De soorten en behandeling van de hersenaandoening epilepsie
30 op de 100,000 mensen in Nederland hebben de hersenaandoening epilepsie. Het klinkt misschien heel weinig, maar dit betekent dat ongeveer 4,800 mensen in Nederland epilepsie hebben! Wat voor soorten epilepsie zijn er, hoe ontstaan ze en hoe gaan mensen er mee om? En wat kan eventueel een aanval veroorzaken?
Wat is epilepsie
Epilepsie wordt ook wel de 'vallende ziekte genoemd'. Epilepsie veroorzaakt op willekeurige momenten een verandering van bewustzijn, eventueel een aanval. Een persoon die een epileptische aanval krijgt, verliest het bewustzijn en schokt hevig. Na een tijd zal hij of zij verslappen, waarna hij/zij meestal verward bijkomt. Daarna kan die persoon, na even de tijd te hebben genomen om even uit te rusten, weer doen waarmee hij bezig was.
Verschillende soorten epilepsie
Partiële epilepsie
Bij een aanval van deze soort komt een elektrische lading vrij uit een specifiek hersendeel, die zich dan uit kan breiden tot andere hersendelen. De aanval kan een fractie van een seconde duren, waarbij je bijvoorbeeld alleen een arm of been ziet trekken, maar het kan ook een verandering in bewustzijn veroorzaken, waarbij een persoon gaat schemeren of zwerven. Andere symptomen, die kunnen wijzen op een aankomende aanval, zijn vreemd agressief of angstig gedrag, een vreemd gevoel in de buik, of afasie (moeite hebben met praten).
Jackson-epilepsie
Een vorm van partiële epilepsie, waarbij het schokken van een hand zich verspreidt tot het hele lichaam.
Gegeneraliseerde epilepsie
Aan aanval bij deze vorm van epilepsie wordt ook wel een 'Grand Mal' genoemd. Alle hersencellen worden plotseling geprikkeld, en hij of zij krijgt een toeval. Het zorgt voor volledige verkramping van het lichaam. Hierbij hij/zij kan urine of schuim laten lopen, en er kan een tongbeet voorkomen. Het kan ook voorkomen dat die persoon een aantal aanvallen achter elkaar krijgt, wat zuurstofgebrek kan veroorzaken.
De diagnose van epilepsie stellen
Als een persoon herhaaldelijk een aanval krijgt met symptomen van epilepsie, dan wordt het aangeraden om naar een neuroloog te gaan. Die kan door middel van een EEG-scan de hersenactiviteiten meten. Als hij onregelmatige 'ruis' op de achtergrond ziet, dan kan hij vaststellen dat je epilepsie hebt.
MRI-scan
Meestal wil de neuroloog dat wanneer de diagnose compleet is, je een MRI-scan doet. Die kan vaststellen of de epilepsie van een litteken in het weefsel van je hersenen komt. Bij een MRI-scan moet je voor ongeveer 15 minuten in een grote magnetische buis liggen, waarmee ze 3D-beelden maken van je hersenen.
Epilepsie en rijden
Volgens de wet is het verboden om te rijden als je epilepsie hebt. Pas als je een jaar geen aanvallen meer gehad, dan wordt dit opgeheven. Dit is om te voorkomen dat je ongelukken veroorzaakt, omdat de kans er is dat je een aanval krijgt tijdens het rijden.
'Triggers' van epilepsie
Sommige omstandigheden lijken de kans op een epileptische aanval te verhogen. Onder andere stress, pijn, bepaalde geuren of smaken, of hoge temperaturen kunnen een aanval uitlokken. Epilepsie kan ook gecombineerd gaan met lichtflitsgevoeligheid, waarbij lichtflitsen de kans op een aanval verhogen.
Methodes om aanvallen te verminderen
Epilepsie kan niet volledig worden opgelost, maar het aantal aanvallen kunnen wel verminderd worden. Er zijn twee methodes om epileptische aanvallen te verminderen:
Anti-epileptica
Anti-epileptica zijn medicijnen die de werking van het zenuwstelsel dempen. Er zijn vele soorten anti-epileptica; de dokter probeert er één voor te schrijven op basis van jouw omstandigheden. Voorbeelden van anti-epileptica die vandaag veel gebruikt worden zijn:
- Felbamaat & Gabapentine
- Lamotrigine & Tiagabine
- Topiramaat & Levetiracetam
- Zonisamide & Oxcarbazepine
- Vigabatrine & Rufinamide
- Lacosamide & Pregabaline
Alle medicijnen hebben verschillende bijwerkingen. In principe moet een patiënt eens om de half jaar naar de dokter om te bespreken of dit de juiste medicijnen zijn, en of ze niet te sterke bijwerkingen hebben. Verder wilt de dokter dan ook weten of je in dat half jaar nog een aanval hebt gehad.
Een epilepsiecentrum
Wanneer het erg moeilijk lijkt om het juiste medicijn te vinden dat bij jou past, wordt je aangeraden om naar een gespecialiseerd epilepsiecentrum te gaan, waar ze je extra helpen bij het onderzoek en de behandeling.