Compartimentsyndroom: Schade aan spieren en zenuwen
Het compartimentsyndroom (ook geschreven als “compartiment syndroom”) is een ernstige vasculaire en neurologische aandoening waarbij druk in een spiercompartiment ontstaat. Deze aandoening, die in een acute en chronische vorm bestaat, leidt tot spier- en zenuwbeschadiging en problemen met de bloeddoorstroming. Meestal gebeurt dit naar aanleiding van een traumatische gebeurtenis zoals een fractuur. De benen, armen en buik zijn het vaakst aangetast door de aandoening, waarbij pijn of kramp in de spieren, gevoelloosheid, tintelingen en zwakte optreden. Het compartimentsyndroom is een medische noodsituatie, waarbij een operatie nodig is om blijvend letsel te voorkomen. Deze operatie is voor de meeste mensen succesvol. Via enkele preventieve maatregelen valt de ernstige aandoening te voorkomen.
Oorzaken: Druk op spieren, bloedvaten en zenuwen door zwelling
Anatomie
Fascia (dikke weefsellagen) zijn een soort “scheidingswand” van spiergroepen in de armen en
benen. Binnen elke fascialaag bevindt zich een afgesloten ruimte, een compartiment. Het compartiment omvat de spieren, de zenuwen en de bloedvaten. Fascia breiden zich niet uit. Een zwelling in een compartiment leidt bijgevolg tot een verhoogde druk in die ruimte waardoor druk ontstaat op de spieren, de bloedvaten en de zenuwen. Als deze erg hoog is, is de bloedtoevoer naar het compartiment geblokkeerd. Dit leidt tot permanente schade aan de spieren en zenuwen. Als de druk lang genoeg aanhoudt, sterven de spieren af en werkt de arm of het been niet meer, wat mogelijk een
amputatie met zich meebrengt.
Veroorzakende situaties
Een zwelling die leidt tot het compartimentsyndroom vindt plaats bij een trauma zoals een auto-ongeluk, een verbrijzelingsletsel of bij chirurgie. De zwelling is mogelijk eveneens het gevolg van complexe
breuken, brandwonden (huidlittekens en strakkere huid), een bloeding of een zacht weefsel letsel als gevolg van een trauma. Langdurige compressie van een ledemaat gedurende een periode van
bewusteloosheid, een overdreven strak verband en een
bloedstolsel in een bloedvat in een arm of been zijn andere veroorzakende factoren. Het langdurig (chronisch) compartimentsyndroom resulteert uit repeterende activiteiten, zoals hardlopen. De druk in een compartiment neemt alleen toe tijdens deze activiteit.

Hardlopen verhoogt het risico op het compartimentsyndroom /
Bron: Skeeze, PixabayRisicofactoren compartimentsyndroom
Het nemen van
anabole steroïden draagt bij aan de ontwikkeling van het compartimentsyndroom. Hoewel mensen van alle leeftijden mogelijk lijden aan het chronisch compartimentsyndroom, komt de ziekte het meest voor bij mannelijke en vrouwelijke atleten jonger dan dertig jaar. Verder verhogen ook repetitieve oefeningen zoals snelwandelen en hardlopen het risico op het ontwikkelen van het compartimentsyndroom. Te intens of te vaak trainen zijn tot slot andere risicofactoren.
Symptomen: Pijn, gevoelloosheid en zwakte
Bij het compartimentsyndroom heeft de patiënt symptomen als gevolg van een verhoogde weefseldruk in een compartiment. Hierbij valt een zenuw uit (met
tintelingen), krijgen de weefsels onvoldoende bloed en ontstaat verlittekening aan de weefsels. Vervolgens ontstaat verschrompeling van spieren leidend tot contracturen. Het compartimentsyndroom komt het meest voor in het onderbeen en onderarm. Maar ook de buik, de bil, de hand, de
voet en de bovenarm zijn mogelijk getroffen.
Acuut compartimentsyndroom
Het acuut compartimentsyndroom is acuut en ernstig en ontwikkelt zich meestal binnen een paar uur na een ernstig letsel aan een arm of been. Het compartimentsyndroom veroorzaakt ernstige nieuwe
pijn in een arm of been die niet weggaat bij het nemen van pijnmedicatie of door het getroffen gebied omhoog te plaatsen en deze pijn verergert soms nog bij beweging. Daarnaast ontstaat
bleekheid van de huid (pallor), gevoelloosheid, tintelingen, een
brandend gevoel, een verminderd gevoel en
zwakte.
