Eerste hulp bij hypoglykemie en hyperglykemie
Bij diabetes mellitus is de suikerstofwisseling verstoord. Daarbij maakt men onderscheid tussen wat vroeger juveniele diabetes en ouderdomsdiabetes werd genoemd, ofwel diabetes type 1 en type 2. In het eerste geval – diabetes type 1 – bestaat er een absoluut insulinetekort. Een ernstige vorm van hypoglykemie, ofwel een te laag bloedsuikergehalte, kan voorkomen bij mensen die insuline spuiten of antidiabetica slikken, waarbij overigens de werking ervan versterkt kan worden door andere medicijnen. Een diabeticus met een hypoglykemie of hyperglykemie weet doorgaans wel wat er aan de hand is met zijn lichaam en kan zelf effectief reageren als het zover is. Dat is echter niet altijd het geval. Kinderen en dementerende bejaarden hebben vaak niet het besef of het vermogen om adequaat te reageren. In die en andere gevallen is eerste hulp verlenen bij hypoglykemie of hyperglykemie zeer belangrijk om een diabetisch coma te vermijden.
Inhoud
Hypoglykemie (te laag bloedsuikergehalte)
De verschijnselen van een te laag
bloedsuikergehalte doen in veel gevallen denken aan (lichte) dronkenschap. Die indruk is niet verwonderlijk, omdat bij een 'hypo' de hersenfuncties verzwakken. Het kan voorkomen bij diabetici die insuline spuiten of orale antidiabetica gebruiken. Bijvoorbeeld als de persoon in kwestie 's ochtends te veel insuline heeft gespoten, te weinig gegeten heeft of na een grote en langdurige inspanning. Voor iemand die eerste hulp verleent bij
hypoglykemie is het belangrijk te weten dat een hypoglykemisch coma vrij snel ontstaat, doorgaans binnen een kwartier. Een hyperglykemisch coma ontwikkelt zich geleidelijker.
Bron: Stevepb, Pixabay Lage bloedsuiker
De symptomen van hypoglykemie ofwel te lage bloedsuiker zijn karakteristiek en kunnen deels ook in lichtere vorm worden waargenomen bij mensen die geen
suikerziekte hebben, maar niettemin tijdelijk met een laag bloedsuikergehalte kampen na inspanning op een lege
maag. De eilandjes van Langerhans in de
alvleesklier maken dan meer van het hormoon glucagon aan dat het opgeslagen glycogeen in de
lever en spieren omzet in glucose (bloedsuiker), waarna de suikerstofwisseling stabiliseert.
Symptomen
De verschijnselen van een te laag bloedsuikergehalte zijn onder andere:
- hevig transpireren;
- sterk hongergevoel;
- trillende handen, spierslapte;
- wazig zien en andere visusstoornissen;
- duizeligheid, flauwvallen;
- hartkloppingen;
- bleke huid;
- humeurig, angstig;
- snelle pols;
- oppervlakkige ademhaling;
- verwardheid (lijkend op dronkenschap);
- snelle verslechtering van de algehele toestand.
Hyperglykemie (te hoog bloedsuikergehalte)
Hyperglykemie staat in het teken van geleidelijkheid. Door het tekort aan insuline raakt ook de
vetstofwisseling in de war, waardoor een onbehandelde hyper vaak een metabole acidose in het kielzog heeft. Bij dit dreigende coma zijn bij
bloed- en
urineonderzoek afbraakproducten van vetten aantoonbaar, zoals aceton, diaceetzuur en bèta-oxyboterzuur. De geleidelijke afglijding naar een hyperglykemisch coma kan overigens ook ontstaan zonder acidose, waarbij met name
uitdroging op de voorgrond staat.
Hoge bloedsuiker
De Kussmaul-ademhaling is karakteristiek bij een
diabetisch coma als gevolg van hyperglykemie. Voor de eerstehulper is het belangrijk typische verschijnselen van een hyperglykemie in een vroeg stadium te onderkennen, vooral ook omdat een diabetisch coma snel kan volgen, en daardoor de medische problemen alleen maar groter worden en uiteindelijk fataal als er geen behandeling op volgt.
Symptomen
De verschijnselen van een te hoge bloedsuiker of hyperglycemie zijn onder andere:
- geleidelijke sufheid, vermoeidheid, slaperigheid;
- dorst;
- droge mond;
- opwinding;
- rood gelaat;
- veel plassen;
- lage bloeddruk;
- diepe, zuchtende ademhaling door verzuring (acidose), ofwel de Kussmaul-ademhaling;
- dreigende bewusteloosheid;
- acetongeur in de adem van het slachtoffer. Het doet denken aan de geur van zoete appels.
