(Diagnostische) laparoscopie: Onderzoek buikholte of bekken
Een laparoscopie is een inwendig kijkonderzoek waarbij de arts in staat is om de buikholte of het bekken van de patiënt te inspecteren. Dit is handig om een diagnose te stellen bij onder andere chronische buikpijn, vocht in de buik, een massa in de buik en kanker. Het onderzoek biedt tal van voordelen: er zijn weinig risico’s aan verbonden, het is minimaal invasief en de patiënt houdt slechts kleine incisies over aan het onderzoek. Na de diagnostische laparoscopie mag hij tevens snel naar huis. Het inwendig kijkonderzoek is mogelijk voor onderzoek van de appendix, de alvleesklier, het bekken of de voortplantingsorganen, de dunne en dikke darm, de galblaas, de lever, de maag en de milt.
Synoniemen diagnostische laparoscopie
Een diagnostische laparoscopie is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- Laparoscopie – diagnose
- Verkennende laparoscopie
Indicatie onderzoek buikholte of bekken
Een diagnostische laparoscopie helpt de oorzaak te vinden van de
pijn of een zwelling in de buik en het bekken. De arts voert dit onderzoek uit wanneer de resultaten van radiologisch onderzoek (
CT-scan of
MRI-scan) of een
abdominale echografie (
echografisch onderzoek) onduidelijk zijn. Soms voert een arts eveneens deze behandeling uit bij een patiënt die een ongeval heeft gehad zodat hij in staat is om de schade in de buik op te meten. Deze vorm van laparoscopie voert de arts dan uit in plaats van open chirurgie. Voorts is een laparoscopie eveneens handig alvorens de beste
kankerbehandeling in te zetten; de arts controleert door middel van het onderzoek namelijk of de
kanker zich verspreid heeft.
Tegenindicatie onderzoek buikholte of bekken
Een diagnostische laparoscopie is niet mogelijk bij een opgezwollen darm, vocht in de buik (
medische term =
ascites), of als de patiënt in het recente verleden een operatie heeft gehad.
Voor het onderzoek: grondige controle door arts
Vooronderzoeken
Veelal krijgt een patiënt eerst vooronderzoeken alvorens een diagnostische laparoscopie plaatsvindt. Zo voert een arts een standaard
bloedonderzoek, een
urineonderzoek of
radiografisch onderzoek uit. Dit is afhankelijk van de leeftijd en eventueel andere medische aandoeningen van de patiënt.
Ziekenhuisverblijf
Een diagnostische laparoscopie is een poliklinische behandeling die ongeveer twee uur tijd in beslag neemt. De patiënt mag met andere woorden na de behandeling naar huis, al is het mogelijk dat sommige patiënten één nacht moeten overnachten in het ziekenhuis.
Verdoving
Het onderzoek vindt in het ziekenhuis onder algemene verdoving plaats. Hierdoor slaapt de patiënt en heeft hij geen pijn tijdens het onderzoek. Bij sommige patiënten is een
plaatselijke verdoving mogelijk.
Praktische voorbereidingen
De patiënt meldt de arts of hij allergieën heeft, of en zo ja welke medicatie hij neemt en ook of hij mogelijk zwanger is. Mogelijk vinden voor de operatie medicatiewijzigingen plaats. Dit past de patiënt alleszins niet zelf aan of beslist hij niet autonoom. Hij neemt hiervoor op voorhand op met de arts. Belangrijk is dat de patiënt op voorhand vervoer naar huis regelt want aangezien hij een algemene
anesthesie krijgt, is zelfstandig naar huis gaan na het onderzoek niet toegestaan. Gedurende minstens acht uur voor het onderzoek is eten of drinken niet toegestaan. De patiënt moet immers nuchter zijn. Wel mag hij douchen vlak voor het onderzoek.
Tijdens het onderzoek
De patiënt heeft in zijn geheel geen pijn tijdens het onderzoek aangezien hij algemene anesthesie heeft gekregen. Vooreerst maakt de chirurg een kleine snede (incisie) onder de navel. Hij plaatst daarna een naald of canule (smal buisje) in in de incisie. Via de naald of de canule brengt hij kooldioxidegas in de buik om het buikgebied te vergroten. Dit helpt de chirurg zodat hij meer werkruimte heeft en daarnaast krijgt hij de organen duidelijker in beeld. Hij plaatst daarna via de canule een laparoscoop met een kleine videocamera in de buik van de patiënt. De arts beoordeelt hiermee de binnenkant van het bekken en de buik. Soms maakt de arts andere kleine insneden om indien nodig andere instrumenten in te brengen, zodat hij nog een beter beeld van bepaalde organen krijgt of een
biopt kan nemen. Bij een gynaecologische laparoscopie injecteert de chirurg een kleurstof in het baarmoederhalsgebied zodat hij de
eileiders ziet.
Na het onderzoek
Na het onderzoek verwijdert de arts het gas, de laparoscoop en de instrumenten en sluit hij de wondjes (incisies) met absorbeerbare hechtingen. Hierover plaatst de arts verbandmiddelen. De patiënt verblijft vervolgens nog enkele uren in het ziekenhuis voordat hij weer naar huis mag. Dit hangt wel af van de algemene conditie van de patiënt, het type narcose dat hij gekregen heeft en ook hoe het lichaam reageert op de operatie. De patiënt heeft voorts op voorhand vervoer naar huis geregeld. Zijn reflexen zijn namelijk door de anesthesie gedurende de gehele dag aangetast waardoor zelf rijden ten stelligste afgeraden is. De patiënt mag tot slot binnen een week na het onderzoek weer al zijn activiteiten hervatten.
Normale resultaten
Een patiënt zonder laparoscopische afwijkingen heeft geen bloed in de buik, geen hernia, geen intestinale obstructie en geen kanker in zichtbare organen. De
baarmoeder, eileiders en eierstokken hebben een normale grootte, vorm en kleur. De lever is tot slot normaal.
Abnormale resultaten
Abnormale resultaten omvatten bijvoorbeeld:
Risico’s en bijwerkingen bij de patiënt
De incisies zijn mogelijk pijnlijk nadat de verdoving is uitgewerkt. Soms voelt de patiënt kloppingen in de incisies. De patiënt krijgt hiervoor desgewenst een
pijnstiller. Ook
schouderpijn komt voor en dit houdt mogelijk enkele dagen aan. Het koolzuurgas dat tijdens het onderzoek is ingebracht, irriteert namelijk het
middenrif hetgeen dezelfde zenuwen als de schouder deelt. Een
opgeblazen gevoel is bovendien gebruikelijk. Een verhoogde plasdrang (
urinaire urgentie) treedt tot slot mogelijk eveneens op omdat het gas druk op de blaas zet. Normaal gezien verdwijnen deze bijwerkingen na enkele dagen.
Daarnaast zijn enkele risico’s verbonden aan een diagnostische laparoscopie. Een
perforatie (gat in darm) van een orgaan waardoor de darminhoud lekt en/of een bloeding ontstaat mogelijk in de buikholte. Onmiddellijke open chirurgie (laparotomie) is hiervoor noodzakelijk. Een ander risico is een infectie waarvoor de patiënt
antibiotica krijgt. Ook bloedingen komen soms voor.
Lees verder