voorgeschreven. Deze medicijnen kunnen echter vervelende bijwerkingen hebben en hebben soms invloed op andere medicijnen, waardoor voorzichtigheid geboden is.