Anesthesie bij een operatie voor overgewicht
(Morbide) obesitas is een steeds vaker voorkomend probleem dat veel complexer en ingrijpender is dan vaak wordt ingeschat. Naast de duidelijke gezondheidsrisico's die met zwaarlijvigheid gepaard gaan, zoals verhoogde arbeidsongeschiktheid en een verhoogd risico op overlijden, kunnen de oorzaken van obesitas zowel psychosociaal als medisch zijn. Gelukkig biedt bariatrische chirurgie een effectieve behandeloptie voor patiënten met ernstig overgewicht. Deze ingreep vereist echter een zorgvuldige voorbereiding en uitvoering om de beste resultaten te garanderen. Ziekenhuismedewerkers moeten bijzonder alert zijn bij de verpleging en behandeling van patiënten met morbide obesitas.
Voorbereiding anesthesie bij een operatie voor overgewicht
Voorzorgsmaatregelen
Bij de voorbereiding van een patiënt met
ernstig overgewicht voor een operatie, worden er preoperatieve profylactische maatregelen getroffen om mogelijke
trombose- en embolieaandoeningen te voorkomen. De anesthesist controleert of de patiënt al tromboseprofylaxe heeft ontvangen en of beensleeves of
steunkousen aanwezig zijn. Daarnaast adviseert de anesthesioloog om het
CPAP-apparaat van de patiënt mee te nemen voor een goede ademhaling tijdens de nacht. De anesthesioloog houdt ook rekening met de effecten van sederende premedicatie, aangezien deze de ademhaling van obese patiënten kan beïnvloeden. Het identificeren van anatomische structuren kan moeilijk zijn, wat soms een langere naald vereist voor injecties. Voor het meten van de bloeddruk is een extra brede bloeddrukband nodig.
Praktisch
Op de afgesproken datum en tijd meldt de patiënt zich bij de balie op de verpleegafdeling. De patiënt neemt plaats in de wachtkamer waar een verpleegkundige hem ophaalt en naar de kamer brengt voor een intake en aanvullend onderzoek. Tijdens de intake controleert de verpleegkundige de persoonlijke en medische gegevens van de patiënt. De patiënt krijgt een polsbandje met naam en geboortedatum. De verpleegkundige meet onder andere het actuele gewicht van de patiënt, die mogelijk recentelijk is afgevallen door modifasten. De patiënt dient nuchter te zijn en mag vanaf middernacht niet meer
roken. Medicatie voorgeschreven door de screeningsarts mag wel worden ingenomen. Voor de operatie krijgt de patiënt een operatiehemd en moet hij bril,
contactlenzen, protheses, piercings en/of sieraden verwijderen. Sieraden kunnen brandwonden veroorzaken. De kleren en waardevolle spullen van de patiënt worden in een verzegelde bak geplaatst en worden na de operatie teruggegeven. Het is raadzaam om waardevolle spullen mee te geven aan een partner of begeleider. De verpleegkundige geeft een inschatting van de tijd die nodig is voordat de patiënt weer op de afdeling is. Gewoonlijk neemt het ziekenhuis contact op met de partner of begeleider bij terugkomst van de patiënt.
De operatie bij een patiënt met obesitas (overgewicht)
Twee medewerkers van de afdeling brengen de patiënt naar de operatieafdeling. Bij aankomst op de operatieafdeling zet de patiënt een operatiemuts op. Vervolgens gaat de patiënt naar de holding, waar een verpleegkundige de persoonlijke en medische gegevens overdraagt aan de holdingmedewerker. Ter veiligheid controleert de holdingmedewerker de patiëntengegevens opnieuw en verifieert hij of alle voorbereidingen op de verpleegafdeling zijn uitgevoerd. De patiënt krijgt een infuus en
antibiotica toegediend ter voorbereiding op de operatie. In de operatiekamer stapt de patiënt zelf over naar de operatietafel. Het operatieteam voert altijd een time out-procedure uit, waarbij zij de naam en geboortedatum van de patiënt nogmaals controleren. De verpleegkundige sluit de patiënt aan op de monitor, die de bloeddruk, het hartritme, het zuurstofgehalte en de hersenactiviteit in de gaten houdt. Het zuurstofgehalte wordt gemeten met
pulsoximetrie, waarbij een knijper op de
vinger van de patiënt wordt geplaatst. De patiënt krijgt zuurstof via een mondkapje toegediend, en de
narcose wordt via het infuus toegediend. Tijdens de operatie wordt de patiënt geïntubeerd met een plastic buisje in de luchtpijp, en de anesthesist bewaakt continu de patiënt aan het hoofdeinde van de operatietafel.
