Epilepsie, diagnose en behandeling
Epilepsie is een kortstondige functiestoornis in de hersenen, waarbij – door een kortsluiting in de hersenen – een deel van de hersencellen buitensporige activiteiten ontplooien. Daardoor stagneert de overdracht van boodschappen tussen zenuwcellen middels neurotransmitters. Door deze overmatige activiteit kunnen cellen zich plotseling en ongecontroleerd gaan ontladen. De hevige ontlading veroorzaakt een enorme kettingreactie in de hersenen wat even een grote chaos in het hoofd veroorzaakt. Daarbij kan het lichaam gaan schokken en/of de spieren zich gaan verkrampen. Meestal herstellen de hersenen zich binnen enkele minuten, waardoor ze weer normaal gaan functioneren. Er zijn diverse behandelingsmogelijkheden voor epilepsie. De eerste optie is door middel van medicatie, maar ook een dieet en een operatie kunnen tot de mogelijkheden behoren.
Algemeen
De oorzaak van epilepsie is in de helft van de gevallen te wijten aan hersenletsel in de vorm van een infarct of een tumor. Bij de overige gevallen is de oorzaak onbekend, alhoewel een erfelijke aanleg een rol kan spelen. Zo is bekend dat sommige vormen van epilepsie sterker erfelijk bepaald zijn dan andere vormen. Overigens kan epilepsie ook spontaan optreden. Het merendeel van de mensen met epilepsie kan door het gebruiken van medicijnen een normaal leven leiden. De voorgeschreven geneesmiddelen dienen dan wel regelmatig te worden ingenomen.
Uitlokkende factoren van een aanval kunnen zijn: extreme vermoeidheid, psychische spanningen, lichtflitsen en/of hevige schrik. Buitendien worden als risicofactoren genoemd onder andere overmatig alcoholgebruik, bepaalde drugs, menstruatie en koorts.
Moment van aanval epilepsie
Paradoxaal treden aanvallen in het algemeen vaker op in rust dan tijdens actie, waardoor geconcentreerde sportbeoefening mogelijk blijft. Daarbij is wel een goede cooling-down noodzakelijk, om te vermijden dat iemand te snel van actief bezig zijn naar een toestand van rust overgaat.
Diverse vormen van epilepsie
Er zijn veel verschillende vormen van epilepsie, die regelmatig ook in een combinatievorm voorkomen. We kunnen daarbij onder meer onderscheiden:
- De meest bekende vorm wordt in de volksmond betiteld als vallende ziekte. Tijdens de gehele aanval en veelal ook kort er na is men bewusteloos. Kenmerkend is dat het lichaam eerst verstijft, dan zich middels schokken ontspant om daarna weer te verstijven.
- Ook komt voor dat het lichaam alleen verstijft, waarbij schokken achterwege blijven
- Het omgekeerde is ook mogelijk: het lichaam verslapt dan kortdurend en men zakt ineen
- Absence: deze vorm van epilepsie komt vooral bij kinderen voor. Men is dan even afwezig, is niet aanspreekbaar en enkele tellen bewusteloos. Een en ander kan soms gepaard gaan met lichte spiertrekkingen
Gevolgen van een aanval van epilepsie
In het algemeen vallen de gevolgen van een epileptische aanval mee. Het instellen van de juiste medicatie is daarentegen een ander verhaal, waarbij precisiewerk een vereiste is. In incidentele gevallen kan bij epilepsie een fikse verwonding optreden. Bijvoorbeeld bij het plotseling op de grond vallen ten gevolge van het verstijven of verslappen van de spieren of door het bijten op de eigen tong. Ook komt het voor dat men de urine laat lopen. Na een aanval heeft men in het algemeen nog urenlang last van spierpijnen en/of is men vaak zeer vermoeid. De frequenties van en de soort aanvallen wisselen per persoon. Deze variëren van tientallen keren per dag tot één keer per drie jaar. In een aantal gevallen doven de aanvallen na verloop van tijd vanzelf uit.
