Lokale anesthesie: Plaatselijk verdovende geneesmiddelen
Een patiënt die een bepaalde medische procedure moet ondergaan, krijgt mogelijk lokale anesthesie. Dit houdt in dat de arts een lichaamsdeel met een lokaal anestheticum (verdovend medicijn) verdooft zodat de patiënt geen pijn voelt. Deze medicijnen behandelen aandoeningen die gepaard gaan met pijn, ze voorkomen pijn tijdens een ingreep of operatie of verlichten pijn na een operatie. Bij het gebruik van lokale anesthetica blijft een patiënt bij bewustzijn. Over het algemeen is dit veiliger, en zijn er geen specifieke voorbereidingen nodig en herstelt de patiënt sneller. Het gebruik van lokale anesthetica gaat af en toe gepaard met bijwerkingen en complicaties.
Werking van lokale anesthetica: Pijn verlichten
Door de lokale anesthetica zenden de zenuwen in een bepaald lichaamsdeel geen signalen meer naar de
hersenen. De patiënt voelt na het aanbrengen van de plaatselijke verdoving geen
pijn, hoewel hij nog steeds wat druk of beweging voelt. Normaal gesproken duurt het slechts een paar minuten om het gevoel te verliezen in het gebied waar de arts plaatselijke verdoving toedient. Het volledige gevoel keert terug nadat het medicijn is uitwerkt. Dit is meestal na enkele uren. Een sterkere en hogere dosis gaat langer mee.
Toepassingen van plaatselijk verdovende geneesmiddelen
Lokale anesthesie gebruikt de arts in volgende situaties:
- de arts kan de procedure snel uitvoeren; de patiënt moet dan niet overnachten
- de operatie is minimaal en vereist geen algemene anesthesie
- de patiënt moet niet bewusteloos zijn voor de ingreep
- de spieren moeten niet ontspannen voor de operatie
Tandartsen, chirurgen, anesthesisten en andere artsen dienen lokale anesthetica toe.
Sommige medicijnen met een milde plaatselijke verdoving zijn al dan niet op doktersvoorschrift verkrijgbaar bij de apotheek. De toedieningswijze gebeurt via een injectie, een crème, een gel, een pleister, een spray of een zalf, afhankelijk van het doel van de plaatselijk verdovende geneesmiddelen. Het type en de dosis anesthesie hangt af van vele factoren, zoals het gewicht, eventuele allergieën van de patiënt, het te opereren of behandelen lichaamsdeel en de huidige medische toestand.
Pijn behandelen
Aandoeningen die milde pijn met zich meebrengen, zoals onder andere aften (
mondzweren), lichte brandwonden,
insectenbeten,
aambeien en
keelpijn, zijn te behandelen met vrij verkrijgbare gels en sprays die een lokaal anestheticum bevatten. Injecties met een lokaal anestheticum en
steroïde medicatie zijn inzetbaar om aandoeningen met meer pijn te behandelen, zoals chronische gewrichtspijn.
Pijn voorkomen tijdens en na de operatie of medische procedure
Een arts geeft de patiënt vaak een plaatselijke verdoving in combinatie met een kalmerend medicijn tijdens een operatie of medische procedure zoals:
- cataract verwijderen of andere vormen van oogchirurgie
- een intraveneuze (via een ader) lijn plaatsen
- een inwendig kijkonderzoek (endoscopie)
- een katheter plaatsen
- een kleine huidprocedure, zoals het verwijderen van moedervlekken, wratten, …
- een laserbehandeling
- een stukje weefsel verwijderen voor verder microscopisch onderzoek (biopsie)
- een vulling of verstandskies verwijderen / kaakchirurgie
- hechtingen aanbrengen of verwijderen
De arts gebruikt een plaatselijke verdoving af en toe voor grotere operaties waarbij de patiënt wakker moet zijn, zoals tijdens bepaalde hersenoperaties, of om pijn te voorkomen na een ingrijpende operatie die is uitgevoerd onder een algehele anesthesie.).
