Ziekte van Chagas: Infectieziekte door beet van parasiet
De ziekte van Chagas is een ernstige aandoening die voornamelijk voorkomt in Zuid- en Midden-Amerika. De verspreiding van deze infectieziekte gebeurt voornamelijk via bloedzuigende insecten, maar besmetting kan ook plaatsvinden door middel van bloedtransfusies of orgaantransplantaties. De aandoening heeft vooral gevolgen voor het hart en het spijsverteringsstelsel van de patiënt. Met behulp van antiparasitaire medicatie kunnen de parasieten vaak worden uitgeroeid, waarna de patiënt doorgaans goed herstelt. De ziekte van Chagas werd voor het eerst beschreven in 1909 door de Braziliaanse arts en onderzoeker Carlos Ribeiro Justiniano Chagas.
Synoniemen ziekte van Chagas
De ziekte van Chagas staat ook bekend onder de volgende synoniemen:
- Amerikaanse trypanosomiasis
- Chagas-ziekte
Epidemiologie aandoening
De ziekte van Chagas is een parasitaire infectie die wereldwijd miljoenen mensen treft, voornamelijk in Latijns-Amerika. De ziekte wordt veroorzaakt door de parasiet Trypanosoma cruzi en wordt overgedragen via de beet van besmette triatomine insecten, ook wel bekend als "kissing bugs." Hoewel de ziekte historisch gezien vooral voorkwam in plattelandsgebieden van Latijns-Amerika, is er de laatste jaren een toenemend aantal gevallen in niet-endemische gebieden, zoals de Verenigde Staten en Europa, door migratie van geïnfecteerde patiënten.
Verspreiding van de ziekte
De prevalentie van de ziekte van Chagas varieert sterk tussen landen, met de hoogste incidentie in landen als Brazilië, Mexico en Argentinië. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) wordt de ziekte in meer dan 20 landen in Latijns-Amerika aangetroffen. Er zijn schattingen dat tussen de 6 en 7 miljoen mensen wereldwijd geïnfecteerd zijn, waarvan het merendeel in Latijns-Amerika woont. In niet-endemische landen wordt de ziekte vaak overgedragen door bloedtransfusie of van moeder op kind tijdens de zwangerschap.
Hedendaagse trends in de epidemiologie
De globalisering en de verplaatsing van mensen tussen regio’s met verschillende prevalentie van de ziekte hebben geleid tot een toename van het aantal gevallen buiten de traditionele endemische gebieden. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft programma's geïmplementeerd om de ziekte te bestrijden, zoals het bevorderen van insectenbestrijding en het verbeteren van de gezondheidszorg voor migranten en andere risicogroepen.
Mechanisme
De ziekte van Chagas wordt veroorzaakt door de parasiet Trypanosoma cruzi, die de bloedbaan van de gastheer binnendringt en verschillende organen en weefsels infecteert, waaronder het hart, de slokdarm en de dikke darm. De infectie verloopt in twee fasen: de acute fase en de chronische fase. In de acute fase vertoont de patiënt mogelijk geen of milde symptomen, maar in de chronische fase kunnen ernstige organische complicaties optreden, vooral aan het hart.
Overdracht en infectiecyclus
De overdracht van Trypanosoma cruzi vindt meestal plaats via de beet van geïnfecteerde triatomine insecten. Wanneer het insect zich voedt met het bloed van een besmette persoon, komt de parasiet via de ontlasting van de insecten in contact met de menselijke huid. In sommige gevallen kan de parasiet ook worden overgedragen via bloedtransfusies, orgaantransplantaties, of van moeder op kind tijdens de zwangerschap of bevalling. Nadat de parasiet de bloedbaan heeft binnengedrongen, migreert deze naar verschillende organen, waar het kan leiden tot ontsteking en langdurige schade.
