Leverfalen: Lever stopt plots of geleidelijk met werken
Bij leverfalen zijn grote delen van de lever onherstelbaar beschadigd en werkt de lever niet meer goed. Deze ernstige aandoening ontwikkelt zich meestal geleidelijk, maar soms ook acuut. Dit is het gevolg van infecties, medicatiegebruik of andere omgevingsfactoren. Bij leverfalen treden onder andere geelzucht, braken, misselijkheid, slaperigheid en verwardheid op. De symptomen blijven zonder behandeling verergeren, waardoor tal van levensbedreigende complicaties mogelijk zijn. De prognose is afhankelijk van de oorzaak, de ernst van de symptomen en de snelheid van het inzetten van een behandeling. Niettemin is bij een aantal patiënten een levertransplantatie mogelijk, waardoor ze genezen van de aandoening.
Epidemiologie van leverfalen
Minder dan 10 op 10 miljoen personen in ontwikkelde landen lijdt aan acuut leverfalen. De aandoening treft vaak jongeren en draagt een hoog sterftecijfer. De aandoening kent geen raciale voorliefde. Blanken zijn voorts het vaakst getroffen. Vrouwen ontwikkelen tot slot vaker acuut leverfalen dan mannen. Informatie over chronisch leverfalen is niet gevonden in de geraadpleegde bronnen.
Oorzaken en risicofactoren
Acuut leverfalen
Een patiënt die te veel
paracetamol (een
pijnstiller) inneemt, heeft een hoog risico op het ontwikkelen van acuut leverfalen. Maar tal van andere risicofactoren leiden mogelijk tot acuut leverfalen:
Langdurig alcoholgebruik vormt een risicofactor voor leverfalen /
Bron: Jarmoluk, Pixabay Chronisch leverfalen
Chronisch leverfalen is het gevolg van:
- cirrose
- hemochromatose (een erfelijke aandoening waardoor een opbouw van ijzer in het lichaam plaatsvindt waardoor orgaanschade ontstaat)
- hepatitis B
- hepatitis C
- langdurig alcoholgebruik
- ondervoeding
In sommige gevallen is de oorzaak onbekend.
Symptomen: Slaperigheid, verwardheid en geelzucht
Acuut leverfalen
De symptomen van acuut leverfalen treden snel op, namelijk binnen de 48 uur.
Vermoeidheid,
misselijkheid, een
verlies van eetlust,
pijn in de rechterbovenhoek van de buik (net onder de ribben), en
diarree zijn de eerste symptomen van acuut leverfalen. De symptomen blijven verergeren en daardoor treedt
verwardheid en extreme
slaperigheid (lethargie) op. In een gevorderd stadium zijn dit
epileptische aanvallen,
nierfalen (verminderde of afwezige nierfunctie), grote hoeveelheden plassen (
polyurie),
oranje urine,
desoriëntatie, agressief gedrag,
spierstijfheid en
coma. Andere symptomen zijn onder meer
blauwe plekken of gemakkelijk bloeden (coagulopathie),
bloed braken (hemoptoe of hemoptysie),
bevingen aan handen (handtremoren) en een ophoping van vocht in de buik (
ascites).
Chronisch leverfalen
De eerste symptomen van chronisch leverfalen zijn vrij algemeen en zijn daarom mogelijk toe te wijzen aan diverse aandoeningen. Hierdoor vormt het diagnosticeren van leverfalen een klinische uitdaging. Vroege symptomen zijn onder meer:
- diarree
- een verlies van eetlust
- misselijkheid
- vermoeidheid
Naarmate de ziekte vordert, ontstaan meer ernstige symptomen zoals:
- coma
- desoriëntatie of verwardheid, bekend als hepatische encefalopathie (hersenaandoening door leverziekte)
- een gezwollen buik (ascites)
- geelzucht
- gemakkelijk bloeden
- slaperigheid
Nachtelijk plassen (
nycturie) komt ook voor bij leverfalen.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De patiënt zoekt best zo snel mogelijk contact met de arts van zodra de eerste symptomen verschijnen. Leverfalen is namelijk een ernstige aandoening die mogelijk levensbedreigend is. De arts bevraagt vooreerst de patiënt inzake
drugsgebruik en de blootstelling aan giftige stoffen om aanwijzingen voor hepatitis te zoeken. De patiënt heeft bij hepatitis geelzucht (icterus), vermoeidheid en
buikpijn. De arts bemerkt bij de patiënt voorts een muffe, zoete ademgeur. Verder identificeert de arts een vergrote lever, wat in medische termen gekend is als “
hepatomegalie”. De galblaaswand is tevens verdikt. De buik zit voorts vol met vocht (ascites). De patiënt krijgt naast een lichamelijk ook een
neurologisch onderzoek.
