Eerste hulp bij wandelaarsblaren
In overdrachtelijke zin is een blaar vergelijkbaar met spierpijn. Het is net zo hinderlijk en een signaal dat er tijdens het wandelen of hardlopen te veel van het lichaam wordt gevraagd of dat er onvoldoende voorzorgsmaatregelen zijn getroffen om blaren te voorkomen. Het is een teken dat men zich beter moet voorbereiden op fysieke inspanningen. In het algemeen worden blaren veroorzaakt door hitte, bevriezing, wrijving, druk of beknelling (bloedblaar). Doorgaans geneest een blaar binnen een week. Wie te enthousiast aan de wandelsport begint, zal steevast te maken krijgen met blaren. Ze zijn moeilijker te voorkomen dan te behandelen. Een algemene regel luidt dat men blaren met rust moet laten. Ze drogen (gesloten) in en het infectiegevaar is aldus minimaal. Het is echter geen praktische oplossing voor hen die met een zware rugzak in een uitgestrekt bos nog een uur of twee moeten lopen naar het eindpunt van de wandeltocht, waar de verlossende auto staat.
Inhoud
Blaren – gesloten, open of een bloedblaar?
Een blaar is een ontstane holte onder de opperhuid, gevuld met vocht. De oorzaken kunnen talrijk zijn, variërend van thermisch letsel (brand- en
bevriezingsblaren), wrijvingsblaren en beknellingsblaren of
bloedblaren. In het algemeen geldt dat een wond elke dag wat meer geneest. Dat geldt ook voor een blaar, het is immers ook een
wond.
Ontsteking
Een blaar die rood (vurige rand), warm en steeds pijnlijker wordt, waarbij bovendien het blaarvocht niet helder meer is, vertoont
ontstekingsverschijnselen. Er is dan iets misgegaan in de behandeling van de blaar, zoals na het doorprikken ervan. In dat geval kan men het beste naar de huisarts gaan voor nadere inspectie. Verder is het belangrijk te weten dat
thermische blaren, zoals brand- en bevriezingsblaren, beter niet door een eerstehulpverlener kunnen worden doorgeprikt. Hetzelfde geldt voor bloedblaren.
Doorprikken of niet?
Blaren – ofwel een overmatige vochtophoping tussen de opper- en lederhuid – genezen doorgaans binnen een week. Ze zijn berucht bij (ongetrainde)
wandelaars en hardlopers. Een blaar waarbij niet alleen de buitenste huidlaag is betrokken, zal eveneens snel genezen maar een litteken achterlaten. Het doel van het verlenen van eerste hulp bij blaren is het verminderen van infectiegevaar, en dus het bespoedigen van de genezing en het beperken van ongemak, zoals
pijn.
Infectiegevaar
Prik een blaar alleen open als die pijn doet en
hinder veroorzaakt. Een open blaar verhoogt immers het infectiegevaar. Bij kleine blaren kan die gulden regel meestal wel worden opgevolgd, maar bij een grote blaar onder de voet zal en moet die worden doorgeprikt. De blaar zal overigens hoe dan ook vanzelf openbarsten. Dat kan men beter gecontroleerd laten gebeuren dan dat men het aan het toeval overlaat.
Bron: Philriley427, Pixabay Eerste hulp bij een gesloten blaar
De keuze of een blaar al dan niet moet worden doorgeprikt is aan de wandelaar zelf. Het ongemak dat de blaar oplevert, de omvang van de blaar en de plaats waar de blaar zich bevindt zijn factoren die dat bepalen. Prik grote,
pijnlijke blaren liever door en laat de kleine blaren die weinig ongemak veroorzaken ongemoeid. Bij een blaar die opzwelt als een ballonnetje zal die keuze niet zo moeilijk zijn. Volg bij een gesloten blaar(tje) de volgende stappen.
Wat te doen
- Prik de blaar alleen door als die hinderlijk of pijnlijk is.
- Ontsmet de blaar en de huid eromheen met een huidontsmettingsmiddel. Mocht de blaar toch opengaan, dan is het infectiegevaar sowieso minder.
- Dek het blaartje steriel af met een pleister of een ander daarvoor geschikt verband.
- Een blaar die niet openbarst, droogt vanzelf in.
Doorprikken van een blaar (open blaar)
Belangrijk is dat u bij het doorprikken van een blaar zo
hygiënisch mogelijk te werk gaat. Volg daarbij de onderstaande stappen.
Wat te doen
- Was uw handen zorgvuldig (met water en zeep).
- Ontsmet de blaar en de omgeving ervan met een huidontsmettingsmiddel.
- Pak een schone naald of een schaartje en houd de punt ervan in een vlam (aansteker). Veeg het uiteinde ervan daarna niet af!
- Houd de naald (of de punt van het schaartje) horizontaal bij de rand (basis) van de blaar en prik de blaar open.
- Druk met een steriel gaasje het vocht uit de blaar.
- Laat na het doorprikken het blaarvel zitten, dus niet verwijderen. De losse huid op de (open!) wond vormt een natuurlijke bescherming. Het velletje verdroogt uiteindelijk en laat dan vanzelf los, terwijl eronder nieuwe huid is gegroeid. Deze werkwijze versnelt het genezingsproces van een open blaar.
- Ontsmet de blaar en de huid eromheen opnieuw.
- Dek de blaar af met een gaaspleisterverband, een wondpleister of met een speciaal verband als er nog verder moet worden gelopen.
- Dek de open blaar af tot de wond genezen is, hoewel de meningen daarover verdeeld zijn. Een wond moet immers 'lucht' krijgen. Verwijder om die reden af en toe het verband. Gebruik bij het verbinden gewone (steriele) wondpleister, tenzij de blaar te groot is. Kies dan voor gaasverband.
- Nat verband dient overigens meteen vervangen te worden. Het wordt als besmet beschouwd.
Bron: Jackmac34, Pixabay Voorkom blaren
Voorkomen is beter dan genezen.
Trainen is de beste voorbereiding. Begin dus niet aan een wandeling van twintig kilometer als u zelden lange afstanden loopt, maar kies in het begin voor korte trajecten. Koop stevige, makkelijk zittende schoenen en tegelijk ook nieuwe en speciale wandelsokken (acryl). Sommigen adviseren het dragen van twee paar sokken: dunne, katoenen sokken met daaroverheen dikke, wollen sokken om wrijving zoveel mogelijk te voorkomen.
Ervaring
Behandel de voeten eventueel eerst met talkpoeder, vooral als u last hebt van
zweetvoeten. Wandel in nieuwe schoenen korte perioden om de voeten te laten wennen. Soms wil een hielzooltje helpen, of inlegzolen. Hoed u voor sokken met naden, omdat er zich bij de naden vaak blaren vormen. Smeer de voeten eventueel in met
vaseline. Vaak biedt dat soelaas. Ervaren wandelaars hebben zo hun eigen methoden om blaren te voorkomen, gebaseerd op eerdere ervaringen.
Lees verder