Acrodysostose: Afwijkingen aan botten en gezicht
Acrodysostose is een uiterst zeldzame aangeboren aandoening waarbij de patiënt skeletafwijkingen, groeivertragingen en een kort gestalte heeft in combinatie met typische gelaatstrekken en een verstandelijke beperking. Daarnaast zijn bijkomende symptomen gemeld. De behandeling is vooral ondersteunend en symptomatisch gericht, waarbij chirurgie vaak toegepast wordt bij het behandelen van de skeletafwijkingen. De vooruitzichten van patiënten met deze ziekte zijn variabel en hangen af van de ernst van de symptomen, maar meestal is de levensverwachting niet aangetast. De artsen Maroteaux en Malamut beschreven acrodysostose voor het eerst in de medische literatuur in 1968.
Synoniemen acrodysostose
Acrodysostose is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- Acrodysplasie
- Arkless-Graham
- Maroteaux-Malamut
Epidemiologie aandoening
De exacte incidentie en prevalentie van de ziekte is onbekend. Wellicht lijden enkele tientallen patiënten wereldwijd aan deze aandoening. Het is echter moeilijk om de werkelijke frequentie van de aandoening te bepalen omdat veel patiënten geen of een foute diagnose krijgen. Acrodysostose treft mannen en vrouwen in gelijke aantallen.
Oorzaken en erfelijkheid
Genmutatie
Acrodysostose is het gevolg van mutaties (= wijzigingen) in het gen PRKAR1A (type 1) of PDE4D (type 2). Deze mutaties treden meestal sporadisch op zonder familiale geschiedenis.
Overervingspatroon
Mutaties in het PDE4D-gen kennen een autosomaal dominante overervingswijze. Hierdoor is slechts één kopie van het gemuteerde gen nodig om de aandoening te veroorzaken.
Symptomen: Afwijkingen aan botten en gezicht
Getroffen patiënten vertonen niet altijd alle symptomen van de ziekte. Een groot deel van de afwijkingen is reeds zichtbaar vanaf de geboorte, maar soms gebeurt de diagnose pas vele jaren later.
Botten
De patiënt vertoont zich met abnormale korte, misvormde (dysplastische) botten in de handen en voeten. Deze dysplastische botten veroorzaken abnormaal kleine handen en voeten met korte, stompe vingers en tenen (ernstige
brachydactylie). In sommige patiënten zijn slechts één of twee vingers en/of tenen aangetast. De grote tenen zijn vaak niet aangetast, of zijn abnormaal groot. Deze afwijkingen aan de handen en voeten zijn aangeboren (
aangeboren afwijkingen). Door een abnormale verkorting van de lange botten heeft de patiënt vaak een
kort gestalte. Bijkomende skeletmisvormingen situeren zich vooral rond de wervelkolom. Zo ontwikkelt de patiënt soms een abnormale kromming van de wervelkolom (
scoliose of
kyfose). Tevens heeft de patiënt mogelijk
spinale stenose (vernauwing van het wervelkanaal). Gevoelloosheid of
pijn in de onderrug (
lage rugpijn) en/of benen treedt bijgevolg mogelijk op.
Gezicht
Patiënten met acrodysostose hebben vaak karakteristieke
gezichtskenmerken zoals een onderontwikkelde bovenkaak (maxillaire
hypoplasie) en een onderontwikkeld neusbeen (nasale hypoplasie), zodat de neus abnormaal klein is en de neusbrug afgevlakt is. Bij sommige patiënten is de neuspunt afgerond (bolvormig) en dan heeft de patiënt ook een wipneus. Dit is vooral te wijten aan onderontwikkelde (hypoplastische) gezichtsbeenderen, met name in het middengedeelte van het gezicht. Het onderkaakbot steekt soms abnormaal naar voor (
prognathie).
Tandafwijkingen zoals malocclusie (
medische term: ongelijke beet) zijn ook mogelijk. Tevens heeft de patiënt ver uit elkaar geplaatste ogen (
hypertelorisme) met soms nog bijkomende huidplooien aan de ooghoek (epicanthale plooien). Sommige patiënten kampen daarnaast met frequentie middenoorinfecties (
otitis media) en gehoorproblemen.
Mentaal
De patiënt heeft vaak een milde tot ernstige handicap, maar bij sommige patiënten hebben is de intelligentie dan weer niet aangetast.
Bijkomende symptomen
De patiënt heeft mogelijk ook nog problemen met de huid en de genitaliën. Het lichaam is voorts resistent tegen bepaalde hormonen, hoewel de hormoonspiegels normaal zijn. Dit geldt voor bijvoorbeeld de hormonen van de bijschildklier, thyrotropine, calcitonine, het groeihormoon-afgevend hormoon en gonadotropine. Vrouwen ervaren soms een
onregelmatige menstruatie. Ook
obesitas en een verhoogde bloeddruk (
hypertensie) zijn gerapporteerd bij een aantal patiënten.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De arts bemerkt de symptomen bij een lichamelijk onderzoek, maar hij moet nog verder onderzoek doen om de ziekte te diagnosticeren.
Diagnostisch onderzoek
De arts maakt een röntgenfoto van de botten in de handen en voeten en identificeert zo de botmisvormingen. Vaak zijn ook de onderarmbotten in de buurt van de pols verkort. Een
röntgenfoto van het hoofd in de eerste levensmaanden van de patiënt, onthult een vlekkerige kalkaanslag in de botten (met name de neus). De arts merkt eveneens dat de patiënt een geavanceerde botleeftijd heeft.
Differentiële diagnose
Acrodysostose diagnosticeren is niet altijd eenvoudig voor de arts. De arts verwart de aandoening af en toe met andere afwijkingen en syndromen omdat de symptomenreeks gelijkaardig is. Daarom zijn ze bekend als de differentiële diagnose voor acrodysostose:
Behandeling is ondersteunend en symptomatisch
De behandeling is afhankelijk van de aanwezige symptomen bij patiënten met dysostose. De patiënt krijgt veelal een orthopedische behandeling. Kaakchirurgie is soms vereist bij prognathie. Verder is fysiotherapie nuttig. Schildklierhormoon suppletie en vitamine D-supplementen dragen bij aan de verbetering van de groei en voorkomen obesitas. De aandoening is niet te genezen.
Complicaties gezichts- en skeletafwijkingen
Acrodysostose leidt mogelijk tot
artritis (gewrichtsontsteking), het
carpaal tunnel syndroom (pijn, gevoelloosheid,
tintelingen en/of zwakte in hand door druk op de zenuw in de pols) en een verminderd bewegingsbereik in de wervelkolom, ellebogen en handen.
Prognose
Dermate weinig patiënten lijden aan de aandoening, dat langdurige en betrouwbare informatie over de vooruitzichten van de patiënt onbetrouwbaar is. De levensverwachting van patiënten met deze afwijking is bij de gerapporteerde patiënten echter niet aangetast. De problemen die de patiënt ervaart, zijn voorts afhankelijk van de ernst en uitgebreidheid van de
skeletafwijkingen en de mate van de verstandelijke beperking.