Epidurale en spinale anesthesie
Bij een epidurale anesthesie injecteert de arts continu een lokaal anestheticum via een buisje in het buitenste laag van het ruggenmergkanaal (de epidurale ruimte). Een
ruggenprik is een enkele injectie in het ruggenmergvocht. Beide soorten verdovingsmiddelen verdoven grote lichaamsdelen door pijnsignalen te stoppen die langs de zenuwen in de wervelkolom lopen. De arts gebruikt deze verdovingstechnieken om de pijn tijdens de bevalling te verlichten, of als een
keizersnede nodig is. Ook verminderen deze verdovingstechnieken de hoeveelheid algemene anesthesie die nodig is tijdens sommige operaties en verlichten ze ook achteraf de pijn. verder gebruikt de arts epidurale en spinale anesthetica voor gewrichtsvervangende chirurgie, zoals bij het plaatsen van een knieprothese en heupprothese.
Perifere zenuwblokkades en lokale anesthesie
Bij een zenuwblokkade injecteert de arts een lokaal anestheticum om de zenuwen te verdoven die een bepaald lichaamsdeel voeden, zoals de hand, de arm of het been. De arts gebruikt een perifere zenuwblokkade zodat de patiënt geen algemene verdoving nodig heeft of anders om de pijn achteraf te verminderen. Een echografie helpt om de juiste zenuw aan te wijzen. De pijnloze injectie is na ongeveer dertig minuten volledig effectief. Wanneer de arts perifere zenuwblokkades en epidurale of spinale anesthetica gebruikt in plaats van algemene anesthetica, combineert hij deze medicijnen met sedatie (kalmerende medicatie) zodat de patiënt meer slaperig en meer ontspannen is.
Risico's en bijwerkingen van plaatselijke verdoving
Complicaties
Lokale anesthetica zijn over het algemeen erg veilig; complicaties treden zelden op. Soms heeft de patiënt wel wat pijn wanneer de arts de injectie geeft. Ook ervaart hij mogelijk een tintelend gevoel als het medicijn verdwijnt. De injectie gaat soms ook gepaard met lichte
kneuzingen, bloedingen of pijn rond de injectieplaats. Andere significante bijwerkingen komen normaal gesproken niet tot stand. De patiënt moet wel voorzichtig bewegen tot de verdoving is uitgewerkt, omdat hij misschien niet merkt dat hij zich heeft bezeerd.
Sommige patiënten ervaren tijdelijke bijwerkingen van een plaatselijke verdoving, zoals:
Deze problemen verdwijnen meestal spontaan, maar het is wel belangrijk om de arts hierover te informeren. In zeer zeldzame gevallen ervaart de patiënt een
allergische reactie op het plaatselijke verdovingsmiddel of krijgt hij te maken met ernstige complicaties, zoals een
vertraagde hartslag,
een lage bloeddruk,
ademhalingsproblemen,
epileptische aanvallen of een
hartstilstand.

Lokale anesthesie is relatief veilig voor zwangere vrouwen /
Bron: PublicDomainPictures, PixabayZwangerschap
Lokale anesthesie is relatief veilig voor zwangere vrouwen, maar dit hangt af van het gebruikte type anestheticum, de benodigde hoeveelheid en het stadium van de zwangerschap. Tijdens de zwangerschap treden veranderingen op aan diverse organen en structuren in het lichaam, zoals het hart, de bloedvaten, de lever en de
nieren. Het lichaam reageert daarom soms anders op het lokaal verdovingsmiddel. Het medicijn komt ook terecht in de bloedsomloop van de
baby. In het eerste zwangerschapstrimester (tot dertien weken zwangerschap) gebeurt de ontwikkelingen van ledematen en organen van een baby. In deze periode is het mogelijk dat het lokaal anestheticum
aangeboren afwijkingen veroorzaakt. De arts moet bijgevolg steeds op de hoogte zijn van een eventuele zwangerschap. Vaak stelt hij voor om de procedure uit te stellen tot later in de zwangerschap of pas uit te voeren na de bevalling.
Lees verder