Laparoscopie: behandeling en herstel
Een laparoscopie staat ook wel bekend als een kijkonderzoek. In combinatie met een ingreep wordt het een kijkoperatie genoemd. Er is een verschil tussen een laparoscopie of endoscopie. Beiden methoden maken het mogelijk om de organen in de buikholte te bekijken, maar de manier van inbrengen is anders. Bij laparoscopie wordt er een snede in de huid gemaakt. Hierdoor wordt de kijkbuis naar binnen gebracht. De ingreep zal vaak onder algehele narcose (verdoving) plaatsvinden. Hierdoor merkt de patiënt er niks van. Na afloop is er minder pijn dan bij een normale operatie. Ook het herstel zal vlotter verlopen. De organen die bekeken kunnen worden zijn de baarmoeder, eierstokken, eileiders, lever, dikke dram en andere organen binnen de buikholte.
Wat is laparoscopie?
Laparoscopie is een onderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van een kijker. We spreken ook wel van een kijkonderzoek. De kijkbuis die gebruikt wordt noemen we een laparoscoop. Hert uiteinde van de buis bevat een lampje, waarmee er binnen het lichaam verlicht kan worden. De buis is verbonden middels een camera die buiten het lichaam blijft. De camera wordt aangesloten op een beeldscherm. Via dit beeldscherm kan de arts binnen in het lichaam kijken.
Voor welke organen?
Hee vaak wordt een kijkonderzoek uitgevoerd bij vrouwen om de baarmoeder te inspecteren. Maar ook de eileiders en de eierstokken worden vaak middels een kijkonderzoek bekeken. Verder wordt een kijkonderzoek toegepast bij de ever, de galblaas en de milt. Ook de urineblaas kan hiermee bekeken worden. De buikholte wordt hier ook vaak mee onderzocht. Vaak vindt er niet alleen onderzoek plaats, maar kan er ook gelijk wat weefsel weggenomen worden of wordt een operatie uitgevoerd. In dit geval spreken we van een kijkoperatie.
Laparoscoop of endoscoop?
Er is een verschil tussen een laparoscoop en een endoscoop. Een laparoscoop wordt gebruikt om via een snede het lichaam binnen te komen. Deze snede wordt kunstmatig aangebracht. Een endoscoop wordt ook gebruikt om interne organen te bekijken, maar dan via een natuurlijke opening zoals de anus, de schede of de mond.
De baarmoeder, eierstokken of eileiders
Een kijkonderzoek van de baarmoeder zal onder algehele narcose plaatsvinden. Dit betekent dat er een narcosemiddel (slaapmiddel) wordt toegediend, waardoor de vrouw in slaap valt. Hierdoor krijgt zij niks mee van de laparoscopie. Vaak wordt er een sneetje in het onderste randje van de navel gemaakt. Dit sneetje zal niet breder zijn dan 2 centimeter en zal na afloop voor een minimaal litteken zorgen. Vervolgens wordt er een holle naald via het sneetje naar binnen geduwd. De arts zal de buikholte vullen met gas. Dit is meestal koolzuurgas. Hierdoor komt de buikwand los van de organen en zijn de baarmoeder, maar ook de eierstokken en de eileiders goed zichtbaar. Via deze zelfde snede wordt de laparoscoop ingebracht en aangesloten op de camera en beeldscherm. De arts kan nu via het beeldscherm de organen bekijken.
Vaak wordt via een tweede snede, die op of onder de schaamhaargrens wordt gemaakt, hulpinstrumenten ingebracht. Hierdoor is het mogelijk om bijvoorbeeld een sterilisatie of een verzakkingsoperatie uit te voeren. Ook kunnen op deze manier de eierstokken verwijderd worden of de baarmoeder. Vrouwen die veel last hebben van vleesbomen worden ook vaak via deze methode geholpen. Daarnaast kunnen cysten of een buitenbaarmoederlijke zwangerschap behandeld worden middels laparoscopie. Ook verklevingen kunnen behandeld worden. Het doel is vaak het bevorderen van de vruchtbaarheid of aandoeningen of ziekten aan de vrouwelijke geslachtsorganen te behandelen. De gehele behandeling verloopt via het beeldscherm.
Milt, lever, galblaas, darmen en andere organen
Ook voor deze organen is laparoscopie mogelijk. De methode is eigenlijk hetzelfde. Er zal ook gekozen worden voor algehele verdoving door middel van een narcose. De patiënt wordt hierbij in slaap gebracht. Er wordt een snede in de huid gemaakt die niet breder dan 1 centimeter zal zijn. Ook hier wordt vaak voor het gebied rondom de navel gekozen. Vaak wordt gekozen voor koolzuurgas, zodat de buikwand loskomt en de organen vrij komen te liggen. Hierdoor kan de arts de organen goed bekijken. De volgende organen kunnen met behulp van de laparoscoop onderzocht en behandeld worden: lever, milt, galblaas, middenrif, maag, dunne darm, dikke darm, wormvormig aanhangsel, galblaas, blaas, bijnieren, nieren. Onder andere een liesbreuk, een blindedarmoperatie en het plaatsen van een maagband worden op deze wijze behandeld. Na de ingreep blijven er twee kleine sneetjes aanwezig: eentje voor de laparoscoop en eentje voor de hulpinstrumenten.
Herstel
Een laparoscopie zorgt voor een korter herstel dan een andere operatie, die vaak toch zwaarder is. Omdat de snede minimaal is en er weinig weefsel beschadigd wordt, is het vaak al mogelijk om de volgende dag weer op de been te zijn of in ieder geval al meer te kunnen dan verwacht wordt. De meeste patiënten verblijven korter in het ziekenhuis, vaak 1 tot 3 dagen. Er zijn altijd uitzonderingen en het hangt ook af van de soort ingreep die verricht is. Alleen een kijkonderzoek is vaak snel herstellend en in veel gevallen kan de patiënt dezelfde dag of de volgende dag naar huis.
Ook met de pijn valt het vaak mee: deze is weinig aanwezig of in minder mate dan bij een normale operatie. De twee sneden (soms drie) herstellen ook vrij snel. Wel kan er wat last zijn van het gas dat in de buikholte is ingespoten. Het gas kan zich verplaats hebben naar bijvoorbeeld de schouders. Er kan benauwdheid of spierpijn optreden. Ook kunnen er klachten optreden naar aanleiding van de narcose. Sommige mensen kunnen dagen, weken tot maanden na de operatie een vermoeid gevoel hebben en moeite hebben met de concentratie.