Chronisch compartimentsyndroom
Een andere vorm van het compartimentsyndroom is de chronische vorm, ook gekend als exertioneel compartimentsyndroom. Deze vorm van de ziekte, ook gekend als “inspanningscompartimentsyndroom” ontwikkelt zich over dagen of weken. De symptomen hiervan zijn het gevolg van regelmatige, intensieve lichaamsbeweging. Het onderbeen, de bil, of de dij zijn meestal betrokken. Symptomen van het chronisch compartimentsyndroom omvatten verergerende pijn of
kramp in de aangetaste spieren (bil, bovenbeen of onderbeen) binnen een halfuur na het starten van een oefening. De symptomen verdwijnen meestal met rust na tien tot twintig minuten, en de spierfunctie blijft normaal. Deze pijn voelt aan als shin splints en verwart de arts soms met deze aandoening. Deze symptomen zijn geen medische noodsituatie en veroorzaken geen blijvende schade.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk en diagnostisch onderzoek
Een lichamelijk onderzoek onthult pijn wanneer de arts drukt op het gebied. Bij beweging heeft de patiënt extreme pijn. Wanneer bijvoorbeeld de voet of het onderbeen getroffen is, heeft de patiënt ernstige pijn bij het op en neer bewegen van de tenen. Daarnaast is het aangetaste gebied gezwollen. Om de diagnose te bevestigen, meet de arts of verpleegkundige de druk in het compartiment. Dit gebeurt met een naald die bevestigd is aan een drukmeter, die de arts plaatst in het lichaamsgebied. De test gebeurt best tijdens en na een activiteit die pijn veroorzaakt.
Differentiële diagnose
De arts moet het compartimentsyndroom zo snel mogelijk identificeren en zeker niet verwarren met volgende ziekten:
Behandeling via operatie
Operatie
Onmiddellijke chirurgische decompressie is vaak nodig bij het acuut compartimentsyndroom om spiernecrose (afsterven van de spier) voorkomen. Deze operatietechniek is in medische termen gekend als een “fasciotomie”. Het uitstellen van de operatie leidt namelijk tot blijvende schade. De arts maakt lange chirurgische insneden (incisies) door het spierweefsel om de druk te verlichten. De wonden laat hij open (afgedekt met een steriel verband) en sluit hij tijdens een tweede operatie, meestal 48 tot 72 uur later. Huidtransplantaties zijn nodig voor het sluiten van de wonde. Als het compartimentsyndroom het gevolg is van een gipsverband, brace of bandage, maakt de arts dit verband los om de druk te verlichten.
Ondersteunende therapie
Andere ondersteunende therapieën zijn onder andere:
- dragen van steunzolen
- fysiotherapie
- het lichaamsdeel onder het niveau van het hart houden (de bloedstroom in het compartiment verbeteren)
- intraveneus (via een ader) vocht toedienen
- pijnmedicatie nemen
- zuurstof door de neus of mond geven
Prognose is goed na operatie
Met een snelle diagnose en behandeling, zijn de vooruitzichten uitstekend. De spieren en zenuwen in het compartiment herstellen na een operatie of het verwijderen van het verband. De algemene vooruitzichten zijn echter afhankelijk van de oorzaak van het syndroom. Als de diagnose vertraagd is, ontstaat blijvende zenuwbeschadiging en een verlies van spierfunctie. Dit komt vaker voor wanneer de gewonde patiënt bewusteloos is of sterk gesedeerd is en niet in staat is om te klagen over pijn. Permanente zenuwbeschadiging treedt op na twaalf tot veertien uur van de compressie.
Complicaties: Blijvend letsel aan zenuwen en spieren
Onbehandeld ontstaat blijvend letsel aan de zenuwen en spieren waardoor de functie hiervan is aangetast. Deze posttraumatische ischemische necrose van spieren, die gekend is als “Volkmann’s
ischemie” of de "
contractuur van von Volkmann", treedt vooral op aan de onderarm na elleboogfracturen. In ernstige gevallen is een amputatie vereist.
Preventie van schade aan spieren en zenuwen
Een vroege diagnose en behandeling voorkomt veel complicaties van het compartimentsyndroom. Bij het dragen van een verband is het bovendien nodig om de risico’s van een zwelling te kennen. Bij toenemende zwelling is het nodig om onmiddellijk de arts te raadplegen, zelfs na het nemen van
pijnstillers. Bij het chronisch compartimentsyndroom zijn stretchoefeningen voor inspanning en fysiotherapie aangewezen, en ook het vermijden van deze oefeningen is voor vele patiënten een goed idee.