Na de operatie
Voorzorgsmaatregelen
Postoperatief is het essentieel om de oxygenatie (verzadiging van zuurstof) te bevorderen en adequate analgetica (
pijnstillers) toe te dienen om een goede ventilatie te waarborgen. De anesthesioloog houdt ook de vochttoediening in de gaten, wat individueel wordt afgestemd. Patiënten met
morbide obesitas hebben een verhoogd risico op complicaties zoals naadlekkage, bloedingen en een
wondinfectie.
Praktisch
Aan het einde van de operatie maakt de anesthesioloog de patiënt langzaam wakker. De patiënt ligt dan nog op de operatietafel en stapt zelf over naar het verpleegbed. De anesthesiemedewerker brengt de patiënt naar de recovery waar hij rustig verder ontwaakt. De patiënt kan last hebben van keelpijn door het buisje dat tijdens de operatie is ingebracht en kan last hebben van
pijn en
misselijkheid. De anesthesist zorgt voor een adequate behandeling van deze symptomen. Bij terugkeer op de verpleegafdeling draagt de verpleegkundige de gegevens over aan het afdelingsteam. Op de afdeling herstelt de patiënt verder, waarbij eventuele pijn en misselijkheid worden bestreden met kortwerkende medicatie. Dit bevordert een sneller herstel, zorgt voor minder sufheid en maakt de patiënt mobieler, wat het risico op trombose verlaagt. De patiënt ontvangt zijn kleren en waardevolle spullen terug en kan zelf contact opnemen met zijn partner of begeleider. Het directe
drinken van water bevordert het herstel. De obesitasverpleegkundige komt langs voor extra uitleg en om recepten voor thuis te overhandigen. De arts bepaalt wanneer de patiënt naar huis mag. Bij ontslag ontvangt de patiënt folders en brochures met essentiële informatie.
Risico's anesthesie bij bariatrische chirurgie
Luchtwegen
Bij een obese patiënt kunnen complicaties aan de luchtwegen optreden vanwege dikkere, vettere, grotere en minder beweeglijke lichaamsstructuren, wat het intuberen bemoeilijkt. Daarom bewaakt de arts of anesthesist de long- en thoraxfunctie pre-, per- en postoperatief. Obese patiënten hebben ook een verhoogd risico op
ischemie (tekort aan zuurstof en voedingsstoffen in het bloedvat) en infarcering. Het
obstructief slaapapneusyndroom komt vaak voor bij deze patiënten, wat hun ademhaling kan beïnvloeden.
Cardiovasculair
Cardiovasculaire aandoeningen (hart- en vaatziekten) komen veel vaker voor bij obese patiënten dan bij mensen met een normaal gewicht. Ook de mortaliteit is hoger. Enkele voorbeelden van cardiovasculaire complicaties zijn aritmieën, linkerventrikelhypertrofie, decompensatio cordis,
hypoxie (zuurstoftekort in de weefsels), en
hypercapnie (verhoogd koolstofdioxide in het bloed).
Gastro-intestinaal
Obese patiënten hebben een verhoogd risico op gastro-intestinale problemen, waaronder
gastro-oesofageale reflux (brandend maagzuur door terugvloeiing van maaginhoud naar de slokdarm),
hiatus hernia (maagbreuk waarbij een deel van de maag door een opening in het
middenrif naar de borstholte glijdt, waardoor zure maaginhoud terugvloeit naar de slokdarm), en
leververvetting (vetophoping in de lever).
Endocrien
Bij obese patiënten komt vaak
diabetes mellitus voor.
Bariatrische chirurgie of afvallen tot een normaal gewicht kan deze aandoening vaak snel verbeteren of verhelpen.
Postoperatieve pijnbestrijding bij bariatrische chirurgie
Uitdagingen bij pijnbestrijding bij obesitas
Patiënten met overgewicht hebben een grotere vetmassa, wat de effectiviteit en de dosering van pijnstillers beïnvloedt. Medicatie kan zich anders verdelen in het lichaam, waardoor het lastig is om de juiste dosis te vinden voor optimale pijnverlichting zonder bijwerkingen. In sommige gevallen kan het nodig zijn om de dosis aan te passen op basis van het vetvrije lichaamsgewicht om een goede balans te vinden tussen effectiviteit en veiligheid.
Gebruik van regionale anesthesietechnieken
Regionale anesthesietechnieken, zoals epidurale analgesie, kunnen voordelen bieden voor pijnbestrijding na bariatrische chirurgie. Door lokaal werkende technieken te gebruiken, kan het gebruik van opioïden worden verminderd, wat bijwerkingen zoals misselijkheid, braken en ademhalingsonderdrukking beperkt. Dit is vooral gunstig voor patiënten met overgewicht, omdat zij gevoeliger zijn voor ademhalingscomplicaties bij gebruik van systemische opioïden.