Fasen van de ziekte
De acute fase van de ziekte duurt meestal enkele weken tot maanden en wordt gekarakteriseerd door milde symptomen, zoals koorts, zwelling en huiduitslag. Gedurende deze fase is de parasiet actief in de bloedbaan. De chronische fase kan zich pas jaren na de acute infectie ontwikkelen en leidt tot ernstige hartproblemen, zoals hartfalen, en schade aan andere organen zoals de slokdarm en de dikke darm. Chronische Chagas-disease is de belangrijkste oorzaak van verworven hartziekten in Latijns-Amerika.
Risicofactoren voor de ziekte van Chagas
Er zijn verschillende risicofactoren die de kans op infectie met de ziekte van Chagas verhogen. De belangrijkste risicofactor is blootstelling aan geïnfecteerde triatomine insecten, maar andere factoren, zoals de geografische locatie en de gezondheidstoestand van de patiënt, spelen ook een rol.
Blootstelling aan vectoren
De primaire risicofactor voor de ziekte van Chagas is het wonen in gebieden waar de triatomine insecten endemisch zijn. In deze gebieden hebben de insecten vaak contact met de menselijke bewoning, waardoor de kans op besmetting aanzienlijk toeneemt. Het risico is het grootst in plattelandsgebieden, waar de huisvesting vaak minder goed is geïsoleerd van de omgeving, en insecten gemakkelijker toegang hebben tot mensen.
Bloedtransfusies en andere transmissieroutes
In niet-endemische gebieden, zoals de Verenigde Staten en Europa, kunnen bloedtransfusies of orgaantransplantaties een belangrijke risicofactor zijn voor de verspreiding van de ziekte van Chagas. Sinds de jaren 90 worden bloedbanken in veel landen gescreend op Trypanosoma cruzi om de overdracht via bloed te voorkomen, maar risicogroepen blijven kwetsbaar.
Oorzaken Chagas-ziekte: Beet door een besmette parasiet
De parasiet
Trypanosoma cruzi is verantwoordelijk voor de ziekte van Chagas. Besmetting vindt voornamelijk plaats door een beet van bloedzuigende triatomine-insecten (zoals de roofwants). Mensen die leven in Midden- of Zuid-Amerika, vooral in hutten of slecht gebouwde huizen waar deze insecten zich in lemen muren of rieten daken bevinden, hebben een verhoogd risico op besmetting. De parasieten zijn meestal 's nachts actief en bijten vaak in het
gezicht, waar besmette ontlasting of urine terechtkomt. Patiënten kunnen deze besmette ontlasting of urine verspreiden naar hun ogen, mond of huid. Zelden kan besmet voedsel of een laboratoriumongeval ook de ziekte veroorzaken. Daarnaast kan een besmette moeder de infectie overdragen op haar ongeboren kind. De ziekte kan ook worden overgedragen via een
bloedtransfusie of orgaantransplantatie van een besmette donor.
Risicofactoren
Blootstelling aan vectoren
De grootste risicofactor voor de ziekte van Chagas is blootstelling aan de vectoren die de ziekte veroorzaken, de triatomine-insecten, ook wel kissing bugs genoemd. Deze insecten komen voor in veel delen van Latijns-Amerika, vooral in landelijke gebieden met slechte woningen. Ze worden vooral aangetrokken door de warmte van mensen en hun adem, en kunnen tijdens hun bloedmaaltijd de parasiet Trypanosoma cruzi overdragen via hun ontlasting. De parasiet komt in de bloedbaan terecht wanneer mensen de ontlasting van het insect in contact met hun huid krijgen, vooral bij beten of wonden. De meeste gevallen van Chagas zijn het gevolg van langdurige blootstelling aan deze insecten, maar het risico is significant lager in steden met goede sanitaire voorzieningen en hygiëne. Dit verklaart waarom Chagas een ziekte is die vooral voorkomt in armere regio’s, waar de insecten kunnen gedijen in slechte woonomstandigheden, zoals in huizen met spleten in muren of daken. In meer ontwikkelde landen, zoals de VS, is het risico op besmetting via deze insecten tegenwoordig minimaal, hoewel het nog steeds een probleem kan zijn in migrerende gemeenschappen die afkomstig zijn uit endemische gebieden.