Diagnostisch onderzoek
De arts voert soms een
bloedonderzoek uit om de diagnose te bevestigen. Een
leverbiopsie is nodig wanneer de arts geen oorzaak vindt van leverfalen. Dit is eveneens nuttig voor het maken van een behandelplan voor de patiënt. Andere onderzoeken omvatten een
Doppler-echografie (beeldvormend onderzoek van bloedvaten) van de lever, een
elektro-encefalografie (EEG: hersenfilmpje), een CT-scan van het hoofd, een abdominale CT-scan (=
CT-scan van de buik) en een
abdominale MRI-scan (zonder contrastmiddel).
Differentiële diagnose
Acute decompensatie van
cirrose,
alcoholische hepatitis met onderliggende cirrose,
auto-immune hepatitis (leverontsteking veroorzaakt door eigen lichaam),
convulsies (stuipen: oncontroleerbare fysieke bewegingen en veranderingen in het bewustzijn),
pre-eclampsie (ernstige zwangerschapscomplicatie met eiwit in urine en hoge bloeddruk) en
sepsis (bloedvergiftiging: overdreven reactie van het immuunsysteem op ziektekiemen) met multipel orgaanfalen zijn aandoeningen waarbij de symptomen lijken op de symptomen van acuut leverfalen.
Behandeling van leverfalen
De arts bekijkt eerst wat de oorzaak is van acuut of chronisch leverfalen. Dit is belangrijk om een zo effectief mogelijke behandeling toe te passen bij de patiënt.
Overdosis paracetamol
Actieve kool is nuttig bij een overdosis paracetamol. Hierdoor komt minder medicatie terecht in het maag-darmkanaal. N-acetylcysteïne, een bepaald soort medicijn, helpt eveneens bij een paracetamoloverdosis. De arts bekijkt hoe de patiënt dit medicijn neemt, want het is mogelijk via een ader (intraveneus) of via de mond (oraal). N-acetylcysteïne is ook nuttig bij patiënten bij wie acuut leverfalen niet door een
paracetamoloverdosis is veroorzaakt.
Hepatitis
Bij virale hepatitis schrijft de arts het geneesmiddel “lamivudine” voor. Het virus repliceert (vermenigvuldigt) zich hierdoor niet meer.
Steroïden helpen bij acuut leverfalen, veroorzaakt door auto-immune hepatitis.
Levertransplantatie
Werken alle behandelingen niet, dan is een
levertransplantatie nodig. Hiervoor moet de patiënt wel sterk genoeg zijn. Hij mag met andere woorden geen onderliggende cardiovasculaire ziekte (hart- of vaataandoening), een ernstige infectie of een andere aandoening zoals
aids hebben. Patiënten met een
verzwakt immuunsysteem zijn met andere woorden niet opgewassen tegen deze zware operatie. De patiënt krijgt een donorlever en daarom komt hij op een wachtlijst terecht. Patiënten die zeer dringend een lever nodig hebben, komen bovenaan de wachtlijst terecht. In de tussentijd neemt de patiënt een voeding met weinig dierlijke eiwitten en verder behandelt de arts zo goed mogelijk de symptomen.
Prognose van leverfalen
Vooral bij kinderen onder de tien jaar en volwassenen boven de veertig jaar is de prognose relatief somber. De overlevingskans bedraagt gemiddeld 60%. Patiënten met een paracetamoloverdosis hebben wel een betere prognose dan patiënten bij wie de oorzaak onbekend is. Het risico op sterfte neemt toe met de ontwikkeling van één van de complicaties (
hersenoedeem of hersenzwelling, nierfalen,
ademhalingsfalen (ernstige ziekte met langzame ademhaling), coagulopathie en een infectie). Indien de patiënt geen behandeling krijgt voor acuut leverfalen, komt hij te overlijden.
Leverkanker, nierfalen en
ademhalingsproblemen zijn de meest voorkomende doodsoorzaken bij acuut leverfalen.
Complicaties van leverfalen
Portale hypertensie (bloeddruk in de aderen die bloed brengen van de darmen naar de lever is abnormaal hoog), bacteriële infecties, schimmelinfecties, nierfalen, bloedingsstoornissen of overmatig bloeden, een laag kaliumgehalte in het bloed (
hypokaliëmie) en een lage bloedsuikerspiegel (
hypoglykemie) komen voor als complicatie. Een andere ernstige bijwerking van (acuut) leverfalen omvat een zwelling van de hersenen (hersenoedeem).
Preventie van acuut leverfalen
Een paracetamoloverdosis vermijdt de patiënt door goed de bijsluiter van dit medicijn te lezen. Eventueel wint hij hiervoor bijkomende inlichtingen in bij de arts of apotheker. Wilde paddenstoelen eten is verder niet aanbevolen. Te veel alcohol drinken is verder ook niet aan te raden. Het risico op virale hepatitis verminderen gebeurt door het vermijden van contact met het bloed of de ontlasting van een besmette patiënt. Voorts gebruikt de patiënt vooral in ontwikkelingslanden geen lokaal kraanwater. Voor hepatitis A en B zijn tot slot vaccins beschikbaar.
Lees verder