Granulatieweefsel in een wond
Een wond kan ontstaan door snijden krabben, peuteren, verbranden, bevriezing, schaven of door een andere oorzaak. Bij een wond is de huid beschadigd en treedt er een bloeding op. Deze bloeding spoelt de wond schoon. Het bloeden zal daarna gestelpt worden door het lichaam zelf of door hul van buitenaf. Daarna begint de wondgenezing. De wond zal zich vullen met granulatieweefsel. Dit is nieuw weefsel dat rijk is aan bloedvaatjes. Wanneer granulatieweefsel een bepaald niveau bereikt zal het bedekt worden met epitheelweefsel. Rondom een stoma zien we vaker granulatie weefsel. Soms wordt het bij een ernstige ontsteking van het uitwendige oor gevonden.
Ontstaan van een wond
We kunnen wel stellen dat iedereen er ooit mee te maken krijgt: een wondje of een wond. Dit is een beschadiging van de huid en ontstaat door schade van buitenaf. Hierbij kan je denken aan het schaven van de huid (schaafwond), snijden (snijwond), verbranden (brandwond), bevriezen, een chemische vloeistof die de huid beschadigd of door een infectie.
Een wond is te herkennen door zichtbare beschadiging. De huid is rood en voelt soms warm aan. De huid kan bloeden. Dit kan een puntbloeding zijn (zoals bij een schaafwond) of een grote bloeding. De opperhuid is het buitenste gedeelte van de huid. Het is de opperhuid die als eerste beschadigd raakt. Een wond zal vak ook dieper gaan. De tweede laag van de huid wordt de lederhuid genoemd. Soms is deze ook beschadigd. Bij diepe wonden is ook de derde laag beschadigd: het onderhuids bindweefsel.
Eerst zal de wond gaan bloeden
In bijna alle gevallen zal de wond als eerste gaan bloeden. Dit komt doordat haarvaten in de huid gescheurd zijn. Dit veroorzaakt het weglekken van bloed. De bloeding kan klein zijn maar ook een flinke bloeding bevatten. Het is goed om de wond even te laten bloeden: de wond wordt hierdoor schoongespoeld. Bij een kleine verwonding zal het bloeden vanzelf stoppen. Dit wordt veroorzaakt door de stollende eigenschap van bloed. Hier zijn bloedplaatjes verantwoordelijk voor. Door een bloeding worden de bloedplaatjes naar de rand van de wond gestuwd. Daar aangekomen zullen ze aan elkaar gaan kleven. Hierdoor stolt het bloed in de wond. Bij een grote bloeding duurt het vaak langer voor het bloed gestold is, of stolt helemaal niet (slagaderlijke bloeding bijvoorbeeld).
Opvullen van de wond: granulatieweefsel
Over de wond vormt zich een bloederige korst. Dit is goed: de wond wordt afgedekt waardoor schadelijke indringers van buitenaf niet meer de wond in kunnen komen. Ondertussen worden witte bloedcellen in actie gezet om bacteriën en virussen in de wond te doden. Vervolgens wordt er granulatieweefsel aangemaakt. Dit zijn bindweefselcelen die nieuw worden aangemaakt. Ook worden er nieuwe bloedvaatjes aangelegd. We kunnen zegge dat granulatieweefsel vaatrijk bindweefsel is en als eerste op de wond van de bodem gevormd wordt. Dit weefsel is rood van kleur en ziet er vochtig uit. Ook heeft het een korrelige structuur.
Het granulatieweefsel groeit net zover door totdat de wond ermee is opgevuld. Wanneer granulatieweefsel de rand van de wond bereikt, gaan epitheelcellen aan deze rand zich vermenigvuldigen. De epitheelcellen vormen een bedekkende laag over het granulatieweefsel heen. De bloedvaten in het granulatieweefsel trekken zich vervolgens meer terug. Er zullen meer collagene vezels voor in de plaats komen. Dit geeft de opvullende huid meer stevigheid. Het granulatieweefsel schrompelt. Er kan hierbij een litteken ontstaan.
Stoma en granulatieweefsel
We onderscheiden darmstoma's en urinestoma's. Daarnaast zijn er ook nog andere soorten stoma's. Een stoma is een niet-natuurlijke open verbinding met de buitenwereld. Zo kan een gedeelte van de darm naar buiten worden gebracht, waardoor de ontlasting via deze opening het lichaam kan verlaten. Er kan granulatie weefsel rondom de stoma ontstaan. Dit is soms in overmatige vorm en wordt dan granulomen genoemd. Ze zijn zichtbaar als bolletjes wild vlees. Hierdoor kunnen er problemen met de stoma ontstaan, bijvoorbeeld het feit dat het materiaal niet meer goed geplakt kan worden. De arts kan dit aanstippen met nitraat. Hierdoor verschrompelt het weefsel.
Soms wordt het granulatieweefsel verwijderd. Dit gebeurt wanneer er teveel van aanwezig is en het klachten oplevert in combinatie met de stoma. De arts zal dan operatief ingrijpen.
Wild vlees
Het kan zijn dat er na de wondgenezing wild vlees aanwezig is. Dit gebeurt wanneer de groei van granulatieweefsel te snel verloopt. Hierdoor vindt er zogenaamde wildgroei van vlees plaats. Wild vlees kan ontsierend zijn en soms klachten als jeuk geven. Ook kan wild vlees gevoelig zijn bij aanraking. Wild vees kan verwijderd worden door de arts. Het is beter om niet zelf in dit weefsel te gaan snijden vanwege de kans op infecties en littekens.
Gezonde voeding
Een goede wondgenezing kan alleen ontstaan wanneer er goede voedingsstoffen aanwezig zijn. Granulatieweefsel wordt opgebouwd uit verschillende bouwstoffen, de bouwstenen. Hiervoor zijn onder andere nodig: vitamine A, vitamine C, eiwitten en mineralen. Wie deze stoffen onvoldoende binnen krijgt zal merken dat de wond zeer langzaam zal genezen. Ook is het van belang de wond de kans te geven om te genezen. Het afkrabben van korstjes aan de wond en het peuteren aan het nieuwe weefsel vertraagt het genezingsproces.