Gebroken pols: diagnose, behandeling en genezingsduur
Een breuk aan het onderste (distale) uiteinde van het spaakbeen (radius) wordt door leken vaak aangeduid als een gebroken pols. Vaak gaat het daarbij alleen om een scheurtje in het bot, maar er kunnen ook meerdere botdelen van hun plaats zijn geraakt. En dan bestaat er behalve de botbreuk natuurlijk ook het risico dat de weke delen (pezen, spieren bloedvaten en zenuwen) getroffen zijn. Het gaat bij een gebroken pols trouwens om één van de meest voorkomende botbreuken überhaupt. Het komt voor op alle leeftijden, maar men kan pieken waarnemen in twee specifieke leeftijdsgroepen: één tussen 6 en 10 jaar en één tussen 60 en 70 jaar. Bij ouderen worden vrouwen als gevolg van osteoporose ongeveer zeven keer vaker getroffen dan mannen.
Symptomen gebroken pols
Zwellingen,
pijn in de pols en een beperkte mobiliteit zijn typische kenmerken bij vrijwel elke polsbreuk. Maar die symptomen treden echter op vergelijkbare wijze ook bij gewone verstuikingen van de pols op. Maar zichtbare afwijkingen kunnen al voor het röntgenonderzoek als een betrouwbaar teken van een botbreuk worden beschouwd. Ofwel lijkt het polsgewricht bij verschuiving van het onderste breukdeel op de vorm van een vork, ofwel doet het denken aan een bajonet bij een verschuiving van het breukdeel richting duim.
Lichamelijk onderzoek bij een vermeende polsbreuk
Na de omstandigheden van het ongeval te hebben aangehoord en na uitwendige observatie van de pols, zal de arts pijnlijke drukpunten en de resterende mobiliteit onderzoeken. Aangezien bij botbreuken ook bloedvaten en zenuwen getroffen kunnen zijn, moet de pols worden gepalpeerd (met de hand worden betast, beklopt) om zo ook het gevoel aan de huid te testen.
Röntgenonderzoek
Bepalend voor de aard van de behandeling is de röntgenfoto. Die biedt betrouwbare informatie over het type breukvorm, en met name daarvan is de keuze van behandeling afhankelijk. Röntgenbeelden worden altijd vanuit meerdere posities gemaakt om zo een meerdimensionale weergave mogelijk te maken. Standaardopnamen tonen de pols van voren en van opzij.
De anatomie van het polsgewricht
Voor een beter begrip van de röntgenopname is een korte aanduiding van de betrokken botstructuren in het polsgewricht op zijn plaats:
- het spaakbeen (radius);
- de ellepijp (ulna);
- de handwortelbeentjes (carpalia) die met pezen aan mekaar verbonden zijn.
De handwortelbeentjes, acht in getal, staan alleen met het einde van het spaakbeen in gewrichtachtige verbinding. Tussen ellepijp en handwortelbeentjes is sprake van een driehoekige bandachtige structuur (middenhandsbeentjes).
Behandeling gebroken pols bij volwassenen
Is bij polsfracturen geen sprake van verschoven botdelen dan krijgen volwassenen een gewoon gipsverband aangemeten. Door zo’ n gipsverband wordt het bot rustig gesteld en kan het genezen. Rustig stellen van het bot leidt ook tot vermindering van de pijn. Verschoven botdelen moeten worden gezet. Met enig trek- en duwwerk onder plaatselijke verdoving of
algehele narcose wordt de oorspronkelijke anatomische positie hersteld. Nadat de verschoven botdelen zijn gezet, wordt er een spalk aangebracht. Om te checken of de botdelen wel in de juiste positie zijn gebracht, wordt er nogmaals een röntgenfoto gemaakt.
Wanneer is operatie noodzakelijk bij polsbreuken?
Aangezien veel breuken de neiging hebben om terug “te glijden”, moeten ze soms door middel van een operatieve ingreep worden gestabiliseerd. Er bestaan verschillende operatietechnieken. Het type operatie is afhankelijk van de vorm van de breuk:
- het aanbrengen van een plaat met schroeven, al dan niet met gips;
- het aanbrengen van metalen draden met gips;
- het aanbrengen van uitwendig fixatiemateriaal, ook bekend onder de naam “fixateur externe”.
Complicaties na een operatie
Een chirurgische ingreep kent uiteraard de gebruikelijke operationele risico’s zoals ontsteking, loslaten van de ingebrachte draden of schroeven, schade aan de zenuwen en bloedvaten in het operatiegebied.
Genezingsduur gebroken pols
Na behandeling wordt de arm rust gegeven door middel van een draagdoek (mitella). Die kan 's nachts af, maar om de arm ook tijdens de slaap rust te bieden, kan men deze op een kussen leggen. Voor de bestrijding van pijnklachten wordt geadviseerd om
Paracetamol te nemen. Gedurende meerdere weken na de breuk zal de pols ’s morgens dunner zijn dan gebruikelijk en stijf aanvoelen. In de loop van de dag wordt die wel wat soepeler. Doorgaans kan men de pols pas na drie tot zes maanden weer pijnvrij gebruiken.
Prognose
Maar of een fractuur al dan niet zonder gevolgen geneest, is in individuele gevallen afhankelijk van de mate van complexiteit van de breuk en de vraag hoe goed de gewrichtsdelen weer konden worden hersteld. Algemene uitspraken daarover zijn niet mogelijk.