Pulmonale risico's en ademhalingsondersteuning
Invloed van obesitas op de ademhaling
Obesitas kan de ademhalingscapaciteit aanzienlijk verminderen doordat de vetmassa rond de borst en buik op het middenrif drukt. Dit belemmert de normale ademhalingsbewegingen, waardoor patiënten met overgewicht sneller last krijgen van ademhalingsproblemen tijdens de operatie. Adequate preoperatieve voorbereiding en evaluatie zijn noodzakelijk om deze risico's in te schatten en te beheren.
Toepassing van beademingsstrategieën tijdens de operatie
Tijdens de ingreep kan positieve drukbeademing (PEEP) worden toegepast om de zuurstofsaturatie te behouden en atelectase te voorkomen. Deze techniek houdt de luchtwegen open en verbetert de zuurstofuitwisseling, wat vooral belangrijk is bij patiënten met overgewicht. Na de operatie kan ademhalingsondersteuning, zoals CPAP of BiPAP, nodig zijn om de luchtwegen open te houden en respiratoire complicaties te voorkomen.
Anesthesiedosering en farmacokinetiek
Uitdagingen bij doseren van anesthetica
Bij patiënten met overgewicht kunnen standaarddoseringen van anesthetica niet zonder meer worden toegepast. De dosering moet worden aangepast op basis van specifieke kenmerken, zoals vetvrije lichaamsmassa en lever- en nierfunctie, om overdosering of onderdosering te voorkomen. Door rekening te houden met de farmacokinetiek bij obese patiënten, kan het anesthesieteam een veilig en effectief anesthesieplan opstellen.
Invloed van vetweefsel op medicijnwerking
Vetweefsel kan invloed hebben op de verdeling en het metabolisme van anesthetica en andere medicijnen. Anesthetica kunnen zich ophopen in vetweefsel, wat de werkingsduur kan verlengen. Het is cruciaal om tijdens en na de ingreep regelmatig de bloedspiegels van medicatie te controleren om bijwerkingen te minimaliseren en een veilige anesthesie te waarborgen.
Risico op cardiovasculaire complicaties
Verhoogd risico op cardiovasculaire problemen bij obesitas
Patiënten met ernstig overgewicht hebben vaak een hogere belasting op hun cardiovasculaire systeem. Door de verhoogde bloeddruk en verhoogde kans op hartritmestoornissen is er een grotere kans op complicaties tijdens en na de operatie. Preoperatieve screening van het cardiovasculaire systeem is essentieel om mogelijke risico’s tijdig te identificeren.
Monitoring en interventies tijdens de ingreep
Tijdens de ingreep is intensieve monitoring van de hartfunctie noodzakelijk om ritmestoornissen of instabiele bloeddruk snel op te sporen. In sommige gevallen kan medicatie nodig zijn om de hartfunctie te ondersteunen, vooral bij patiënten met bekende cardiovasculaire aandoeningen. Het anesthesieteam is getraind om snel te reageren op veranderingen in de hemodynamiek.
Specifieke positionering en veiligheid op de operatietafel
Noodzaak van aangepaste positionering
Bij patiënten met overgewicht is een zorgvuldige positionering cruciaal om drukletsels en zenuwbeschadiging te voorkomen. Door de grotere lichaamsmassa bestaat een verhoogd risico op complicaties bij langdurige operaties. Speciale hulpmiddelen en kussens worden vaak gebruikt om de patiënt in een veilige houding te plaatsen en druk op gevoelige gebieden te verminderen.
Gebruik van aangepaste operatietafels en hulpmiddelen
Operatietafels voor bariatrische chirurgie zijn vaak uitgerust om hogere gewichten veilig te kunnen ondersteunen. Daarnaast is het belangrijk om bij de positionering van patiënten met overgewicht te letten op de stabiliteit van de tafel en eventuele extra ondersteuning. Zo wordt voorkomen dat de operatietafel kantelt of instabiel wordt tijdens de ingreep.
Psychologische voorbereiding en therapie
Belang van psychologische ondersteuning
Bariatrische chirurgie kan een ingrijpende verandering zijn voor patiënten, zowel fysiek als emotioneel. Daarom is psychologische voorbereiding en therapie essentieel om patiënten te helpen zich mentaal voor te bereiden op de veranderingen na de operatie. Deze begeleiding kan helpen bij het verminderen van angst en het bieden van emotionele ondersteuning.
Langetermijnondersteuning en opvolging
Naast de onmiddellijke psychologische voorbereiding kan ook langetermijntherapie belangrijk zijn. De ingreep heeft vaak invloed op het zelfbeeld, en de veranderingen in het voedingspatroon vereisen aanpassing. Psychologische opvolging kan bijdragen aan een duurzaam resultaat en helpen bij het ontwikkelen van een gezond en evenwichtig voedingspatroon.