Pijn aan het achterhoofd
Het hoofd kunnen we verdelen in het voorhoofd, het achterhoofd, de zijkant en bovenop de schedel. Pijn aan het achterhoofd is pijn die specifiek aan de achterzijde voelbaar is. Soms straalt deze uit naar andere gebieden, of is afkomstig vanuit de nek. Bij een val op het achterhoofd ontstaat er pijn aan de schedel, soms een bloeding maar kan er ook een hersenschudding ontstaan. Ook kan pijn ontstaan doordat een zenuw vanuit de nek bekneld is. Spanningshoofdpijn kan ook aan de achterzijde voelbaar zijn. Spanning, stress of inspannend werk zijn hier de oorzaken van. Bij aanhoudende klachten is behandeling nodig. Zelden komt hoofdpijn voort uit een hersentumor.
Het achterhoofd
Het achterhoofd is de achterkant van het hoofd. In het achterhoofd bevindt zich onder andere de achterhoofdkwab. Dit is het deel van de hersenschors die aan de achterzijde ligt. Dit zijn de kleinste hersenkwabben en hebben de functie om visuele informatie te verwerken. Met visueel bedoelen we: het zien, het kijken. Aan de buitenkant van de schedel herkennen we het achterhoofd doordat hier haargroei plaatsvindt.
Op het achterhoofd gevallen en een hersenschudding
Bij een val kan het voorkomen dat iemand op zijn hoofd valt. Dit kan op het voorhoofd zijn, boven op de schedel maar ook op het achterhoofd. Achterwaarts vallen heeft vaak tot gevolg dat men op het achterhoofd valt. Bij een kleine stoot tegen het achterhoofd zijn de gevolgen niet groot. Vaak ontstaat er wel tijdelijk pijn aan de schedel en soms is er sprake van een uitwendige bloeding, doordat de huid gescheurd is. De pijn verdwijnt na enkele minuten tot uren. Soms blijft deze langer aanhouden. We zien dan ook wel eens een buil of zwelling optreden. Dit wordt veroorzaakt door vochtophoping onder de huid. Ook dit verdwijnt doorgaans snel weer, vaak binnen enkele dagen.
In een enkel geval is er sprake van een hersenschudding. Dit ontstaat wanneer de klap tegen het achterhoofd groot was. De hersenen worden omgeven door hersenvliezen en drijven in een vloeistof: het hersenvocht. Dit beschermt de kwetsbare hersenen. Bij een val kunnen de hersenen soms voor korte tijd door elkaar geschud worden, ze botsen tegen de wand van de schedel aan. Dit noemen we een hersenschudding.
In de meeste gevallen ontstaat een hersenschudding als gevolg van een val, sporten (vooral paardensport is een risico), een auto-ongeval of doordat iemand lichamelijk geweld toepast (een trap of klap tegen het hoofd). Een hersenschudding wordt dus niet altijd veroorzaakt door een val op het hoofd, maar is wel de meest voorkomende oorzaak.
We onderscheiden een lichte en een zware hersenschudding. Bij een lichte hersenschudding ontstaan er klachten als hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid, concentratiestoornis, moeite met de oriëntatie en verwardheid. Een zware hersenschudding kenmerkt zich door bovenstaande symptomen, aangevuld met dubbel zien, lage bloeddruk, hoge hartslag en soms veel zweten.
Een hersenschudding wordt doorgaans behandeld met rust en eventuele pijnstilling. De eerste 24 uur wordt de patiënt regelmatig wakker gemaakt om te controleren of deze goed bij bewustzijn is. Sufheid of niet reageren kan wijzen op een hersenkneuzing of hersenbloeding. Na 2 tot 4 weken zullen de meeste klachten verdwenen zijn. Een zware hersenschudding heeft soms langer herstel nodig.
Occipitalis neuralgie: zenuwpijn
Bij occipitalis neuralgie is er sprake van zenuwpijn. Dit wordt veroorzaakt door de nervus occipitalis major, een zenuw die vanuit de nek naar de achterkant van de schedel loopt. De zenuw kan geprikkeld zijn doordat deze bekneld zit. Er ontstaat een hoofdpijn die te vergelijken is met migraine. Er ontstaan aanvallen van pijn vanuit de nek, die plots omhoog schiet naar het achterhoofd. Soms wordt dit ook wel vergeleken met spanningshoofdpijn. Bij een aantal patiënten zijn er tintelingen merkbaar, of pijn aan het haar. Het lijkt dan alsof er aan het haar getrokken wordt.
De klacht is te verhelpen door het nemen van fysiotherapie. Vaak is een verkeerde houding de oorzaak van de zenuwbeknelling. Deze beknelling kan opgeheven worden door het doen van oefeningen (verbeterde houding) en door de spierspanning te verminderen. Soms wordt een injectie met corticosteroïden gegeven, een hormoon dat ontstekingsremmend werkt. Bij aan houdende klachten wordt gekeken naar pijn bestrijding of de zenuw te behandelen, waardoor deze de pijn verminderd of anders verloopt. Vaak wordt er gebruik gemaakt van stroomstootjes, waardoor de zenuw anders gaat reageren. Vaak zal dit ook leiden tot blokkade van de zenuw, waardoor pijn niet meer doorgegeven wordt.
Spanningshoofdpijn
Bij spanningshoofdpijn is er sprake van pijn in het achterhoofd, het voorhoofd, de zijkanten maar ook een combinatie van deze drie is mogelijk. Ook de nek en schouders voelen vaak pijnlijk en gespannen aan. Naast pijn lijkt het vaak alsof er een strakke band om het hoofd zit geklemd, en kan men gevoelig zijn voor harde geluiden. Omgevingsdrukte verergert de klachten vaak.
De oorzaak is vaak te vinden in stress, spanning en een hoge werkdruk. Maar ook mensen die veel inspannend werk met de ogen doen (beeldscherm) ervaren vaak spanningshoofdpijn. Hierdoor worden de spieren van de nek en de schouders onbewust aangespannen. De spierspanning is daardoor continue te hoog. Dit geeft bovenstaande klachten.
Behandeling bestaat vaak uit rust, fysiotherapie, psychotherapie, pijnstillers of medicijnen. Dit is afhankelijk van de oorzaak. Deze zal daarom eerst achterhaald moeten worden.
Hersentumor
Een hersentumor kan goedaardig of kwaadaardig zijn. Bij kwaadaardige tumoren spreken we van kanker. Bij een hersentumor is niet altijd goed aan te geven of deze goed-of kwaadaardig is. Daarom spreken we van een hersentumor en niet van hersenkanker. Soms wordt hoofdpijn in het achterhoofd veroorzaakt door een tumor in de kleine hersenen. De pijn ontstaat dan doordat de tumor zorgt voor een verhoogde druk. Vaak ontstaan er ook klachten als misselijkheid en overgeven. Soms kan het hersenvocht niet meer goed afgevoerd worden, waardoor er een waterhoofd ontstaat.
Afhankelijk van de precieze locatie en de grootte van de tumor, maar ook van de aard van de tumor, zal behandeling bestaan uit operatie, medicatie, chemotherapie of bestraling. Soms wordt er geen behandeling toegepast, wanneer een kleine goedaardige tumor verder geen klachten geeft. Regelmatige controle zal dan wel nodig zijn.