Miller-Dieker syndroom: plat achterhoofd en epilepsie
Door toedoen van twee genmutaties of –deficiënties, worden aangemaakte hersencellen niet of in verminderde mate naar de juiste positie verplaatst. De hersenen krijgen daardoor een ongewoon kleine vorm, waarbij neurologische processen in het geding komen. Het leidt tot geestelijke achterstand, geregelde epileptische aanvallen, groeistoornissen, een plat achterhoofd en kan ook een snelle dood betekenen. Wat houdt het Miller-Dieker syndroom in en waardoor wordt het veroorzaakt?
Miller-Dieker syndroom
Chromosomen
Hoe goed ons lichaam werkt, wordt voor een groot deel bepaald door de bouwstenen en hoe het allemaal werkt. Eén en ander is vastgelegd binnen het DNA. Het is opgebouwd uit 23 chromosomen, waarbij iedere chromosoom een korte en lange arm heeft (ook wel 23 chromosoomparen genoemd inhoudende dat we 46 chromosomen standaard in iedere cel hebben). Daarop staat allemaal informatie in de vorm van genen, zodat de juiste stoffen voor de ontwikkeling van het lichaam en processen worden afgegeven. In het geval van het Miller-Dieker syndroom ontbreken er twee specifieke genen, waardoor vitale structuren minder goed tot ontwikkeling komen. Denk aan het niet verplaatsen van hersencellen naar de juiste positie. Wat houdt het Miller-Dieker syndroom in, om welke genetische defecten gaat het en welke complicaties geeft het?
Genetische veroorzakers
Het Miller-Dieker syndroom wordt veroorzaakt door een gendeficiëntie op positie 17p13.3. Op die plek liggen twee genen, welke verantwoordelijk zijn voor het verplaatsen van
neurologische hersencellen. Bij 1 op de 5 gevallen gaat het om genetische overerving, terwijl in de andere gevallen de afwijking spontaan ontstaat. Wat doen het LIS1- en YWHAE-gen en wat zijn de consequenties indien deze genen niet werken of ontbreken?
LIS1-, PAFAH1B1-gen
Een belangrijke veroorzaker van dit syndroom is het LIS1 gen (lit.1) ook wel het PAFAH1B1 gen genoemd. Het ligt op het uiteinde van de korte arm van chromosoom 17 op positie 13.3. Het is verantwoordelijk voor instructies, waarmee het “
platelet activating factor acetyl hydrolase 1B (PAFAH1B) proteïne wordt aangemaakt. Het is verantwoordelijk voor de verplaatsing van net aangemaakte zenuw- en hersencellen, zodat een juiste cognitieve verdeling ontstaat (lit.2). Normaal bestaat de hersenschors uit een zestal gelobde lagen, echter door toedoen van het syndroom gaat het slechts om een viertal lagen (lit.1). Oftewel hersencellen komen niet op de juiste plek te liggen en zitten als het ware te dicht op elkaar gepakt.
YWHAE-gen
Een eveneens op positie 17p13.3 gelegen gen is het YWHAE-gen ook wel “
tyrosine 3-monooxygenase/tryptophan 5-monooxygenase activation protein, epsilon” genoemd (lit.3). Het geeft instructies af om het 14-3-3 epsilon proteïne aan te maken en dat is verantwoordelijk voor het signaleren van specifieke neurologische cellen of hersencellen. Het zet als het ware de herkenning aan of een cel verplaatst moet worden of niet. Oftewel het YWHAE-gen en LIS1-gen moeten hand in hand werken om de juiste neurologische opbouw te verkrijgen. Indien er sprake is van een genmutatie of het ontbreken van deze genpositie, dan werken beide genen dus niet.
Complicaties Miller-Dieker syndroom
Wordt het kind geboren, dan kan meestal de diagnose direct worden gemaakt. Er is sprake van zeer kenmerkende misvormingen aan het hoofd. Vaak gaat het om een groot plat achterhoofd en ingevallen slapen. Dit komt omdat er onvoldoende hersenweefsel is aangemaakt, waardoor de schedel onvoldoende tegendruk heeft. Oftewel het hoofd groeit verkeerd, waarbij het voorhoofd er geplooid uitziet. Omdat de hersencellen overmatig op elkaar gepakt zijn, is er sprake van ernstige cognitieve achterstand. Daarnaast heeft het kind uiteenlopende motorische en fysieke problemen. De basisfuncties van het lichaam verlopen slecht, omdat ook de
hersenstam is aangetast. Reeds op jonge leeftijd zijn er afwijkingen aan het hart en treden vrij snel
epileptische aanvallen op. De combinatie van alle complicaties kan tot het vroegtijdig overlijden van de baby leiden. Het Miller-Dieker syndroom kan reeds binnen enkele maanden fataal zijn. Zijn de complicaties minder heftig, dan heeft het kind een betere levensverwachting.
Ongeneesbaar
Het syndroom is ongeneesbaar, echter een symptomatische behandeling is mogelijk. In eerste instantie gaat het om sondevoeding, omdat de slikfunctie niet goed wordt ondersteund. Vaak zal ook een hartoperatie noodzakelijk zijn, danwel wordt medicatie daartoe gegeven. Ook anti-epileptica zijn van belang. Welke complicaties allemaal kunnen worden behandeld, hangt per geval af. Bij beperkte complicaties kan het kind wel normaal leven, mits voldoende begeleiding beschikbaar is. Daarbij zijn fysiotherapie (beweging en spierstimulatie), ergotherapie (stimuleren van het doen van dagelijkse handelingen) en logopedie (spraak) van belang (lit.1).
Lees verder