Bron: TesaPhotography, Pixabay Eerste hulp bij hypoglykemie
Iemand met
diabetes mellitus weet doorgaans van zichzelf of hij een 'hypo' of een 'hyper' heeft en kan dus in een vroeg stadium
voorzorgsmaatregelen nemen, vaak door ervaring wijs geworden. Een hypoglykemie komt verreweg het meest voor. Een diabeticus heeft om die reden altijd wat suiker bij zich en een 'medisch paspoort' waarin de aandoening(en) en de
medicatie zijn vermeld.
Meten is weten
Ook voor de eerstehulper geldt de slogan 'meten is weten', hoewel bij twijfel het geven van suiker niet mag worden uitgesteld. Indien het slachtoffer bekend is met diabetes, en insuline krijgt of antidiabetica slikt, zal de persoon in kwestie in de meeste gevallen eigenhandig maatregelen kunnen treffen, zoals zelf even de bloedsuiker prikken.
Bloedsuiker prikken
Bij een acute aanval moet suiker worden gegeven, zoals 10-20 gram
druivensuiker, suikerklontjes (ca. 4-6), snoep, honing, koekjes. Bij kinderen en dementerende bejaarden ligt dat in veel gevallen anders. Bij hen is het besef vaak afwezig of ze kunnen niet verwoorden of duiden wat hen mankeert. Bel in dat geval altijd 112. Ook moet het bloedsuikergehalte worden geprikt. In sommige gevallen is het slachtoffer niet meer in staat om te eten. Smeer dan wat honing of stroop op de binnenkant van de wangen in afwachting van medische hulp. Beter een wat te hoog bloedsuikergehalte dan afglijden in een hypoglykemisch coma, waarbij het slachtoffer dus buiten kennis raakt. Dien bij
bewusteloosheid niets toe en leg de patiënt in stabiele zijligging in afwachting van medische hulp. Een onbehandelde hypoglykemie kan binnen een kwartier overgaan in bewusteloosheid (coma).
Eerste hulp bij hyperglykemie
In geval van een hyperglykemie is het bloedsuikergehalte te hoog in verhouding tot de insuline. Dit komt minder vaak voor dan een hypo. De
verslechtering van de algehele toestand van het slachtoffer zal een minder snel verloop hebben dan bij een hypo. Hyperglykemie staat veelal in het teken van geleidelijkheid. Een diabeticus zal in de meeste gevallen zelf op tijd adequate maatregelen kunnen treffen en doorgaans door ervaring wijs geworden beseffen wat er aan de hand is. Zoals bij een hypo zal dat bij sommige mensen niet het geval zijn, zoals bij kinderen en dementerende bejaarden. Bel bij
symptomen van een hyperglykemie altijd 112. Leg het slachtoffer bij bewusteloosheid in een stabiele zijligging in afwachting van professionele medische hulp.
Kussmaul-ademhaling
Kenmerkend bij een hyperglykemisch coma is de zoete-appeltjesgeur (aceton) in de adem en de
Kussmaul-ademhaling. Een hyperglykemisch coma is een zeer ernstige en fatale complicatie van diabetes mellitus. Onbehandeld overlijdt het slachtoffer. Onder andere als gevolg van
nierinsufficiëntie. Tegenwoordig treedt het hyperglykemisch coma nog maar zelden op dankzij sterk verbeterde behandelingsmethoden.
Symptomen
- Diepe, trage maar doorgaans regelmatige ademhaling. In de beginfase kan het ademritme echter snel en oppervlakkig zijn.
- In het laatste stadium van de comateuze acidose (verzuring) is de ademhaling abnormaal langzaam, diep en snurkend.
- De Kussmaul-ademhaling is in alle gevallen een zeer duidelijk voorteken van een naderend irreversibel diiabetisch coma, waarbij onbehandeld bij diabetici de dood vrijwel onvermijdelijk is.
Oorzaken van hyperglykemisch coma
De
Kussmaul-ademhaling is te wijten aan verzuring (acidose). De oorzaak kan
nierfalen zijn, waarbij een uremie optreedt en de elektrolytenhuishouding ernstig verstoord raakt. Aantoonbaar is een dramatische stijging van zure metabole afvalproducten (aceton, diaceetzuur, bèta-oxyboterzuur). De beruchte Kussmaul-ademhaling treedt dus ook op bij een volledig ontregelde diabetes. Daarbij is niet alleen de suikerstofwisseling verstoord, ook de
vetstofwisseling moet het ontgelden. Bij diabetici komt een ontregelde suikerstofwisseling wel eens voor tijdens een zware infectieziekte. In dat geval heeft het lichaam meer insuline nodig. Door de comateuze toestand zijn de reflexen afwezig en is de
ademhaling verlangzaamd en zeer diep, ofwel de Kussmaul-ademhaling.
Symptomen
De verschijnselen van het diabetisch coma zijn onder andere:
- diepe Kussmaul-ademhaling (door verzuring van het lichaam);
- hoog glucosegehalte in het bloed;
- acetongeur;
- algehele spierverslapping (shock);
- geen reflexen.
Lees verder