Bloedtransfusies en medische procedures
In landen buiten de endemische gebieden kan de ziekte van Chagas zich ook verspreiden via bloedtransfusies. Als bloed van een besmette donor niet goed is gescreend, kan de parasiet via de transfusie in de bloedbaan van de ontvanger terechtkomen. Dit vormt een aanzienlijk risico voor patiënten die bloedtransfusies ondergaan. Dit geldt met name voor mensen die een bloedtransfusie krijgen in regio’s waar Chagas minder bekend is, aangezien de screening op Trypanosoma cruzi in sommige landen nog steeds onvoldoende is. De kans op overdracht via bloedtransfusie is het grootst wanneer het bloed afkomstig is van een chronische drager van de parasiet, die zelf mogelijk geen symptomen vertoont. Daarnaast kunnen medische procedures, zoals orgaantransplantaties, een bron van infectie zijn als het donororgaan besmet is met Trypanosoma cruzi. De risicofactoren zijn ook aanwezig bij de transplantatie van geïnfecteerde organen, hoewel veel landen inmiddels strenge maatregelen hebben genomen om donororganen te testen op de aanwezigheid van de parasiet. Het risico blijft echter bestaan, vooral in landen waar screeningmethoden minder goed ontwikkeld zijn.
Congenitale overdracht
Een andere belangrijke risicofactor voor de ziekte van Chagas is de congenitale overdracht, waarbij de parasiet van een besmette moeder op haar ongeboren kind kan worden overgedragen. Dit gebeurt meestal tijdens de zwangerschap of de bevalling, wanneer de parasiet via de placenta het kind bereikt. In sommige gevallen kan de parasiet zelfs aanwezig zijn in de moedermelk, hoewel dit minder vaak voorkomt. De kans op congenitale overdracht is hoger wanneer de moeder chronisch besmet is met Trypanosoma cruzi en geen behandeling ontvangt. Congenitale infectie kan ernstige gevolgen hebben voor pasgeborenen, zoals het ontwikkelen van een acute vorm van Chagas of, in sommige gevallen, aangeboren hartafwijkingen die later levensbedreigend kunnen worden. Preventieve zorg en vroege diagnose bij zwangere vrouwen in endemische gebieden zijn daarom cruciaal om het risico voor het kind te verminderen.
Verlies van lichaamsbarrières (bijvoorbeeld verwondingen)
Personen die gewond raken, zoals bij ongevallen of door een slechte medische behandeling van wonden, kunnen ook een verhoogd risico lopen op infectie met Trypanosoma cruzi. Dit komt doordat de parasiet in contact kan komen met bloed of weefsels via beschadigde huidbarrières. Het risico is echter veel kleiner dan bij blootstelling aan de vector, aangezien Trypanosoma cruzi meestal via de ontlasting van de insecten de bloedbaan binnendringt. Desondanks kan deze overdrachtsweg een factor zijn in bepaalde gevallen, vooral in gebieden waar vectorbestrijding beperkt is en waar mensen vaak onbeschermd in contact komen met de insecten.
Verhoogde risico's bij ouderen en immuungecompromitteerde patiënten
Hoewel de meeste mensen met de ziekte van Chagas geen symptomen vertonen, kunnen ouderen of immuungecompromitteerde patiënten kwetsbaarder zijn voor de ernst van de ziekte. Ouderen hebben vaak een zwakker immuunsysteem, waardoor ze mogelijk minder goed in staat zijn om de infectie onder controle te houden. Bij hen kan de ziekte sneller progressief worden en leiden tot hartcomplicaties, zoals hartfalen. Ook patiënten met een verzwakt immuunsysteem, zoals hiv-positieve patiënten, zijn kwetsbaarder voor infectie en kunnen ernstigere symptomen vertonen. In sommige gevallen kan de infectie zich meer uitgesproken manifesteren in de vorm van een vergroot hart of andere cardiale afwijkingen.