Noodscenario
Hierbij duurt de aanval meer dan 5 minuten en als dan ook nog de ademhaling stopt, dan is er sprake van een levensbedreigende situatie. Overigens is het stoppen van de ademhaling lang niet altijd het geval. Als medicatie wordt midazollam via een neusspray toegediend. Mocht dit niet helpen, dan wordt een injectie met midazolam of diazepam gegeven. Als ook dit geen resultaat heeft, dan wordt men opgenomen in een ziekenhuis, alwaar de patiënt de medicatie via een infuus toegediend krijgt.
Diagnose en aanvullende onderzoeken
Voor een goede diagnose is een adequate beschrijving van de aanval noodzakelijk, waarna de ziektegeschiedenis van de patiënt met de arts wordt doorgenomen. In het algemeen vindt daarna onderzoek door een neuroloog in het ziekenhuis plaats. Vervolgens kunnen diverse aanvullende onderzoeken worden opgestart. Deze kunnen bestaan uit het meten van de hersenactiviteit middels een EEG, het laten maken van een MRI- of een CT-scan en bloedonderzoek om te trachten duidelijkheid te verkrijgen over desbetreffende epileptische aanval en de gevolgen daarvan.
Behandelingsplan
Na een eerste epileptische aanval is het niet altijd nodig om direct geneesmiddelen voor te schrijven, omdat het ook een incident kan zijn geweest. Daarmede wordt waar mogelijk onnodige zware medicatie vermeden. Bij een herhaalde aanval wordt normaliter altijd eerst een lage dosis van een
eerste keuzemiddel voorgeschreven, bijvoorbeeld valproïnezuur, oxcarbazepine of carbamazepine. Indien de epilepsie met deze middelen niet onder controle wordt gebracht, dan wordt de dosis opgehoogd of er wordt een beroep gedaan op
tweede keuzemiddelen zoals fenytoïne en clonazepam. Normaliter streeft de arts in kwestie naar een therapie met één geneesmiddel. Het is soms echter nodig beide keuzemiddelen of bijvoorbeeld twee eerste keuzemiddelen te combineren. Het instellen van de juiste therapie kan deswege soms langere tijd vergen. Het uiteindelijke doel is iemand aanvalsvrij te maken, omdat epilepsie niet te genezen is. Goede medicijnen houden de aanvallen onder controle en/of voorkomen ze.
Bijwerkingen van anti-epileptica
In geval van een absence bij kinderen dient men geen carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, gabapentine, oxcarbazepine, tiagabine pregabaline en vigabatrin te nemen, omdat deze medicijnen het probleem alleen maar verergeren. In het algemeen wordt in dat scenario door de arts ethosuximide en als dat middel niet aanslaat valproïnezuur voorgeschreven. Anti-epileptica kunnen ook de werking van andere geneesmiddelen in de lever remmen.
Enkele eerste keuze-anti-epileptica met hun specifieke bijwerkingen:
- valproïnezuur: botontkalking, haaruitval, trillen, problemen met bloedstolling. Inname wordt ontraden voor zwangere vrouwen
- carbamazepine: botontkalking, moeheid, jeuk, duizeligheid en vermindert zoutgehalte
- oxcarbazepine: zelfde bijwerkingen als bij carbamazepine
Andere behandelingsmogelijkheden
Een kleine groep mensen met ernstige epilepsie die onvoldoende reageren op behandeling met medicijnen kan baat hebben bij een
neurochirurgische ingreep, waarbij het overactieve deel van de hersenen uitgeschakeld of zo mogelijk verwijderd wordt.
In geval anti-epileptica en een operatie geen opties meer zijn, dan kan een
ketogeen dieet worden overwogen. De voeding bij zo'n dieet is rijk aan vetten en arm aan koolhydraten en eiwitten. Daarmede hoopt men epileptische aanvallen te beperken of te voorkomen.
Als ultieme middel kan epilepsie worden bestreden door
het prikkelen van de nervus vagus zenuw in de nek. Bij deze nieuwe behandelingsmethode in de vorm van deep brain stimulation (DBS) worden er elektroden aan beide zijden van de thalamus aangebracht. Middels de elektroden wordt de thalamus alsdan met kleine stroomstootjes gestimuleerd, waarbij de sterkte en frequentie van de stroomstootjes met behulp van een computer individueel kunnen worden ingesteld. Daarmede hoopt men in te kunnen grijpen in de afgifte door het lichaam van signalen.