Cockayne-syndroom: Dwerggroei met vroegtijdige veroudering
Het Cockayne-syndroom is een zeldzame vorm van dwerggroei waarbij de patiënt abnormaal gevoelig is voor licht en een voortijdig verouderd uiterlijk heeft. Ook komen vaak oogproblemen voor. Daarnaast zijn tal van bijkomende symptomen mogelijk die niet altijd en bij iedereen tot uiting komen. Deze zeldzame aandoening is progressief. Diverse artsen werken samen om de levenskwaliteit van de patiënt zo hoog mogelijk te houden. De vooruitzichten van het syndroom zijn vrij somber. De Londense arts Edward Alfred Cockayne beschreef de ziekte voor het eerst in de medische literatuur in 1933.
Synoniemen Cockayne-syndroom
Het Cockayne-syndroom is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- CS
- Doofheid-Dwerggroei-Retina Atrofie
- Dwerggroei met Renale Atrofie en Doofheid
- Dwerggroei-retina atrofie-doofheid syndroom
- Neill-Dingwall Syndroom
- Progeroid Nanisme
Epidemiologie syndroom van Cockayne
Het Cockayne-syndroom komt wereldwijd voor bij ongeveer 2-3 per miljoen pasgeborenen. Sinds het beschrijven van de ziekte zijn wereldwijd enkele honderden patiënten gerapporteerd. Mannen en vrouwen zijn in gelijke aantallen getroffen. Het syndroom kent geen raciale of etnische voorkeur.
Oorzaken en erfelijkheid
Genmutatie
Het Cockayne-syndroom ontstaat als gevolg van mutaties (veranderingen) in hetzij het ERCC6-gen (ook bekend als CSB) of het ERCC8-gen (ook bekend als CSA). Deze genen bevatten instructies voor het maken van eiwitten die betrokken zijn bij het repareren van beschadigd DNA. Deze DNA-beschadiging gebeurt door ultraviolet (UV)-straling van de zon en toxische chemicaliën, straling en instabiele moleculen (vrije radicalen). Cellen zijn meestal in staat om DNA-schade te repareren voordat dit problemen veroorzaakt. Bij patiënten met het Cockayne-syndroom is dit echter niet het geval. Hierdoor hopen fouten zich op in het DNA, ontstaan celstoringen en sterven de cellen uiteindelijk af.
Overerving
De ziekte kent een autosomaal recessief overervingspatroon, waardoor beide kopieën van het gemuteerde gen in elke cel aanwezig moeten zijn opdat het Cockayne-syndroom verschijnt. De ouders van een patiënt met een autosomaal recessieve aandoening dragen elk een exemplaar van het gemuteerde gen, maar vertonen meestal zelf geen symptomen van de aandoening.
Symptomen: Dwerggroei met vroegtijdige veroudering
De progressieve symptomen van deze aandoening zijn meestal reeds duidelijk na éénjarige leeftijd. Maar ook een aangeboren vorm van het Cockayne-syndroom is mogelijk. Bij een nog andere vorm van de ziekte treden de symptomen later in de kindertijd op, maar meestal zijn de symptomen bij deze vorm milder. Door deze symptomen heeft de patiënt een verouderd uiterlijk met een
veroudering van de huid.
Groei en uiterlijk
De patiënt komt ter wereld met een kleine grootte van het hoofd (
medische term:
microcefalie), een zeer
kort gestalte (dwerggroei) en een vertraagde ontwikkeling. De rest van het
gezicht is overigens ook afwijkend. De patiënt heeft bijvoorbeeld een ongewoon dunne neus, een "hol" of gezonken verschijning van de ogen, grote misvormde oren, een slechte sluiting van het ooglid, en/of een vooruitstekende kaak (
prognathie). Verder zijn de
handen en
voeten groot en de armen en
benen ongewoon lang in verhouding tot de omvang van het lichaam.
Zon
De meeste patiënten vertonen eveneens een verhoogde gevoeligheid voor
zonlicht (fotosensitiviteit). Bij sommige patiënten is zelfs een kleine hoeveelheid blootstelling aan de zon voldoende om
zonnebrand (rode, pijnlijke huid door
langdurige blootstelling aan de schadelijke UV-stralen van zonlicht) of
blaarvorming op de huid te veroorzaken. Bij de meeste patiënten is de
huid droog en
schilferig.
Bijkomende symptomen
Het syndroom kent tal van mogelijke bijkomende symptomen:
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De arts bemerkt bij een lichamelijk onderzoek alle lichamelijke symptomen. Een oogarts bevestigt de oogproblemen via een
oogheelkundig onderzoek.
Diagnostisch onderzoek
Een
CT-scan of
MRI-scan van de
hersenen geeft specifieke afwijkingen van dit syndroom weer. Daarnaast is een
huidbiopsie mogelijk. Een
electroretinografie onthult de
netvliesafwijkingen in het oog. Een audiometrie (
gehooronderzoek) is nuttig om de gehoorproblemen te diagnosticeren. Een genetisch onderzoek bevestigt de uiteindelijke diagnose.
Differentiële diagnose
Volgende aandoeningen verwart de arts mogelijk met het Cockayne-syndroom omdat de symptomenreeks gelijkaardig is:
Behandeling
De behandeling van het Cockayne-syndroom is symptomatisch en ondersteunend gericht. De oogarts voert regelmatig een oogonderzoek uit en schrijft een bril of
low-vision hulpmiddelen voor. Een
cataractoperatie verhelpt de vertroebeling van de ooglens. Een diëtist volgt de groei en het gewicht van de patiënt op. Voor de gehoorproblemen is de KNO-arts of audioloog aangewezen, die mogelijk een
hoorapparaat voorschrijft voor de patiënt. Ook een neuroloog en orthopedist zijn betrokken bij de behandeling van de patiënt. Zij behandelen tremoren, spierspanningsproblemen, loopproblemen enzovoort. Daarnaast krijgt de patiënt een behandeling bij de tandarts voor het tandbederf en de te kleine kaak. Bovendien beschermt de patiënt zich best tegen de zon. Speciaal onderwijs en fysiotherapie zijn daarnaast nog voorhanden.
Ondersteuning en zorg
Gezien de complexiteit van het Cockayne-syndroom, is een multidisciplinaire benadering van zorg vaak noodzakelijk. Dit kan omvatten:
- Palliatieve zorg om symptomen te verlichten en de levenskwaliteit te verbeteren
- Ondersteuning van familieleden en zorgverleners
- Toegang tot gespecialiseerde zorgverleners, zoals genetici, dermatologen, en neurologen
- Ondersteuning van psychologen of maatschappelijk werkers om emotionele en psychologische hulp te bieden
- Hulp bij het aanvragen van passende zorg- en ondersteuningsdiensten
Prognose aandoening
De vooruitzichten van patiënten met dit syndroom zijn vrij somber. Zij komen vaak voor het derde decennium te overlijden. Patiënten met erg milde symptomen kennen een langere levensduur maar overlijden eveneens voortijdig.
Complicaties ziekte
Patiënten met het Cockayne-syndroom hebben een ernstige reactie op het
antibioticum metronidazol. Hierdoor ontwikkelt de patiënt
leverfalen, wat levensbedreigend is.
Preventie
Het Cockayne-syndroom kan niet worden voorkomen, aangezien het een genetische aandoening is die veroorzaakt wordt door erfelijke mutaties. Het is belangrijk voor ouders met een familiegeschiedenis van het syndroom om genetisch advies in te winnen en mogelijke draagsterschap te onderzoeken om toekomstige gevallen te helpen voorkomen.