Reizen naar endemische gebieden
Mensen die naar endemische gebieden reizen, bijvoorbeeld voor werk of vakantie, kunnen onbewust besmet raken met Trypanosoma cruzi, vooral als ze verblijven in slechte sanitaire omstandigheden of zich in de buurt van vectoren bevinden. Reizigers kunnen zichzelf beschermen door te zorgen voor hygiënische onderkomens, zoals het gebruik van horren en het vermijden van contact met insecten. In veel gevallen kunnen mensen zich echter onbewust infecteren, vooral als de vectoren zich in of rond het verblijf van de reiziger bevinden.
De ziekte van Chagas is een ziekte die een aanzienlijk risico vormt in endemische regio's van Latijns-Amerika, maar de verspreiding van de ziekte kan ook plaatsvinden in andere delen van de wereld, afhankelijk van de bovengenoemde risicofactoren. Preventie is de sleutel tot het verminderen van infecties, met nadruk op vectorcontrole, bloedtransfusiescreening, en het verstrekken van genetisch advies aan risicogroepen.
Risicogroepen
Patiënten die wonen in endemische gebieden en migranten uit deze regio’s vormen de belangrijkste risicogroepen voor de ziekte van Chagas. Ook bepaalde sociaaleconomische en gezondheidsgerelateerde factoren kunnen het risico verhogen.
Bewoners van endemische gebieden
Mensen die in plattelandsgebieden wonen in landen waar de ziekte endemisch is, lopen het hoogste risico op infectie met de ziekte van Chagas. In deze gebieden hebben de triatomine insecten vaak toegang tot menselijke bewoning, wat de kans op besmetting vergroot. Vooral mensen die in slecht onderhouden huizen of onder primitieve omstandigheden wonen, lopen een verhoogd risico.
Migranten uit endemische gebieden
Migranten uit Latijns-Amerika naar niet-endemische gebieden, zoals de Verenigde Staten en Europa, kunnen de ziekte van Chagas meedragen. Deze migranten kunnen de parasiet doorgegeven via bloedtransfusies of andere medische procedures, wat het risico verhoogt voor zowel de migrant als voor de ontvanger van bloedproducten of organen.
Pijn op de borst komt voor bij de ziekte van Chagas /
Bron: Pexels, PixabaySymptomen: Acute en chronische fase
De ziekte van Chagas kent twee fasen: de acute en de chronische fase.
Acute fase
Tijdens de acute fase, die meestal ongeveer twee maanden duurt, bevinden zich veel parasieten in het bloed. De symptomen kunnen variëren van mild tot ernstig en omvatten vaak een algemeen gevoel van malaise, een
bleek uiterlijk,
koorts,
spierpijn,
ademhalingsproblemen,
buikpijn,
pijn op de borst,
gezwollen lymfeklieren (medische term: lymfadenopathie), een gezwollen en rood gebied rond de
insectenbeet, en een zwelling van het oog indien de beet nabij het oog plaatsvond (
parasitaire ooginfectie).
Chronische fase
Na de acute fase kan de ziekte in remissie gaan en jarenlang geen symptomen veroorzaken. Na verloop van tijd, soms pas na twintig jaar, kunnen de parasieten zich vooral in het hart en het spijsverteringsstelsel nestelen. Dit kan leiden tot cardiale symptomen zoals een bonzend of snel kloppend hart (
tachycardie), en later tot
hartfalen (onvoldoende bloedcirculatie door het hart). Gastro-intestinale problemen kunnen
constipatie, buikpijn, spijsverteringsproblemen en
slikproblemen omvatten.
Alarmsymptomen
In de vroege stadia van de ziekte vertoont een geïnfecteerde patiënt vaak milde of geen symptomen. De symptomen kunnen variëren afhankelijk van de fase van de ziekte, maar als de infectie niet tijdig wordt behandeld, kunnen ernstige gezondheidsproblemen ontstaan. Het is belangrijk dat patiënten zich bewust zijn van de mogelijke alarmsymptomen.
Acute symptomen
In de acute fase van de ziekte van Chagas kunnen symptomen zoals koorts, zwelling van de lymfeklieren, huiduitslag, en gezwollen ogen optreden. Deze symptomen zijn vaak mild en worden soms verward met die van andere virale infecties. In zeldzamere gevallen kan er sprake zijn van myocarditis, waarbij het hart zelf ontstoken raakt, wat kan leiden tot hartproblemen.
Chronische symptomen en complicaties
In de chronische fase kunnen er ernstigere symptomen optreden, waaronder hartkloppingen, ademhalingsmoeilijkheden, en hartfalen. Patiënten kunnen ook moeite hebben met slikken of het doorvoeren van voedsel, wat wordt veroorzaakt door schade aan de slokdarm. Chronische hartcomplicaties kunnen zich pas jaren na de acute infectie manifesteren, maar kunnen levensbedreigend zijn als ze niet worden behandeld.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
Bij de diagnose van de ziekte van Chagas voert de arts een grondig klinisch onderzoek uit en verzamelt een gedetailleerde anamnese van de patiënt. De arts controleert de functie van de hartspier, let op een te snelle en onregelmatige hartslag en onderzoekt vergrote
lymfeklieren, evenals vergroting van de lever (
hepatomegalie) en milt (
splenomegalie).
Diagnostisch onderzoek
Voor een definitieve diagnose voert de arts een volledig
bloedonderzoek uit, maakt een
thoraxfoto (radiologisch onderzoek van de
borstkas), en doet een
echocardiografie en
elektrocardiografie (ECG) om de hartfunctie te beoordelen.
Differentiële diagnose
De arts moet de ziekte van Chagas onderscheiden van een aantal andere aandoeningen en syndromen, waaronder:
Behandeling aandoening
De behandeling van de ziekte van Chagas omvat antiparasitaire medicatie zoals benznidazole en nifurtimox, die effectief zijn bij het doden van de parasieten. Deze behandeling is ook van belang in de chronische fase om verdere symptomen te voorkomen of te behandelen. Beide
medicijnen kunnen bijwerkingen veroorzaken zoals
hoofdpijn, duizeligheid,
huiduitslag,
slaapproblemen,
verlies van eetlust,
gewichtsverlies en zenuwschade. Oudere patiënten kunnen meer last hebben van bijwerkingen. De medicatie wordt niet aanbevolen voor zwangere vrouwen, patiënten met lever- of
nierfalen, en personen met neurologische of psychiatrische aandoeningen.
Prognose
Een infectie met
Trypanosoma cruzi kan genezen worden als de behandeling kort na de infectie wordt gestart; de medicatie is namelijk vrijwel altijd effectief in deze vroege fase. Bij onbehandelde patiënten ontwikkelen zich na verloop van tijd (soms meer dan twintig jaar) chronische symptomen.
Abnormale hartritmes kunnen leiden tot een plotselinge dood. De meeste patiënten met hartfalen overlijden binnen enkele jaren.
Complicaties
De ziekte van Chagas kan leiden tot verschillende complicaties, waaronder:
- Hartaandoeningen en hartfalen, wat voorkomt bij ongeveer 30% van de chronisch geïnfecteerde patiënten
- Een vergroot colon (megacolon)
- Een vergrote slokdarm, wat kan resulteren in slikproblemen
- Ondervoeding door spijsverteringsproblemen
Spijsverteringsproblemen komen voor bij ongeveer 10% van de chronisch geïnfecteerde patiënten.
Preventie infectieziekte
Het volledig voorkomen van blootstelling aan de insecten die de ziekte verspreiden is vrijwel onmogelijk. Desondanks kan de risico op infectie verminderd worden door goede hygiëne, het verbeteren van de huisomstandigheden, het gebruik van insecticiden en muskietennetten. Verder is bloedonderzoek cruciaal om de infectie te voorkomen bij bloedtransfusies en orgaantransplantaties. Artsen screenen ook pasgeborenen en kinderen van geïnfecteerde moeders om vroege diagnose en behandeling te waarborgen.
Lees verder